Door Bertil Videt, Socialistische Alternatieve Politiek
De tien jaar voor de verkiezingen van september 2011 werd het kleine land van 5,5 miljoen inwoners geregeerd door een coalitie van liberale en conservatieve partijen met gedoogsteun van de uiterst rechtse Dansk Folkeparti (Deense Volkspartij, DF). Deze constructie leek veel op die van het gevallen gedoogkabinet in Nederland. De laatste jaren van de Deense coalitie begon de racistische retoriek echter zijn aantrekkingskracht te verliezen terwijl steeds meer mensen de gevolgen van de rechtse aanvallen op de verzorgingsstaat gingen voelen.
De Deense sociaaldemocraten en de Socialistisk Folkeparti (SF) vergaarden momentum door een alliantie te sluiten en zich als een geloofwaardig sociaal alternatief te presenteren. Onder druk van rechts begonnen ze echter al snel te draaien. Op de vooravond van de verkiezingen was het duidelijk dat de SF en sociaaldemocraten de steun nodig zouden hebben van de radicaal linkse Rood Groene Alliantie (RGA) en een ‘sociaalliberale’ partij. De RGA weigert deel te nemen aan een regering zonder een socialistisch perspectief. De sociaalliberale partij, vergelijkbaar met D66, heeft progressieve opvattingen over bijvoorbeeld homorechten en antiracisme maar behoort qua economische opvattingen duidelijk tot de rechtervleugel.
Veel van de mensen die na een decennium van neoliberale aanvallen op verandering hoopten zijn diep teleurgesteld. Minder dan een maand na de verkiezingen kregen rechtse partijen in opiniepeilingen alweer een ruime meerderheid. De regeringsdeelname van SF heeft veel van haar kiezers teleurgesteld; volgens recente peilingen zouden ze terugvallen van meer dan negen tot zo’n zeven procent. Sommige peilingen voorspellen zelfs dat ze voorbij gestreefd zullen worden door de RGA (dat de vierde partij zou worden, na de liberalen, sociaaldemocraten en DF).
Politieke draai
In verkiezingstijd kwam de SF op voor sociale rechtvaardigheid en hogere belastingen voor de rijken. Eenmaal in de regering maakten ze juist op dit centrale punt een draai: Thor Möger, een leider van SF en minister van financiën, heeft zich uitgesproken tegen verhoging van de werkloosheidsuitkering. In tegenstelling tot wat SF eerst propageerde is hij nu zelfs voorstander van verlaging van het hoogste belastingtarief. De jeugdbewegingen van zowel de sociaaldemocraten en SF daarentegen nemen deel aan de ‘jullie crisis, jullie rekening’ campagne welke, vergelijkbaar met Occupy, oproept om de rijken voor de crisis te laten betalen.
In verkiezingstijd kwam de SF op voor sociale rechtvaardigheid en hogere belastingen voor de rijken. Eenmaal in de regering maakten ze juist op dit centrale punt een draai: Thor Möger, een leider van SF en minister van financiën, heeft zich uitgesproken tegen verhoging van de werkloosheidsuitkering. In tegenstelling tot wat SF eerst propageerde is hij nu zelfs voorstander van verlaging van het hoogste belastingtarief. De jeugdbewegingen van zowel de sociaaldemocraten en SF daarentegen nemen deel aan de ‘jullie crisis, jullie rekening’ campagne welke, vergelijkbaar met Occupy, oproept om de rijken voor de crisis te laten betalen.
Op internationaal niveau neemt Denemarken slechts zelden progressieve standpunten in. Tot vreugde van Palestina-solidariteitsactivisten zal Denemarken voor producten uit Israëlische nederzettingen speciale labels invoeren. Maar op andere kwesties bevindt Denemarken zich nog duidelijk in rechts gezelschap.
Aanvankelijk uitte SF- voorzitter en minister van buitenlandse zaken Villy Søvndal kritiek op het Euro Plus Pact, dat onder andere verdere liberalisering van de arbeidsmarkt ten doel heeft, in termen die vergelijkbaar zijn met die van de nieuwe Franse president Francois Hollande. Søvndal kwam daar echter al snel op terug. In EU-beleid is de invloed van de sociaalliberale partij sterk voelbaar. De Deense regering is bijvoorbeeld tegen invoering van een belasting op internationale financiële transacties, de zogenaamde Tobin Tax, en staat daarin rechts van Angela Merkel.
Links van de regering moet ook de RGA voorzichtig manoeuvreren. De partij groeit, vooral dankzij teleurgestelde SF-leden en stemmers, en probeert bewegingen op te bouwen die de regering onder druk kunnen zetten en tegelijkertijd in het parlement het initiatief te nemen voor concrete verbeteringen. Als de regering geen alliantie sluit met rechts heeft zij de steun van de RGA nodig. Dit betekent dat de RGA in bepaalde situaties onder druk kan komen te staan om, uit angst voor de terugkeer van een rechtse regering, de regering te steunen ook al zou dit tegen haar programma in gaan. Dit moet vermeden worden maar het zou ook rampzalig zijn als de RGA over zou komen als een sektarische partij die bereid is voor abstracte principes een progressieve regering te laten vallen.