Het nationaalsocialisme is GEEN SOCIALISME. Tegenstanders van het socialisme roepen vaak dat nationaalsocialisme een socialistische ideologie zou zijn. Waarom roepen antisocialisten dat? Dat komt omdat de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij, twee socialistische namen gebruikt. Ten eerste het woordje ‘’Socialistische’’ en het tweede woordje; ‘’Arbeiders’’. Daarom wordt beweert dat ook het nationaalsocialisme een vorm van socialisme zou zijn. Nazisme is een afkorting voor nationaalsocialisme.
Toch is het
nazisme niet socialistisch. Adolf Hitler en de NSDAP hebben nooit de macht van het kapitalisme in
Nazi Duitsland gebroken. Het enigste bedrijf dat de nazi’s ooit
genationaliseerd hebben is de Duitse
Rijksspoorwegen. Pas in 1942 werden grote delen van de Duitse economie
genationaliseerd. Maar dat kwam door de oorlog en niet door de nazi ideologie.
De
nationaalsocialistische ideologie zegt duidelijk een tegenstander te zijn van
het marxistische socialisme. Ze haten de joodse kapitalisten, maar Duitse
kapitalisten die pro-nazi waren hadden niets te vrezen. Het klopt dat de nazi
overheid veel invloed had op de economie, maar hun economisch model was niet
gebaseerd op het socialistische ideaal van arbeidersdemocratie en democratische
planning van de productie. De werknemers bleven slaven aan de wil van de
kapitalisten en de nazi overheid.
Voor mensen die
niet bekend zijn met het marxistische socialisme, kan het zeer verwarend zijn.
Al die partijen al die ideologieën. Het
is vaak zeer makkelijk om alles dat zich ‘’socialistisch’’ noemt op één hoop te
gooien. Maar dat is juist wat men niet moet doen. Je kunt niet alles
gelijkschakelen. Adolf Hitler was een felle tegenstander van het socialisme.
Hij liet elke socialist oppakken en opsluiten in kampen. Zijn regime staat
haaks op alle idealen van het socialisme. Nooit, maar ook nooit zou Hitler de
arbeiders bevrijd hebben, uit de klauwen van het Duitse kapitalisme.
De sociaal
democratie wordt vaak ‘’socialistisch’’ genoemd. De Partij van de Arbeid ( PvdA ) wordt in de school boeken een
‘’socialistische’’ partij genoemd, waarom? Om die vraag te beantwoorden moeten
we terug gaan in de tijd.
Echter
revolutionaire idealen werden niet getolereerd in het victoriaanse tijdperk. De
adel en de monarchisten zagen het gevaar van het communisme en deden alles om
de Communistische Liga het zwijgen op te leggen. In 1852 was hun dat gelukt.
Door onenigheid en contrarevolutionaire handelingen werd de Liga ontbonden.
Maar Karl Marx ging verder met zijn revolutionaire werk. Hij schreef; Das
Kapital, een aanklacht tegen de onmenselijke kapitalistische maatschappij en
werd al snel een bekendheid bij veel socialisten.
In 1863 werd de Generale Duitse Arbeiders Vereniging
opgericht. Dit was de eerste linkse Duitse partij. Er waren twee stromingen te
onderscheiden. Een reformistische stroming en een revolutionaire stroming. De
reformisten wouden samenwerken met de
burgerij (
bourgeoisie ) en een evolutionaire weg
naar het socialisme. De revolutionairen wouden geen samenwerking met de aanhangers van het kapitalisme, zij wouden
een revolutionaire weg naar het
socialisme.
Karl Marx en
Friedrich Engels behoorde tot de revolutionaire stroming. Zij pleiten voor een
revolutionaire opstand der arbeiders tegen het kapitaal. In het nog niet
verenigde Duitsland, werd in 1869 de Sociaal
Democratische Arbeiders Partij gesticht. De socialisten noemde zich sociaal
democratisch om zo aan te geven dat ze sociaal waren voor de arbeiders en voor
een democratisch bestuur vochten. Alle socialisten noemde zich sociaal
democratisch, van reformisten tot revolutionairen.
Het was dus heel
normaal dat socialisten bekend stonden onder de naam sociaal democraten. Maar
er kwam al snel een verschil. De reformistische socialisten begonnen de sociaal
democratie te ontwikkelen. De sociaal democratie was een ideologie die ervan
uitging, het socialisme pas te ontwikkelen nadat
de burgerij de macht had gekregen. Deze burgerij zou sterk moeten worden en pas
nadat die sterk genoeg was, zouden de arbeiders het van hun overnemen ( het
socialisme ).
Karl Marx keerde
zich echter fel tegen dit reformisme. Hij vond het onacceptabel dat
socialisten, de burgerij moesten steunen. De grootste tegenstander van Karl
Marx, werd Eduard Bernstein. Hij pleite voor de sociaal democratie en tegen het
revolutionaire socialisme dat al snel bekend werd als marxisme. De sociaal
democraten ( socialisten ) kwamen al snel in burgerlijke parlementen terecht.
Daar pleitte ze voor grote sociale veranderingen. Veel rechtse conservatieven
hadden een flinke hekel aan die linkse rakkers. Ondanks hun strijdvaardigheid
lag de meeste macht niet bij een parlement. De adel en de monarchisten waren in
1870 nog altijd de baas over bijna alle landen in Europa.
Karl Marx stierf
in 1883, Friedrich Engels leefde tot 1895. Na hun dood waren de sociaal
democraten echt opgedeeld in twee groepen. De reformisten en de revolutionairen
waren nu de dominante groepen binnen het socialisme.
Het was voor de
sociaal democraten een moeilijke tijd, moesten ze de reformisten volgen? Dan
hadden ze grote kans dat ze aan de macht kwamen en dat ze invloed konden
uitoefenen op de heersende burgerij. Of moesten ze de revolutionairen volgen en
pleiten voor een revolutionaire opstand?
In 1914 kwam de
grote test. In dat jaar begon de eerste wereld oorlog. De imperialisten van
Europa trokken ten strijden voor god en vaderland. De Sociaaldemocratische Partij van Duitsland ( opvolger SDAP ) stond
in 1914 onder het commando van reformisten. Ze besloten om de Duitse keizer te
steunen in zijn oorlog. De revolutionaire sociaal democraten waren woedend.
Vooral de Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht waren felle tegenstanders van de
imperialistische oorlog en de reformistische SPD koers.
De reformisten
waren niet blij met Luxemburg en Liebknecht. Volgens SPD leider; Friedrich
Ebert, moesten de Duitse arbeiders juist patriottistisch
zijn en strijden voor de glorie van het Duitse Keizerrijk. In 1915
verlieten Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht de SPD. Ze besloten een revolutionair
socialistische partij op te richten. Deze partij kreeg de naam Spartacus Liga
en was vernoemd naar de Romeinse slavenleider Spartacus.
In Rusland waren
de sociaal democraten verenigd in de Russische
Sociaal Democratische Arbeiders Partij. Net als in het westen was de partij
verdeeld in reformisten en revolutionairen. De revolutionairen hadden de naam; bolsjewieken, want zij waren in de
meerderheid. De reformisten waren in de minderheid en hadden de naam;
mensjewieken.
Vladimir Lenin
was de leider van de bolsjewieken. Hij was een revolutionaire sociaal
democraat, die Rusland wou transformeren in een arbeidersstaat. In 1912
splitste zich de Russische Sociaal
Democratische Arbeiders Partij op. Er waren toen twee partijen die naam
RSDAP droegen.
In februari 1917
kwamen de Russische arbeiders in opstand tegen de tsaar. Met hulp van de
mensjewieken grepen burgerlijke democraten de macht. De tsaar werd afgezet en
een republikeinse regering werd gevormd. De mensjewiek; Alexander Kerensky werd
de eerste president van Rusland.
De bolsjewieken
waren tegen de burgerlijke regering. Zij hadden zich verenigd in
arbeidersraden, genaamd; sovjets. Er kwamen al snel spanningen tussen de raden
en de burgerlijke regering. De mensjewieken wouden dat alle politieke besluiten
door de regering genomen moesten worden. Maar de bolsjewieken wouden geen
burgerlijke regering.
De reformisten
waren woedend. In geheel Europa keerde de reformistische sociaal democraten
zich tegen de Russische revolutie. Daarop besloot Lenin om de naam van zijn
RSDAP te veranderen. Hij koos voor de naam; Russische
Communistische Partij. De Russen waren de eerste revolutionaire sociaal
democraten, die het oude woord ‘’communistisch’’ weer gebruikte.
In Duitsland
hernoemde Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht hun Spartacus Liga om in de Communistische Partij van Duitsland (
KPD ). De SPD was daar niet van gediend. De reformistische sociaal democraten
waren toe getreden tot de burgerlijke regering en konden een socialistische
revolutie niet gebruiken. Daarom stuurde de Duitse regering van Friedrich Ebert,
rechtse nationalisten op de opstandige communisten af. Tussen 1918 en 1921
werden 15.000 Duitse revolutionairen vermoord. De rechtse nationalisten namen
Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht gevangen. Ze werden gruwelijk gemarteld en
toen vermoord. Hun lichamen dumpte men in een rivier.
Na de dood van
Luxemburg en Liebknecht, werd de naam; sociaal democraat, een naam voor
socialisten die het burgerlijke parlementarisme steunde. Revolutionaire
socialisten noemde zich communisten en splitste zich los van de sociaal
democratische arbeiders partijen. Tussen
1918 en 1928 was het socialisme dus zeer duidelijk verdeeld. Je had de sociaal
democraten, die aan de kant van de parlementaire burgerlijke democratie stonden
en je had de communisten die voor een radendemocratie vochten.
Communisten die tegen
deze nieuwe sovjet leider waren, werden door de communistische partijen
geroyeerd. Deze antistalinistische communisten noemde zich revolutionair
socialistisch en bevochten niet alleen de nu stalinistische communisten, maar ook
de reformistische sociaal democraten.
Een voorbeeld
van een revolutionair socialistische antistalinistische partij was de RSP. De Revolutionair Socialistische Partij was
in 1928 gesticht door de communist; Henk Sneevliet. Sneevliet had de Communistische Partij van Holland
verlaten omdat die het stalinisme omarmde. Dit stalinisme moesten alle
communistische partijen accepteren.
Wat is het stalinisme?
Het stalinisme
kent de volgende karakteristieke eigenschappen;
-
Het geloof dat één
partij het alleenrecht heeft om een land te besturen
-
Dat een partijleider een groot voorbeeld is en vereerd moet worden
-
Dat het socialisme
in eigen land eerst opgebouwd moet worden
-
Dat communisten coalities
aan moeten gaan met de progressieve burgerij
-
De heerschappij van een enorme staatsbureaucratie over de arbeiders
Voor de
reformistische sociaal democraten kwam het stalinisme als een engel uit de
hemel. Nu konden ze de communisten gelijkschakelen met dictatuur en
onderdrukking. Het bewijs voor hun propaganda konden ze vinden in Rusland.
Stalin en zijn bende zorgde voor enorme misdaden tegen de mensheid. De sociaal
democraten noemde het de misdaad van het ‘’communisme’’ tegen de arbeiders.
Veel arbeiders besloten daarom de sociaal democraten te steunen in plaats van
de communisten.
Anticommunisme
zorgde ervoor dat heel wat communisten vervolgd werden. Vaak kregen de
burgerlijke overheden hulp van de sociaal democraten, die bereid waren om de
kapitalistische staat te helpen met hun jacht op communisten.
Toen het
nationaalsocialisme in 1933 in Duitsland opdook, veranderde de communisten weer
van tactiek. Stalin wou nu dat de communisten gingen samenwerken met de sociaal
democraten, terwijl tussen 1928 en 1933 de sociaal democraten door Stalin
afgebeeld moesten worden als ‘’sociaal fascisten’’. De sovjet dictator had
gemerkt dat de arbeiders de sociaal democratische arbeiderspartijen steunde.
Dus introduceerde hij de Volksfront theorie.
Communisten
moesten samen met de sociaal democraten en leden van de progressieve burgerij,
een coalitie maken. Deze coalitie zou dan de fascisten buiten houden en voor
sociale veranderingen kunnen zorgen. Daarmee kun je Stalin vergelijken met de
reformisten, die wouden ook samenwerken met de burgerij.
Het Volksfront
kwam in Spanje voor het eerst aan de macht. De communisten van de Spaanse Communistische Partij steunde de
republikeinse burgerlijke regering van Spanje. Antistalinistische socialisten
grepen samen met anarchisten in 1936 de macht in Zuid-Spanje. Daar werd het
kapitalisme afgeschaft en namen arbeidersraden de macht over. De republikeinse
regering was woedend en stuurde stalinistische milities naar het zuiden.
De sociaal
democraten waren officieel nog steeds aanhangers van het marxisme. Ondanks hun
reformisme was het socialisme nog steeds hun einddoel. Dat was ook de oorzaak
waarom veel burgerlijke regeringen liever geen sociaal democraten als
coalitiepartners hadden. Die ‘’rooien’’ waren niet te vertrouwen, vooral
christenen en conservatieven waren zeer antisocialistisch.
Toen de nazi’s
in 1939 aan de tweede wereld oorlog begonnen, mochten de communisten van Stalin
niets tegen Hitler doen. De Sovjet Unie had namelijk een pact gesloten met Nazi
Duitsland en Stalin wou Hitler ten vriend houden. Terwijl Duitsland Europa
veroverde, moesten de communisten zich koest houden. Pas in 1941, toen de
Duitsers de Sovjet Unie aanvielen, was Adolf Hitler opeens de grote schurk.
Stalin gaf toen pas toestemming om de nazi’s in bezet Europa te bestrijden.
Na 1945 was oost
Europa stalinistisch geworden. Oost Duitsland, Polen, Bulgarije, Roemenie en
Tsjecho-Slowakije kregen allemaal het sovjet stalinistische politieke systeem.
Voor de anticommunistische sociaal democraten kwam dat goed uit. De communisten
konden door hun steun aan Stalin, prachtig neergezet worden als aanhangers van
een dictatoriale ideologie.
In de jaren 50
was het anticommunisme enorm hoog. Zo hoog zelfs dat de sociaal democraten
afstand gingen nemen van het socialisme. Socialisme werd niet meer hun
einddoel. De sociaal democratie moest een ideologie worden voor iedereen. In
plaats van een socialistische samenleving streefde de sociaal democraten, een
sociale kapitalistische samenleving na. Men kan dus zeggen dat de sociaal
democraten na 1945, hun geloof in het socialisme steeds vaker opgaven voor
regeringsdeelname.
In de loop der
jaren zaten de sociaal democraten vaak in coalities met de christen democraten.
Sociale politiek was wel iets waar de christenen zich in konden vinden. Daarmee
hadden de sociaal democraten hun coalitiepartner gevonden. Ook al waren de
christen democraten zeer antisocialistisch, toch waren ze bereid om vaak samen
te werken.
Wat wou de
sociaal democratie bereiken?
-
Progressieve belastingen, zodat de sociale zekerheid
betaald kon worden
-
Eerlijke lonen en een 8-urige werkdag
-
Opbouw van de verzorgingsstaat
-
Een sociale markt economie, met een grote rol voor de
overheid
De liberalen
waren altijd felle tegenstanders van overheidsbemoeienis geweest. Tussen 1945
en 1990 was het ondenkbaar dat sociaal democraten en liberalen ooit met elkaar
zouden kunnen samenwerken. Het was de christen democratie die altijd aan de
macht was. Soms aan de kant van de sociaal democraten en soms aan de kant van
de liberalen.
Over algemeen
waren de reformistische sociaal democraten na 1945 pro-Amerikaans. Zowel de
Nederlandse; Partij van de Arbeid als
de Sociaaldemocratische Partij van
Duitsland, kozen de kant van Amerika tijdens de koude oorlog. De
stalinisten van de Communistische Partij
van Nederland stonden dan weer aan de kant van Moskou.
Was de sociaal
democratie nu socialistisch bezig? Nee, als je bekijkt wat het socialisme
nastreeft, dan merk je dat de sociaal democraten nooit het socialisme invoerde.
De media van de burgerij zette de sociaal democraten vaak neer als ‘’rode
honden’’, maar echt een gevaar voor de burgerij waren de sociaal democraten na
1945 nooit.
In Scandinavië
kwamen de sociaal democratische arbeiderspartijen bijna altijd aan de macht.
Rechtse partijen konden nooit voorkomen dat de heersende sociaal democraten een
verkiezing verloren. De landen; Noorwegen, Finland, Zweden en Denemarken werden
enorm welvarend en er heerste een grote sociale zekerheid. De levensstandaard
in Noord Europa is nog altijd het hoogste van de gehele wereld.
Maar de
droomwereld van de sociaal democraten hield niet eeuwig stand. Het kapitalisme
was het zat om aan de hoge eisen van de sociaal democraten te voldoen. Die hoge
belastingen, de hoge loonkosten en de invloed van de staat, waren hun een doorn
in het oog.
Het werd een
enorm succes. China besloot om de vrije markt nog meer ruimte te geven. Na de
ondergang van het stalinisme in 1990 opende China haar arbeidsmarkt voor het
buitenlandse kapitalisme. Het kapitalisme vierde feest. Meteen vertrokken
duizenden bedrijven naar China omdat daar de loonkosten veel lager waren dan in
Europa.
Dat zorgde in
het westen voor sociale onrusten. Arbeiders kwamen op straat te staan en
verloren hun baan. De sociaal democraten raakte in paniek en onder invloed van
de anticommunistische liberalen, lieten de sociaal democraten hun linkse
idealen opzij zetten. De kapitalisten moesten weer terug gelokt worden. Daarom
besloten de sociaal democraten, de christen democraten en de liberalen om het neoliberalisme
in te voeren.
Wat is het
neoliberalisme?
-
Privatisering van overheidsbedrijven
-
Marktwerking in bijna alle sectoren van de economie
-
Lagere belastingen voor het bedrijfsleven
-
Vermindering van de sociale zekerheid
-
Ontslagrecht versoepelen
Het eerste
neoliberale kabinet in Nederland, was paars 1 van Wim Kok. Dit kabinet was een
coalitie tussen de Partij van de Arbeid
( sociaal democraten ) en de Volkspartij
voor Vrijheid en Democratie ( liberalen ). In 1994 begon Wim Kok met de
privatisering van de overheidsbedrijven. Volgens liberale logica zouden deze
bedrijven dan beter draaien.
Veel
overheidsbedrijven draaide vaak inefficiënt. Dat kwam omdat de staatsmanagers
vaak geen benul hadden van wat ze moesten doen. De staat kon vaak niet goed de
behoeftes van de mensen centraal inschatten. Logisch ook want de arbeiders
hadden geen invloed op de staatsbedrijven. De bedrijven werden bestuurd door de
burgerlijke staat en die bepaalde de koers.
Eenmaal
geprivatiseerd ging het echter niet altijd goed. De post en de spoorwegen
werken nog altijd niet perfect. In plaats van lagere tarieven en goedkope
treinkaartjes, wordt alles duurder en duurder. De paarse kabinetten maakte er
een bende van. De sociaal democraten verloren daarmee hun linkse imago en
werden vaak salonsocialisten genoemd. Dat kwam omdat vaak leden van de burgerij
voor de sociaal democratische arbeiderspartijen, in het parlement zaten op hoge
salarissen.
Van het
stalinisme was niets terecht gekomen. In de Sovjet Unie bestuurde een
bureaucratische elite de staat en de economie. Nooit hadden de arbeiders enige
vrijheid of invloed. In 1985 koos de Communistische
Partij van de Sovjet Unie een nieuwe leider. Michail Sergejevitsj Gorbatsjov werd de generaal secretaris en daarmee
staatshoofd van de Sovjet Unie.
Hij merkte dat het stalinisme totaal mislukt was. Maar in plaats van het
socialisme in te voeren, besloot Gorbatsjov om net als Deng Xiaoping te gaan
experimenten met het kapitalisme. In tegenstelling tot wat veel westerse mensen
denken, wou Gorbatsjov helemaal geen democratie invoeren. Hij wou de elite van
de communistische partij aan de macht houden. Alleen de centralistische plan
economie van de Sovjet Unie wou hij laten vervangen door een gedeeltelijke
markt economie.
In december 1991 kwam een einde aan de Unie van Socialistische Sovjet
Republieken. De ondergang van het zogenaamde ‘’communisme’’ had een enorme
invloed op de sociaal democratie en op alle arbeiderspartijen.
Wat waren de gevolgen van de ondergang van het ‘’socialisme’’ in de
Sovjet Unie?
-
Rechtse partijen verklaarde dat
het socialisme mislukt was
-
De sociaal democraten lieten
hun oude socialistische principes volledig in de steek
-
De communistische partijen
verdwenen van het politieke toneel
-
Aanhangers van het kapitalisme
beweerde dat men nu de vrije markt moest aanvaarden.
Ondanks de ondergang van het stalinisme, bleven
twee landen trouw aan de klassieke stalinistische koers. Het eerste land was
Cuba en andere land is Noord Korea.
Cuba was in 1961 stalinistisch geworden, toen
Fidel Castro het land ‘’socialistisch’’ noemde. Noord Korea was als
stalinistische volksrepubliek door de Sovjet Unie in 1948 gesticht. Kim Il Sung
werd de ‘’almachtige’’ en ‘’geliefde’’ leider van dit land. Deze twee landen
zijn nu de laatste landen waar het kapitalisme nog niets te zeggen heeft.
De antistalinistische revolutionair socialisten
hebben nooit echt een rol gespeeld tijdens de koude oorlog. Politiek links was
toen verdeeld tussen de sociaal democraten en de stalinisten. Toch zijn er
altijd socialisten geweest die fel antikapitalistisch en antistalinistisch
waren. Henk Sneevliet is het Nederlandse voorbeeld en Leon Trotsky het
Russische.
Er zijn altijd revolutionairen geweest die trouw
zijn gebleven aan de originele marxistische ideologie. Ze hebben zich niet
laten misleiden door de reformistische sociaal democraten of de verraderlijke
stalinisten. Helaas zijn ze nooit erg groot geworden. Maar de toekomst bied
kansen. In 2008 werd de Ierse socialist; Joe Higgins gekozen in het Europese
parlement. Higgins behoord tot de trotskistische socialisten en is een felle
tegenstander van zowel de sociaal democratie als het stalinisme.
Door de verrechtsing van de sociaal democratie ontstond
een vacuüm. Dit vacuüm werd opgevuld door rechtse populisten en hervormde
stalinisten ( SP, DIE LINKE ). Nieuwe linkse formaties proberen de nu
burgerlijke sociaal democraten met hun eigen sociaal democratie te bevechten.
Helaas bieden dit soort nieuwe linkse partijen, weinig revolutionaire
alternatieven. Partijen zoals de Nederlandse; Socialistische Partij en de Duitse; DIE LINKE, blijven sociaal
democratisch en hebben geen duidelijk revolutionair socialistisch
programma.
Een Socialistisch Alternatief blijft dus een
noodzakelijkheid.
Leden van de rechtse; Tea Party
Beweren dat Hitler een socialist was
Hoe dom kun je zijn?