Tot de 19de eeuw waren veel van die koloniën eigendom van de Spanjaarden die hun cultuur en religie op de bevolking afdwongen. Echter het Spaanse imperium hield het na 300 jaar voor gezien en al haar koloniën werden onafhankelijk. Ook de Portugese kolonie Brazilië kreeg de onafhankelijkheid. Na de onafhankelijkheid werd Latijn Amerika een basis voor het Amerikaanse kapitalisme. Vooral na de tweede wereld oorlog kreeg de Amerikaanse economie enorm veel greep op de Latijnse landen.
Corruptie en dictaturen
volgde elkaar op, vooral in Cuba waar in 1951 de rechtse dictator Batista aan
de macht was gekozen. Batista zorgde voor een corrupt Cuba, waar Amerikaanse
bedrijven voor een appel en een ei arbeiders
konden inkopen en uitbuiten. Maffia organisaties maakte enorme winsten door
uitbuiting en moderne slavernij. In 1953 steunde de CIA en het Amerikaanse
kapitalisme een rechtse staatsgreep tegen de linkse president van Guatemala. President Jacobo Arbenz Guzmán, wou Amerikaanse bedrijven onteigenen waaronder de United Fruit Company. Als
reactie op de onteigening steunde de kapitalistische bedrijven een rechtse staatsgreep.
Na de staatsgreep werd ook Guatemala net als Cuba een gokcenter voor uitbuiting
en onderdrukking.
Eind jaren 50 echter gingen
dingen veranderen. In 1959 voerde Fidel Castro een revolutie uit tegen de
corruptie van Batista. Het rechtse regime werd verslagen en Batista vluchtte
naar het fascistische Spanje. Fidel Castro stichtte een linkse dictatuur in
Cuba en nationaliseerde alle buitenlandse bedrijven. Het Amerikaanse
imperialisme was met stomheid geslagen, vooral omdat Fidel heel populair was in
Cuba.
In 1961 verklaarde Castro
zich communistisch en Amerika kreeg een pro Sovjet eiland vlak voor de kust van
haar zuidelijke staat Florida. Uit angst dat Fidel’s revolutie ook andere
landen zou treffen stelde de V.S een handels embargo in. Ook probeerde
president Kennedy verschillede moord pogingen uit te voeren op Fidel Castro.
Nog in 1961 probeerde de nieuwe Kennedy regering om via een mini invasie af te
rekenen met het pro sovjet regime van Fidel Castro. Met 1500 anticastro
soldaten probeerde de V.S om Castro te verslagen. Dit mislukte en Castro werd
populairder dan ooit.
President Allende van Chili kwam in 1970 aan de macht. Anders dan Fidel Castro wou hij
het socialisme via de democratie bereiken. Echter het Amerikaanse imperialisme
zat niet stil. De United Fruit Company kon het zich niet veroorloven om nog
meer grond te verliezen ( ze verloren al hun hele bezit in Cuba in 1961 ).
Samen met rechtse militairen en steun van de CIA voerde ze een staatsgreep uit
tegen Allende die daarop zijn leven verloor. Chili werd een rechtse militaire
dictatuur die tot de jaren 90 zou blijven bestaan.
Na de val van het Stalinisme
in 1992 in de Sovjet Unie kwam er ook een einde aan de militaire dictaturen in
Latijn Amerika. Chili werd weer een democratie en ook andere dictaturen liepen
weer naar de democratie. Alleen Cuba weigerde om haar stalinistische politiek
op te geven. Fidel Castro bleef keihard doorzetten om zijn revolutie in leven
te houden.
In 1999 kwam in Venezuela een
nieuwe linkse president aan de macht. Hugo Chavez was de eerste president die
beloofde om het land eerlijker en socialer te maken. Het Amerikaanse
imperialisme dat net dacht gewonnen te hebben van het socialisme was geschokt.
Vier jaar later in 2002 probeerde rechtse militairen een staatsgreep tegen
Chavez. De nieuwe rechtse regering werd meteen gesteund door de V.S. Maar dit
keer bleven de burgers van Venezuela niet binnen. Duizenden gingen de straat op
om voor Chavez te vechten. De rechtse media probeerde de pro Chavez
demonstranten af te beelden als gewelddadige beesten, maar dat hield hun niet
tegen. Chavez keerde terug naar de macht en de rechtse tijdelijke regering werd
weer afgezet.
Het Amerikaanse imperialisme
leed nog een nederlaag toen in Bolivia een andere linkse president aan de macht
kwam. Samen met Fidel Castro keerde Hugo Chavez en Evo Morales van Bolivia zich
tegen het V.S kapitalisme. Ook in Brazilië kwam een linkse president aan de
macht genaamd Lula en Amerika voelt de gevaren van het socialisme weer
helemaal.
In 2012, is de situatie de laatste tien jaar niet veel veranderd. Het is juist voordelig voor het Amerikaanse
Imperialisme gelopen. De Braziliaanse president Lula is van links naar centrumlinks gegaan en heeft zijn revolutionaire ideeën opzij gezet voor ''sociale'' kapitalistische idealen. Ook in Venezuela is de revolutie niet echt ver
gekomen. Het kapitalisme heerst nog steeds, ondanks dat Chavez van alles
schreeuwt.
Hugo Chavez won dan wel de
laatste verkiezingen, maar zijn reformistische houding maakt hem langzaam
minder populair. Rechts maakt dankbaar misbruik van de zwakte die de revolutie
laat zien. Ook Evo Morales laat het kapitalisme nog gewoon toe in Bolivia.
Daarom is er van revolutionair socialisme nog niet veel te merken.
Colombia is het enigste land,
waar rechts nog helemaal regeert. Liberale en conservatieve partijen wisselen
elkaar steeds af. Waarom is links zo zwak in Colombia? Antwoord: De FARC. De
FARC ( Spaans voor Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia ) is een
zelfuitgeroepen marxistisch leger dat zich tegen het kapitalisme zou keren. De
FARC was opgericht om het maffia kapitalisme te bevechten tegen de rechtse
milities. Tegenwoordig echter is de FARC een terroristische bende geworden.
Politici worden door hun ontvoerd en ze zitten diep in de drugshandel. De FARC
heeft haar marxistische idealen verraden door terreur, drugshandel en
ontvoeringen. Toch vechten nog best veel jongeren voor de FARC waarom? Omdat
Colombia zeer arm is. Er is veel armoede en de rijke Colombianen leven in luxe huizen terwijl de meeste Colombianen in krottenwijken leven.
De toekomst zal laten zien
hoe het verder gaat met de socialistische revolutie in Latijn Amerika. Zal het
Amerikaanse Imperialisme onder Barak Obama door gaan met het steunen met
rechtse politici tegen de linkse presidenten? Zullen Chavez en Morales ook hun
revolutionaire idealen opgeven voor de sociaaldemocratie zoals Lula dat deed?
Dat ligt aan de burgers van die landen, willen ze nog onder het kapitalisme
leven? Of zetten ze de juiste stap naar het revolutionaire democratische socialisme?