De degeneratie van de sociaal democratie

De sociaal democratie was tot de val van de muur het linkse gezicht van Europa. Waar de communisten gezien werden als een groot gevaar voor de vrijheid van Europa werden de sociaal democraten getolereerd door de kapitalistische elite. De degeneratie van de sociaal democratie begon al in de tijd van Karl Marx en Friedrich Engels. Toen waren alle linkse ideologieën verenigd in de sociaal democratie zowel revolutionairen als reformisten.

Eduard Bernstein kan gezien worden als de eerste reformistische socialist. Hij was tegen het revolutionaire socialisme en was daarmee ook een tegenstander van Karl Marx. Bernstein vond dat het kapitalisme nodig was voor het socialisme. Via het kapitalisme zouden de arbeiders in staat zijn om het socialisme te bereiken. Hij pleitte dus niet voor de afschaffing van het kapitalistische systeem. Hoewel hij een reformist was bleef Bernstein wel overtuigd socialist. Het evolutionaire socialisme was zijn ideaal, hij kan daarom gezien worden als de vader van de reformistische ideologie binnen het socialisme.

Types zoals Bernstein vonden dat de arbeiderspartijen coalities moesten maken met andere progressieve burgerlijke partijen. Toch was de kapitalistische wereld nog niet bereid om de sociaal democraten te vertrouwen. Ondanks hun reformistische houding waren ze nog te revolutionair voor de conservatieve burgerij. Toen in 1914 de eerste wereld oorlog uitbrak steunde bijna alle sociaal democratische partijen de oorlog. Linkse sociaal democraten zoals Lenin, Luxemburg en Trotsky keerde zich fel tegen de oorlog en werden al snel gehaat door de imperialistische landen.

Na vier jaar van oorlog grepen de revolutionaire sociaal democraten in Rusland de macht. Alleen de naam ‘’sociaal democraat’’ paste niet meer binnen het revolutionaire socialisme. Lenin en zijn bolsjewieken besloten zich communisten te noemen. Daarmee splitste zich de revolutionaire socialisten los van de sociaal democratische ideologie. In Duitsland besloten de sociaal democraten van de SPD ( Sozialdemokratische Partei Deutschlands ) een regering te vormen met de burgerlijke partijen. Maar eerst moest de SPD het kapitalisme redden van een socialistische revolutie. Want in zuid Duitsland hadden revolutionairen de macht gegrepen na de val van de monarchie. Deze revolutionaire marxisten vormde een bedreiging voor het Duitse kapitalisme, daarom stuurde de sociaal democraten een rechtse paramilitaire groep genaamd het Freikorps, op de revolutionairen af.   

Het Freikorps deed goed haar werk. De revolutie werd neergeslagen en de sociaal democraten konden een coalitieregering vormen met de burgerlijke elite. Hier begon het grote verraad der sociaal democratie. Veel andere Europese sociaal democraten volgde het Duitse voorbeeld. Toch bleef men geloven in het idee van Bernstein dat na het kapitalisme het socialisme zou komen. Alleen dan moest dat kapitalisme wel ondersteunt worden en versterkt zijn.

Terwijl de sociaal democratie degenereerde, begonnen ook de revolutionaire marxisten afstand te nemen van de oorspronkelijke socialistische ideologie. Met de komst van Stalin in 1924 ging het ook bergafwaarts voor de communisten. Vooral de intolerantie tegen de sociaal democratie speelde een grote rol in de degeneratie van de communisten. Van 1928 tot 1932 moest elke communistische partij van Stalin de sociaal democraten neerzetten als ‘’sociaal fascistisch’’. Hiermee dacht de grote sovjet leider dat hij de steun van de sociaal democratische arbeiders zou winnen.

Maar die arbeiders waren niet te winnen. Vooral in Duitsland werden de arbeiders moe van die eeuwige ruzies tussen de communisten en de sociaal democraten. Ook de slechtte Duitse economie werd er niet beter op. De sociaal democraten hadden het verpest, dus keek men naar een ander iemand voor hoop en brood. Die iemand bleek een antisemitische nationaal socialist te zijn genaamd; Adolf Hitler.

Hitler en zijn fascistische ‘’Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij’’ wonnen de verkiezingen keer op keer. In 1933 werd hij rijkskanselier en verbood meteen de communistische partij. Daarna werden alle andere partijen in Duitsland ook verboden. De stalinistische communisten begrepen pas toen dat de sociaal democraten nodig waren om het fascisme te bestrijden.

In Spanje verenigde zich de sociaal democraten samen met de stalinisten in het linkse Volksfront. Dit front won in 1936 de verkiezingen. Maar de nu burgerlijke sociaal democraten geloofde nog heilig in de Bernstein ideologie. Dus werd er geen socialisme ingevoerd. De stalinisten steunde de linkse burgerlijke regering en daarmee een kapitalistisch bewind.

De Spaanse burgeroorlog eindigde echter in een nederlaag. Het Volksfront verloor de burgeroorlog en werd in Franco’s nieuwe fascistische Spanje verboden. 200.000 antifascisten werden vermoord en het land zou meer dan 30 jaar onder fascistisch bestuur komen te staan.

Tijdens de tweede wereld oorlog was er spraken van echte eenheid tussen de burgerij en de linkse ideologieën. Stalin liet zelfs in 1943 de Communistische Internationale ontbinden om de kapitalistische grootmachten tevreden te houden. In koloniale gebieden mochten communisten niet in opstand komen tegen de overheersers en de sociaal democraten steunde als trotse patriotten het kolonialisme van de burgerij.

Het socialistische ideaal van arbeidersdemocratie werd door zowel de sociaal democraten als de stalinisten verraden. Na de oorlog bleek dat zeer duidelijk. In het westen besloten de sociaal democraten om volledig af te stappen van het idee om het socialisme te realiseren. In het oosten grepen  de stalinisten de macht en daardoor werd het revolutionaire socialisme gelijkgeschakeld met het totalitaire stalinisme.

Coalitiepolitiek werd heel normaal voor de sociaal democraten. Om de burgerlijke partijen tevreden te houden namen ze afstand van hun socialistische idealen. In plaats van een socialistische maatschappij, werd een sociale kapitalistische maatschappij hun doel. Daar konden sommige burgerlijke partijen mee leven. Dus mochten de sociaal democratische arbeiderspartijen meedoen met de grote kapitalistische jongens.

Toch was het grote geld nooit blij met die linkse rakkers. Het idee dat de arbeiders zouden overlopen naar de communisten was echter een veel groter gevaar. Dus tolereerde de kapitalisten de sociale markt economie van de sociaal democraten. De christen democraten konden zich in de sociale politiek wel vinden, het waren de liberalen die altijd tegen elke vorm van overheidsmacht bleven.

De sociaal democratie was niet verantwoordelijk voor de grote sociale revolutie van 1968. Ondanks hun progressieve politiek waren de sociaal democraten altijd gebonden aan de coalitieakkoorden. Die zorgde er altijd voor dat de sociaal democraten nooit te links werden in hun opvattingen. Het waren vooral linkse jongeren die in 1968 in opstand kwamen tegen de heersende cultuur. Jongeren wouden vrij zijn en veel hadden revolutionaire opvattingen. Helaas liepen te veel van hun, in de handen van de stalinisten en maoïsten ( Chinese versie van het stalinisme ). Daarom kwam het nooit tot een echte vereniging van arbeiders en jongeren.

Toch kreeg de sociaal democratie een impuls van deze revolutie. Sociaal democraten werden meer links en kozen de kant van het volk. De sociale zekerheid werd ingevoerd en de arbeiders kregen bescherming van de staat. Maar de sociaal democraten gingen nooit verder dan hun idee van een sociale markt economie. Toen de arbeiders en jongeren merkte dat de sociaal democratie niet verder wou dan sociaal kapitalisme verloren ze het vertrouwen in hun arbeiderspartijen.

De sociale markt economie van de sociaal democraten en christen democraten liep begin jaren 80 vast. De kapitalisten waren de overheid regeltjes zat, ze wouden minder regels en goedkopere arbeiders. Veel bedrijven verlieten Europa en vestigde zich in India of China. De liberalen besloten de kapitalisten terug te lokken. Volgens hun moest het voorbij zijn met de tijden van sociale zekerheid en bescherming van de overheid. De liberalen wouden het bedrijfsleven teruglokken met een nieuwe formule; het neoliberalisme.

Het neoliberalisme betekend minder overheid en meer markt. Privatisering van staatsbedrijven en marktwerking in bijna alle sectoren van de economie. De markt was god, concurrentie was koning. Dat leek het groot kapitalisme wel wat. Vooral de anticommunistische Ronald Reagan van de Verenigde Staten steunde dit ideaal van meer markt, minder overheid. Volgens deze president moest de overheid zeer klein zijn en de kapitalistische markt enorm. De vrije markt economie moest alles oplossen en via concurrentie en marktwerking zouden de prijzen laag blijven. Dat waren de propaganda praatjes, de werkelijkheid werd rampzalig.

De golf van het neoliberalisme sloeg ook toe in het stalinistische oosten. China besloot in 1983 speciale economische zones op te richten. In deze zones mochten de westerse kapitalisten gebruik maken van de goedkope Chinese arbeiders. Met de komst van Gorbachyov in 1985 kwam het einde voor het stalinisme in zicht. Gorbachyov zag in dat de stalinistische centralistische economie niet meer werkte. Hij wou een kapitalistische Sovjet Unie oprichten, daarmee wou hij in feite terug naar de tijden 1921-1928 toen de Sovjet Unie een markt economie had.

De kapitalisten zagen hun kans om het oosten te ‘’bevrijden’’ van de stalinistische juk. Ze begonnen propaganda te maken over het luxe vrije westen. Over vrijheid en democratie, over welvaart en tevredenheid. Al deze stunts moesten er voor zorgen dat de burgers in het oosten in opstand kwamen tegen het stalinisme. In 1989 begon dat stalinisme uit elkaar te vallen. In oost Duitsland werd de grens geopend en duizenden trokken naar het westen om getuigen te zijn van de welvaart en de luxe. Verleidt door beloftes over rijkdom stemde de burgers van oost Europa bij de eerste vrij verkiezingen, op kapitalistische partijen.

Het neoliberalisme vierde feest. Het ‘’socialisme’’ was verslagen brulde de media honden van het grote geld. ‘’De sociaal democratie moest zich nu helemaal kapitalistisch opstellen’’ was hun mening. Voor veel linkse denkers kwam de val van de Sovjet Unie hard aan. Velen verloren hun ideaal en capituleerde voor de rechtse logica. Begin jaren 90 accepteerde de sociaal democratie dan ook het neoliberalisme. Nu begonnen ook de sociaal democraten met privatiseringen en bezuinigen.         

De val van het stalinisme had een zeer grote invloed op de sociaal democratie. Nu de Unie van Socialistische Sovjet Republieken ( USSR ) niet meer bestond was de weg vrij voor het wereldwijde kapitalisme om zich uit te roepen tot heer en meester van deze aarde. De sociaal democraten accepteerde de leugen dat het socialisme mislukt was. Verschillende arbeiderspartijen besloten het neoliberale programma op te nemen in hun ideologie. Deze stap werd de derde weg genoemd, in realiteit maakte bijna alle linkse partijen een stap naar rechts.

Ondertussen zorgde de nieuwe burgerlijke regeringen van oost Europa voor massieve privatiseringen. Terwijl een nieuwe elite steenrijk werd, werden de arbeiders arm en verloren ze hun beroepen. De gezondheidzorg kostte opeens geld, onderwijs was niet meer gratis! Lonen bleven laag, terwijl de kosten voor voedsel en levensonderhoud enorm stegen. De zogenaamde vrije markt bracht geen welvaart voor de meerderheid van de oost Europese arbeiders.

De ex stalinisten besloten om deel te worden van de sociaal democratie. Veel voormalige stalinisten werden sociaal democraten en konden zo hun beroep als politici blijven uitoefenen. Net als vroeger bleven ze een elite op zich. Veel ex stalinisten gingen ook de zakenwereld in en werden vaak steenrijk als kapitalist. De arbeiders hoopte dat de oude stalinisten hun zouden beschermen, maar niets bleek waar. Ook al kwamen ze aan de macht, vaak werden toch wel neoliberale coalities gevormd met de burgerlijke partijen!

Toen de 21ste eeuw aanbrak was de sociaal democratie volledig gedegenereerd. Honderd jaar geleden was het begrip ‘’sociaal democraat’’ nog een term voor mensen die een socialistische maatschappij nastreefde. Tegenwoordig staan sociaal democraten bekend als draaikonten, salonsocialisten of multiculturele theedrinkers ( Een term van Geert Wilders ). Ze praten links, maar regeren rechts. Het is daarom logisch dat men zoekt naar een alternatief op de neoliberaal geworden sociaal democratie.

In verschillende landen leek zo’n alternatief te bestaan. In Nederland was de Socialistische Partij de derde partij van het land tussen 2006 en 2010. In Duitsland is de partij DIE LINKE een linkse concurrent van de nu neoliberale SPD. Terwijl de oude sociaal democraten nog altijd de macht hebben in Spanje en in Portugal, is de onvrede met hun neoliberale politiek ook daar groot. Helaas blijken die nieuwe linkse partijen vaak slechts klassiek sociaal democratisch van aard. Hun kritiek op de oude sociaal democraten is vooral kritiek op diens neoliberale koers en niet op het kapitalisme in geheel. Partijen zoals de SP lijken eerder de klassieke sociaal democratische formule te volgen dan de revolutionaire socialistische ideologie!


Wim Kok hier in 1987 als nieuwe leider van de PvdA!
Onder zijn leiding nam de partij afstand van het linkse
gedachtegoed. Anno 2014 werkt Kok met Chinese
kapitalisten!

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme