Tot de Russische revolutie van 1917, waren de baltische landen deel van het Russische Imperium. Ze behoorde tot het westerse Russische Rijk en hadden net als de rest van het Imperium zwaar te lijden onder de tsaristische regimes. Na de februari revolutie van 1917 grepen nationalistische groepen de macht in de baltische staten. Deze nationalisten wouden onafhankelijkheid en konden dankzij het chaos in Rusland tussen februari en oktober de macht in hun landen overnemen.
In oktober 1917 kwamen de
bolsjewieken aan de macht. Het nieuwe Sovjet Rusland viel meteen in een
burgeroorlog, met aan de ene kant de witte legers en aan de andere kant het
rode leger. Met de val van de Duitse monarchie in 1918 ontstond een vacuüm
waarin veel partijen streden om de macht in oost Europa.
In Letland werd een sovjet regime
geïnstalleerd dat populair werd onder de arbeiders. Echter de boeren wouden
niets weten van de socialistische revolutie. Ze weigerde om voedsel te
produceren voor de steden en saboteerde de voedsel voorziening. Hardhandig
voerde het Letse sovjet regime maatregelen uit tegen de boeren bevolking.
Hierdoor verloren de Letse bolsjewieken heel wat steun en al snel viel de Letse
Sovjet Republiek.
In Estland gebeurde het zelfde. Daar
werden de bolsjewieken ook verslagen en terug gedrongen naar Rusland. De
huidige regeringen van de baltische landen noemen die oorlog ook wel de
vrijheidsoorlog of de strijd om onafhankelijkheid. Dat is een leugen want het
was geen oorlog om vrijheid. Het was een oorlog om macht en echt vrij zouden de
arbeiders nooit worden.
In 1919 moest Sovjet Rusland zich
terug trekken uit de baltische landen. Met steun van de Duitse en witte legers
werden de bolsjewieken terug gedreven. De locale sovjet republieken werden
omver geworpen en hun leiders moesten vluchten. De Russische burgeroorlog liep toen
nog in het voordeel van de witte legers, daardoor was Lenin gedwongen om de
baltische landen op te geven.
Een jaar later in 1920 erkende Lenin
de onafhankelijkheid van; Estland, Letland en Litouwen. Veel aanhangers van de
bolsjewieken werden hard aangepakt. In Letland werden ze monddood gemaakt,
meteen al in 1920 en hun partij verboden ( Heel democratisch! ). In Litouwen
mochten de communisten tot 1926 hun mening zeggen, toen werden ze ook monddood
gemaakt met de opkomst van de Litouwse rechtse dictatuur. In 1924 probeerde de
Estse communisten zelfstandig een revolutie uit te voeren tegen de regering van
Estland. Die mislukte en de communistische partij verloor veel steun onder de
Estse bevolking.
Na de stalinistische contrarevolutie
in 1928 werd de Sovjet Unie het privé bezit van Joseph Stalin. Net als andere
Russische stalinisten, had hij flink de pest er aan dat het de Sovjet Unie niet
gelukt was om die landen ( Inclusief Finland) te veroveren in 1918. Stalin gaf
de locale communisten de schuld, volgens hem waren zij verantwoordelijk voor de
mislukte revoluties van 1918. Tijdens de grote zuiveringen in de Sovjet Unie
tussen 1934 en 1936 liet Stalin bijna alle communistische vluchtelingen uit de
baltische staten executeren.
Ondertussen waren twee van de drie
baltische staten autoritaire dictaturen
geworden. Kārlis Ulmanis was de eerste premier van Letland en ook haar eerste
dictator. In 1934 trok hij alle macht naar zich toe en voerde een autoritair
regime. Antanas Smetona werd de
autoritaire president van Litouwen, nadat hij in 1926 de macht had overgenomen.
Grote delen van Litouwen waren geannexeerd door Polen, Smetona bestuurde slechts een klein gedeelte van het hedendaagse Litouwen.
In de jaren dertig werd Oost Europa
bestuurd door dictators. Deze dictators ware genadeloos voor communisten en
socialisten. Alleen al in Hongarije werden 5000 linkse burgers vermoord door
het regime van István Bethlen. In 1939 vielen de Duitsers Polen binnen. De
Sovjet Unie viel op haar beurt oost Polen aan en bezette daarbij ook nog eens
Letland, Estland en Litouwen. Stalin was tevreden, hij had de baltische naties
weer terug veroverd. Toen zette hij zijn ogen op Finland, maar daar liet het
geluk hem in de steek. De winteroorlog van 1939-1940 werd gewonnen door de
Finnen. Woedend liet Stalin duizenden officieren neerschieten. Maar het was
zijn eigen incompetentie die er voor zorgde dat het rode leger de winteroorlog
verloor.
Door de sovjet bezetting ontstond een
anticommunistisch gevoel bij veel burgers van de baltische naties. Toen de
nazi’s in 1941 de aanval openende op de Sovjet Unie werden ze als helden binnen
gehaald in de baltische landen. De nazi propaganda machine maakte daar dankbaar
misbruik van om de baltische landen neer te zetten als anticommunistisch, die blij
waren met de Duitse “bevrijding”
En inderdaad veel baltische soldaten
deden mee met de Waffen SS en de Wehrmacht. Ze pleegde daarbij ook misdaden
tegen de mensheid en terroriseren de sovjet bevolking. Maar in eigen land
merkte ze al snel dat de nazi’s niet veel beter waren dan Stalin en zijn
boeven. Toen de baltische burgers zich gingen verzetten begonnen de nazi’s met
hun gruwdaden. Joden werden massaal vervolgd en gedeporteerd naar
concentratiekampen.
Eind 1944 bereikte het rode leger de baltische staten. De Duitsers werden verjaagd en de stalinisten herstelde hun gezag. Nationalistische partizanen probeerde zich te verzetten, maar werden één voor één opgejaagd en geëxecuteerd. Stalin’s wraak was enorm. Alleen al in Letland werden 120.000 burgers gedeporteerd naar sovjet concentratiekampen. Na de oorlog moesten de baltische staten de sovjet economie accepteren en zo begon 40 jaar van Sovjet bezetting en onderdrukking.
In Estland vochten de partizanen nog
tot 1956 tegen het stalinistische bewind. In 1949 gaven 9000 van hun zich over
aan de Sovjet autoriteiten. Na de mislukte opstand van de Hongaren in 1956,
gaven de laatste 700 strijders zich over. Stalin’s dood zorgde er voor dat het
terreur tegen de baltische staten verminderd werd. De Sovjet Unie deed enorm
haar best om de landen te industrialiseren. Toch bleef diep in de bevolking een
haat bestaan tegen het Russische stalinisme dat ze foutief aanzagen als
communisme.
De baltische staten werden altijd
gezien als bezette gebieden door het westen. Maar zich echt inzetten voor die
mensen durfde de westers landen niet. Nee, Estland, Letland en Litouwen waren
deel van de USSR, dat moest men maar accepteren. En inderdaad 40 jaar lang deed
iedereen alsof het normaal was dat drie landen bezet waren. De burgerlijke
media berichtte vaak over oost Duitsland, Polen en Hongarije, maar over de
bezette baltische staten werd weinig gezegd.
Na de opkomst van Gorbatsjov in 1985
kwam het oude nationalisme terug. Jongeren wouden westerse vrijheid en
demonstreerde tegen het sovjet bewind. In 1989 viel de muur en al snel
verklaarde zich de baltische staten weer onafhankelijk van Rusland. Deze keer
accepteerde de Sovjet Unie hun onafhankelijkheid. Na de val van het stalinisme
in 1991, begonnen de baltische geschiedenis schrijvers met de gelijkschakeling
van het communisme met het stalinisme.
Die gelijkschakeling begon al in de
jaren 90. De communistische partijen van de baltische sovjet republieken werden
bij wet verboden. De rode ster en de hamer en sikkel ook. Het communistische
ideaal werd gelijkgeschakeld met het stalinistische terreur regime van Stalin.
De kapitalistische regeringen gaven het communisme de schuld van alle
ellende.
Oude fascistische strijders kregen weer aandacht in de baltische naties,
terwijl alle sovjet strijders neergezet werden als bezetters en duivels.
Tegenwoordig zijn Letland, Estland en Litouwen, economisch gezien niet
onafhankelijk. Ze denken dat ze het zijn, maar dat is een illusie. Ze zitten
gevangen in het net van het kapitalisme. Buitenlandse bedrijven besturen de
banken en industrie. Met de economische crisis op komst kan nog veel onheil
komen over de baltische arbeiders.
Tegenwoordig proberen de
nationalistische regimes in de Baltische staten het communisme zwart te maken. Ze
proberen een Europees verbod in te voeren op de rode ster en de hamer en
sikkel. Slim genoeg merkte men in Estland op dat deze symbolen echter meer zijn
dan wat Stalin er van gemaakt heeft. Terwijl men in Letland en in Litouwen
opgepakt kan worden omdat men een rode ster draagt, is dat nog niet het geval
in Estland. Toch schrijft hun geschiedenis nog altijd over de slechte Lenin die
hun vrijheid wou verwoesten. De slechte bolsjewieken die in 1917 hun land
wouden bezetten. Zo leren de jongeren hun geschiedenis. Geen wonder dat ze
anticommunistisch zijn, ze weten niet eens wat communisme inhoudt. Ze weten
alleen dat in naam van Lenin hun land werd bezet in 1945 en dat hun ouders 40
jaar lang onder dat ideaal moesten leven.
Maar de vraag blijft; Welke vrijheid
wouden de bolsjewieken verwoesten ? De vrijheid voor de nationalistische aanhangers
van die rechtse dictaturen die in de jaren 30; Letland en Litouwen bestuurde?
Of de vrijheid voor de kapitalistische elite, die de industrie in bezit had en
nu weer heeft? De baltische landen waren een speelbal in verschillende
visnetten. Duitsers en Russen probeerde die naties in hun macht te krijgen. Nu
kunnen de baltische burgers zich zelf besturen. Maar echt onafhankelijk zijn ze
nog steeds niet. Ze zitten nog altijd vast in het net van het wereld
kapitalisme.
Het gelijkschakelen van
socialistische symbolen met fascistische symbolen is een misdaad. Het is
inderdaad waar dat de stalinisten die symbolen misbruikt hebben voor hun
misdadige regimes, maar er zit ook een andere geschiedenis vast aan die
symbolen. Maar die geschiedenis willen ze niet weten. Dat de rode ster ook een symbool
van arbeidersvrijheid is, dat is
onbekend in de baltische landen. Sovjet symbolen zijn door Stalin misbruikt net
zo als het hakkenkruis door Hitler, dat ook geen slecht symbool van natuur is. Maar
de huidige rechtse regeringen willen dat juist laten geloven. Ze willen juist
dat de burgers anticommunistisch worden. Zo kan het kapitalisme haar greep op
de drie republieken vast houden en het enigste alternatief ( Socialisme ) neerzetten als totalitair
en slecht.
De
economische crisis van 2008 bracht veel ellende over de baltische republieken.
Vooral de arbeiders werden het slachtoffer. Jonge studenten kregen hoge
schulden en veel gezinnen leven van een zeer lage uitkering. Dit is dus de vrijheid
waar de kapitalisten in 1990 over brulden. De vrijheid van het grote geld, om
arbeiders en hun gezinnen uit te buiten. Voor Letland, Estland en Litouwen is
maar één oplossing mogelijk. Ze moeten zich verenigen in een Baltische Socialistische Federatie, die
de strijd aan gaat tegen het kapitalistische Europa en het imperialistische
Rusland. Alleen, maken de drie republieken geen schijn van kans tegen het internationale kapitalisme!
De Baltische republieken zijn nu 23 jaar zelfstandig!