De klasse boven
de arbeiders is de kleine burgerij ( petitie bourgeoisie ). Mensen die tot de
kleine burgerij behoren zijn vaak; kleine ondernemers, arbeiders met een hoog
salaris en mensen die bij de overheid werken ( traditioneel gezien). Deze
klasse zit tussen de arbeidersklasse en de kapitalistenklasse in.
Als laatste is er de klasse van de kapitalisten, de
burgerij. De burgerij bestaat uit mensen die dankzij hun fortuin veel status en
rijkdom hebben. Bill Gates is een bekende kapitalist, hij bezit miljarden
dollar dankzij het succes van Microsoft. Bill Gates hoeft nooit meer te werken,
hij kan alles doen wat hij wil. Natuurlijk zijn er kapitalisten die keihard
werken, maar door hun enorm salaris ( meer dan 1 miljoen euro per jaar ) hoeven
ze zich geen zorgen te maken over hoge ziektekosten, boetes en maandelijkse
kosten. 150 euro aan boodschappen is voor een arbeider met een maandinkomen van
1.500 euro netto veel geld. Voor een groot kapitalist die 83.333 euro per maand
krijgt, is 150 euro aan boodschappen niet veel geld.
Kapitalisten
zijn mensen met veel geld. Vroeger kregen alleen mensen met economisch bezit de
titel kapitalist, maar tegenwoordig kun je iedereen die veel geld heeft rekenen
tot de burgerlijke kapitalisten klasse. Zijn kapitalisten allemaal slecht? Nee,
niet elke rijke stinkerd is meteen een slecht iemand. Alleen het is wel heel egoïstisch
om te leven op een salaris van miljoenen euro’s. 99% van alle mensen op deze
planeet verdient minder dan 60.000 euro per jaar.
Wat zijn burgerlijke
opvattingen?
1.
Het geloof dat
alleen het kapitalisme werkt en welvaart produceert.
2.
Dat de burgerij
recht heeft op veel geld ( omdat ze hard werken! ).
3.
De vrije markt
is god, concurrentie is koning ( neoliberalisme ).
4.
Dat het
individualisme heel goed is.
5.
Dat mensen
egoïstisch zijn en alleen aan zich zelf denken.
6.
Dat miljoenen
verdienen en bezitten acceptabel is, omdat je ervoor gewerkt hebt.
7.
Antikapitalistische
opvattingen zijn naïef, idealistisch en werken niet in de praktijk.
Burgerlijk denken komt overeen met rechts denken. Rechts in de zin van
politiek. Men is wel bekend met de thermen rechts en links in de politiek. In
de jaren 60 en 70 was je heel populair als je antiburgerlijk dacht. Wie rechts
was in de jaren 60, die werd meteen gelijkgeschakeld met uitbuiting en egoïstisch
denken.
In de jaren 90 en in de eerste 10 jaar van de 21ste eeuw
veranderde dat. Toen was het juist goed om rechts te zijn en werd iedereen die
links dacht gelijkgeschakeld met; naïef denken, dom idealisme, salonsocialisme
en autoritarisme. De aanhangers van het kapitalisme wezen dan steeds op de val
van de Sovjet-Unie ( 1922-1991 ) en de kapitalistische hervormingen in de
Volksrepubliek China ( vanaf 1983 ). Het rechtse denken werd dominant in het
begin van de 21ste eeuw. Rechtse populisten wonnen veel steun
dankzij de degeneratie van de sociaal democratie. De sociaal democraten ( oude
socialisten ) waren gecapituleerd voor het kapitalisme en adopteerde
burgerlijke opvattingen ( zie boven ).
Door de degeneratie en verrechtsing
binnen politiek links werd het burgerlijke gedachtegoed de dominante opvatting
in de wereld. Op scholen leren kinderen alleen de burgerlijke versie van de
geschiedenis. De Sovjet-Unie wordt onterecht neergezet als ‘’communistisch’’ en
ondanks de kapitalistische regimes in China en Vietnam, worden die landen nog
steeds neergezet als ‘’communistisch’’. Antikapitalistisch denken wordt
tegenwoordig als vreemd gezien. Wie zich tegen de heerschappij van de groot
kapitalisten keert, die wordt gek aangekeken.
Men zegt dat het een jeugdzonde is. Veel jongeren uit de jaren 60 en 70
waren antikapitalistisch en beweerde tegen de burgerij te zijn. Maar in de
jaren 80 en 90 kregen al deze jongeren goede bannen en verdwenen hun
idealistische antikapitalistische opvattingen. Daarom zegt men ook wel; Wie
als jongere niet links is, die heeft geen hart. Wie als oudere nog links is,
heeft geen hersenen. Zo praat de burgerlijke media.
Wat is de burgerlijke media? Iedere
krant, tv station dat eigendom is van een kapitalist. Wie de media bestuurd,
die bestuurd de mensen. Sinds alleen kapitalisten rijk genoeg zijn om een tv
kanaal te bezitten, zul je niet snel een antikapitalistische tv zender vinden.
Alleen mensen met veel geld kunnen zich dat permitteren.
Wat zijn burgerlijke
ideologieën?
Er zijn veel burgerlijke opvattingen. Ook al zijn ze allemaal voor het
kapitalisme, zijn er veel verschillende ideologieën.
Politiek links wordt sinds jaren gedomineerd door burgerlijk linkse
partijen. De meeste van die partijen zijn sociaal democratisch van aard. De
sociaal democraten ontstonden als een antirevolutionaire socialistische groep,
die langzaam degenereerde in een kapitalistische burgerlijke ideologie.
Politiek rechts is altijd burgerlijk geweest. Je
kunt rechts ook wel de lakeien van de burgerij noemen. Rechtse partijen steunen
en het kapitalisme en zijn hun spreekbuizen in parlementen. In de Verenigde
Staten van Amerika, is het burgerlijke denken heel standaard. Wie daar niet
burgerlijk denkt, die wordt al snel neergezet als een vijand van Amerika.
Sinds de 21ste eeuw is Amerika zeer verrechtst. Zelfs de
burgerlijke liberalen, worden neergezet als linkse socialisten. Het
conservatieve gedachtegoed is zeer sterk in de Verenigde Staten van Amerika.
Politiek links is altijd zeer zwak geweest in het land van de ‘’onbegrensde
mogelijkheden’’
Welke politieke
ideologieën zijn burgerlijk/kapitalistisch?
-
Het conservatisme,
christen democraten en sociaal conservatieven.
-
Het liberalisme,
progressieve democraten en neo-liberalen.
-
De sociaal
democratie, de oude socialisten nu bekeerd tot het kapitalisme.
-
Het nationalisme,
fascisten en nazi’s steunen hun eigen burgerij tegen buitenlanders.
-
Het libertarisme, anarchisten
van de vrije markt, ze haten elke overheid.
Sinds de verrechtsing van de sociaal
democratie, zijn bijna alle grote politieke ideologieën verburgerlijkt.
Daarom is politiek de laatste 20/30 jaar saai geworden. De politici praten niet
meer over gewone mensen. Alles draait om het welzijn van de burgerij en de
economische markten die ze besturen. De politici zijn als de dood voor de macht
van de markten en doen alles om ze gerust te stellen ( via privatiseringen,
markwerking en versoepeling van de sociale zekerheid ).
Als het kapitalisme een economische crisis veroorzaakt, dan staat de
politiek klaar om miljarden aan overheidsgeld in de economie te pompen. Dat
geld moeten de arbeiders weer terug betalen, door middel van hogere
belastingen, meer kosten voor zorg en langer doorwerken. Daarom groeit bij veel
mensen een haat tegen de politiek van de burgerij. Helaas hebben velen (
dankzij burgerlijke anticommunistische propaganda ) het gevoel dat ze niets
tegen de politiek van de burgerij kunnen doen.
Marxisten keren zich tegen de burgerij en worden daarom gehaat. Al sinds
1867 worden marxisten vervolgd en opgejaagd. Dat begon toen Karl Marx het boek;
Das Kapital schreef. Dit boek was een aanklacht tegen de sociale ongelijkheid
die het kapitalisme veroorzaakte. De arbeiders verenigde zich in
arbeiderspartijen en begonnen voor hun rechten te vechten. Helaas bleken de
meeste arbeidersleiders compromisbereid te zijn met de burgerij. De sociaal
democratie ontstond uit compromis bereidde socialistenleiders zoals Eduard
Bernstein, Friedrich Ebert, Willem Drees en Joop den Uyl.
Deze groep socialisten die compromissen wouden maken
met de burgerij kregen de meerderheid binnen de arbeiderspartijen. In 1914
steunde de meeste partijen van de arbeiders, de imperialistische eerste wereld
oorlog. Daar begon de eerste misdaad van de sociaal democratische leiders. In
1918 kwamen de leiders van de arbeiderspartijen de burgerij te hulp in hun
strijd tegen de revolutionaire
socialisten. In Duitsland hielp de Sociaaldemocratische Partij de Duitse
kapitalisten klasse en voorkwam zo een opstand van de arbeidersraden.
Tot de tweede wereld oorlog moesten de burgerlijke politieke partijen niets
weten van de arbeiderspartijen. Ondanks hun burgerlijke houding, waren veel
kapitalisten zeer sceptisch over die ‘’smerige rode honden’’. Na 1945 werd
alles anders. De burgerij zag dat men niet meer om de arbeiderspartijen heen
kon. Dus besloot men om compromissen te maken. Het kapitalisme bleef bestaan,
maar de arbeiders kregen betere lonen en betere huizen. Hierdoor wonnen de
sociaal democratische leiders veel steun bij werknemers.
De communistische politieke partijen boden weinig alternatieven. Na 1924
had de leider van de Sovjet-Unie een ideologie aangenomen, die bereid was om
compromissen te maken met de burgerij. De stalinistische bureaucratie van
Joseph Stalin, dwong alle revolutionaire marxisten om samen te gaan werken met
de progressieve burgerij. Dat begon in Spanje in 1936 en ging na de tweede
wereld oorlog verder.
Veel ‘’marxisten’’ zaten in burgerlijke regeringen na 1945. Dankzij het
verzet en hun antifascisme wonnen veel revolutionaire marxisten steun. De
burgerij echter had al een goede ‘’linkse’’ partner en dankzij antimarxistische
propaganda keerde veel werknemers zich af van de revolutionaire partijen. Dat
kwam vooral door de koude oorlog waarin de wereld verwikkeld was. De
totalitaire stalinistische Sovjet-Unie stond lijnrecht tegenover het
burgerlijke democratische westen.
Dat westen kon dankzij de burgerlijke democratie ( parlementaire democratie
) de illusies hoog houden dat de burgerij in de democratie geloofde. Alle
revolutionair linkse opvattingen zouden stalinistisch van aard zijn en tegen de
vrijheid van meningsuiting, zo brulde de burgerlijke kranten.
Er waren ook marxisten die tegen Stalin waren. Die werden vroegtijdig door
de stalinisten tussen 1927-1930 geroyeerd en later vermoord. Stalin en zijn
bende, zuiverde de Sovjet-Unie van alle kritische marxisten. Toen het grote
terreur in 1936 begon, waren de kritische marxisten de eerste die Stalin liet
executeren. 600.000 leden van de Unie Wijde Communistische Partij werden door
de stalinisten vermoord.
Moskou gaf het bevel aan alle communistische
partijen om antistalinistische marxisten te royeren. Iedereen die kritiek had
op het ‘’socialisme in eigen land’’ ( stalinisme ) werd zonder pardon
geroyeerd. Aangezien marxisten toch al gehaat werden door de burgerlijke
maatschappij en buiten de communistische partij geen leven hadden, kozen de
meeste marxisten voor Stalin.
Na de tweede wereld oorlog, waren de meeste communistische partijen bereid
om samen te werken met de burgerlijke partijen. Ze werden door hun
antikapitalisme echter niet toe gelaten tot burgerlijke regeringen. Hoewel er
wel uitzonderingen waren.
De patijen van het kapitalisme kozen de kant van de Verenigde Staten van
Amerika. Ze steunde rechtse dictaturen en beweerde voor de ‘’vrijheid en de
democratie’’ te vechten. Rechtse partijen steunde de staatsgreep van Mobutu in
1965, het rechtse autoritaire regime in Zuid Korea en de dictatuur van Ngô Đình Diệm in
Zuid Vietnam.
Tijdens de koude oorlog
stond de wereldwijde burgerij aan de kant van de Verenigde Staten. Het
kapitalisme had er baat bij dat een supermacht het kapitalisme wou verspreiden
en het marxisme wou vernietigen. In de jaren 60 verklaarde veel Afrikaanse
landen zich onafhankelijk. Men was de dictatuur van de blanke Europese burgerij
zat. Linkse nationalisten verklaarde zich revolutionair marxistisch en riepen
‘’socialistische volksrepublieken’’ uit.
Het westerse imperialisme kreeg een enorme klap
toen China in 1949 een maoïstische volksrepubliek werd. De Chinese burgerij van
Chang-Kai-Shek moest vluchten naar Taiwan, terwijl China zich los rukte uit de
klauwen van het internationale kapitalisme.
34 jaar was China geïsoleerd van de burgerlijke
wereld.
In 1983 opende Deng Xiaoping, China weer voor
buitenlandse handel. Al snel mochten buitenlandse kapitalisten zich weer
vestigen in het land. Anno 2011 is de Chinese burgerij sterk en machtig. De
Chinese Communistische Partij is de partij van de burgerij geworden, de ironie!
Het kapitalisme vierde in 1991 feest toen de
Sovjet-Unie uit elkaar viel. Burgerlijke kranten riepen dat het marxisme
voorgoed verslagen was. De vrije markt was god en concurrentie was koning
geworden. Iedereen moest zich onderwerpen aan de wil van de vrije markt. Wie
nog socialistisch durfde te denken, die kreeg een hele preek over hoe
inefficiënt de marxistische economie niet was in Rusland en in China.
In Vietnam leed de
burgerij een verpletterende nederlaag. Het land; Vietnam was van 1887 tot 1954
eigendom van Frankrijk. De Franse bourgeoisie ( burgerij ) roofde de welvaart
van de Vietnamezen weg en beschouwde het land als hun kolonie. In 1941 vormde
de linkse nationalist; Ho Chi Minh de Liga voor de Onafhankelijkheid van
Vietnam. Deze nationalistische beweging had ook marxistische opvattingen.
Ho Chi Minh wou een onafhankelijk Vietnam, vrij van burgerlijke heerschappij en
westers kolonialisme.
Na de eerste Indochinese burgeroorlog werd
Vietnam opgedeeld. Noord Vietnam kreeg Ho Chi Minh en Zuid Vietnam kwam onder
het gezag te staan van de Vietnamese burgerij. Zuid Vietnam werd een oligarchie
van rijke zakenmensen. Het land kon alleen overleven omdat de burgerij van de
Verenigde Staten van Amerika, elk jaar miljarden dollars naar Zuid Vietnam
stuurde.
In Noord Vietnam bouwde Ho Chi Minh een stalinistische volksrepubliek op. De burgerij moest hun rijkdom afstaan aan de staat. Meer dan 100.000 leden van de burgerij en de kleine burgerij werden vermoord, duizenden vluchtten naar het zuiden. Ho Chi Minh volgde trouw het ‘’socialisme in eigen land’’ en dulden daarbij geen tegenspraak.
De Vietnam oorlog duurde tot 1975. Twee jaar
eerder hadden de Amerikanen zich terug getrokken en daarmee stond Zuid Vietnam
er alleen voor. In december 1974 begon Noord Vietnam aan de laatste slag.
Zonder Ameriakanse steun kon de militaire dictatuur zich niet stand houden.
Zuid Vietnam capituleerde op 30 april 1975. Het land werd verenigd en de
aanhangers van Ho Chi Minh begonnen jacht te maken op de Zuid Vietnamese
burgerij.
Meer dan 500.000 leden van de Zuid Vietnamese
elite werden opgesloten in kampen. De Noord Vietnamezen noemde die kampen
heropvoedingskampen, in werkelijkheid waren het arbeidskampen waar men zeer
hard moest werken.
De Vietnamese burgerij werd vernietigd. Tot 1986
was er geen spraken van een elite die rijkdom en status had. Pas met de
invoering van Doi Moi veranderde dat. Vietnam kreeg een markt economie en al
snel groeide de burgerij weer. Tegenwoordig is Vietnam een kapitalistische dictatuur,
terwijl de Communistische Partij van Vietnam nog altijd beweert trouw te zijn
aan het marxisme.
De burgerij is sterk, ze beheersen
de media. Ze zijn rijk en hebben veel status. Ook hebben ze aanhang onder de
arbeidersklasse en ze krijgen steun van de sociaal democraten. Ze lijken
oppermachtig, maar dat zijn ze niet. Ze steunen op onwetendheid en
hersenspoeling. Als mensen beginnen na te denken worden ze gevaarlijk, dan zal
de burgerij haar echte gezicht laten zien. Het gezicht van wreedheid, hebzucht
en autoritarisme.
Als de arbeiders
in opstand komen zal de burgerij terug grijpen op het staatsapparaat. Dan
zullen politie en leger ingezet worden om stakingen te beëindigen en arbeiders
te arresteren. De burgerij verschuilt zich achter de democratie, maar echte
democratie willen ze niet. Ze willen alleen een democratie, die doet wat ze
willen. Landen die zich tegen het internationale kapitalisme keren zijn
‘’’schurkenstaten’’. De economische hand van de wereldwijde burgerij is het
Internationale Monetair Fonds. Dit IMF spoort landen aan om kapitalistische
hervormingen door te voeren. Dit is de burgerij, waar niemand aan durft te
komen. Veel mensen zijn gaan geloven in burgerlijke opvattingen en accepteren
het feit dat de rijken rijk zijn en dat de werknemers het altijd met minder
zullen doen. USP-RSM zegt dat het anders kan en anderes moet. Socialisme is de enigste oplossing voor veel ellende in de wereld!