Polen begon haar modern bestaan als deel van het Russische Keizerrijk en het Oostenrijks Hongaars Keizerrijk. Aan het begin van de 20ste eeuw was Polen geen zelfstandige staat, haar gebied was opgedeeld tussen de westerse imperialisten en de oosterse imperialisten. Veel Polen werden nationalistisch en hoopte op een vrij Polen. In 1916 probeerde de Duitsers een marionettenstaat te stichten in west Polen, dat door de eerste wereld oorlog; Duits gebied was geworden. Het Koninkrijk Polen moest een monarchistische staat worden. Joseph Klemens Pilsudski speelde een belangrijke rol bij de vorming van de Republiek Polen en was ook een belangrijke nationalistenleider.
Pilsudski had de kant van de Duitsers
gekozen tijdens de eerste wereld oorlog. Hij wou Polen bevrijden uit de klauwen
van het Russische Keizerrijk. Hij zag zijn kans in 1916, toen de Duitsers hem
vroegen om Poolse soldaten op te leiden. Pilsudski was leider van de Poolse Socialistische Partij, maar geen
revolutionair socialist. Hij wou een vrij en onafhankelijk Polen. Het
proletarische internationalisme paste niet in zijn nationalistische
opvattingen.
Toen het Koninkrijk Polen in 1916
werd gesticht kreeg Pilsudski een baan als minister van oorlog. Hij moest de
Poolse soldaten opleiden om tegen de Russen te vechten. De Poolse Wehrmacht
werd op Duits model opgebouwd. Echt nationalistisch was dat niet, maar
Pilsudski hoopte met Duitse steun een vrij Polen te krijgen!
In juli 1917 werd duidelijk dat
Duitsland de oorlog aan het verliezen was. Pilsudski wou niet langer deel uit
maken van de Duitse Wehrmacht. Hij gaf zijn soldaten het bevel om geen trouw
meer te zweren aan de Duitse keizer. Hierdoor werd hij opgepakt en zijn leger
ontbonden. Op 8 november 1918 werd hij echter vrij gelaten door de Duitsers.
Die hoopte dat hij een pro-Duitse Poolse staat zou leiden en ze stuurde hem
naar Warschau. Op 11 november werd Pilsudski door de Poolse bourgeoisie
aangesteld als leider van het nieuwe leger van de Republiek Polen. Toen de
socialisten hem vroegen om te pleiten voor de revolutie weigerde hij. Hij was
nu een minister en beweerde dat hij boven de principes van de Poolse Socialistische Partij stond.
Joseph Klemens Pilsudski werd door de
nationale regering uit geroepen tot staatshoofd. Hij zei dat hij geen
socialistische politiek zou voeren en dat hij loyaal was aan de principes van
een burgerlijk kapitalistisch Polen. De Poolse
Socialistische Partij had hiermee haar leider aan de bourgeoisie verloren.
Veel deed dat hem niet, hij was te druk met het opbouwen van de Republiek
Polen, die totaal verwoest was. De Duitsers hadden 10% van de welvaart
geplunderd, het land had 9 verschillende strafboeken, 5 munteenheden en 66
verschillende spoorwegen. Pilsudski moest van een armoedig verwoest land, een
burgerlijke natie maken dat goed stond in de ogen van de financiële markten en
de westerse landen.
Pilsudski werd echter niet meteen
vertrouwd door de westerse regeringen. Hij had samengewerkt met de Duitsers en
dat werd hem niet in vertrouwen afgenomen. De Fransen erkende daarom zijn
regering niet. Die kozen ervoor om een andere Poolse nationalist te erkennen,
die in Parijs een Poolse regering had gevormd. Pas later in 1919 zou het westen
de regering van Pilsudski erkennen.
Polen bemoeide zich in het begin niet
met de Russische burgeroorlog. Pilsudski moest niets hebben van de
anticommunistische Russen, want die wouden het Russische Keizerrijk weer opnieuw
oprichten. Dan moest Polen weer Russisch worden, wat een nachtmerrie voor hem
was. Het bolsjewistische Rusland leek op dat moment een beter alternatief. Dus
weigerde hij een alliantie met de anticommunisten in juli 1919. Dat heeft
vermoedelijk Lenin en zijn revolutie gered van de ondergang, want de
bolsjewieken stonden in 1919 zeer zwak.
De bolsjewieken hadden in 1918 al
geprobeerd om de revolutie te verspreiden in Polen. Dat was mislukt aangezien
het nationalisme sterker was dan het internationalisme van Lenin. Op 21 april 1920 besloot Polen toch een
alliantie aan te gaan met de anticommunisten in Oekraïne. Hun plan was om de
bolsjewieken uit Oekraïne te jagen en zo een burgerlijk onafhankelijk Polen en
Oekraïne te creëren. Zonder veel moeite veroverde de Poolse Oekraïense
Alliantie, de hoofdstad van Oekraïne. Toen sloegen de bolsjewieken terug!
Lenin verklaarde dat de Poolse en
Oekraïense anticommunisten bezig waren om het kapitalisme weer aan de macht te
helpen. Duizenden arbeiders en boeren sloten zich aan bij het Rode Leger en
versterkte zo de macht van de bolsjewieken. Toen die een aanval opende op
Polen, moest Pilsudski zijn leger uit Oekraïne terug trekken. Hierdoor
waren de anticommunisten te zwak en al snel werd Oekraïne bevrijd door het Rode
Leger.
Pilsudski leek verloren te hebben, de
Rode Legers naderde Warschau. Hier lukte Pilsudski echter iets dat hem een held
maakt bij de burgerlijke democraten van modern Polen. Met nationalistische
toespraken en een briljante strategie, lukte het hem om de bolsjewieken te
verslaan. Het was het Rode Leger niet gelukt om Warschau te veroveren in naam
van de socialistische revolutie. 66.000 rode soldaten werden gevangen
genomen, bijna 2/3 van het Rode Leger in Polen werd van de kaart geveegd.
Na de Poolse overwinning sloten Sovjet Rusland en Polen een verdrag. Hiermee kwam een einde aan de oorlog en begonnen de dagen van vrede, althans dat leek zo. Want de nieuwe Poolse grondwet van 1921, verklaarde dat Polen een parlementaire democratie werd geen presidentiële democratie. Pilsudski verloor enorm veel macht en dat beviel hem niet!
Tussen 1921 en 1926 was het onrustig.
De burgerlijke democraten maakte ruzies en vielen elkaar voordurend in de
haren. Uiteindelijk greep Pilsudski in. Op 12 mei 1926 begon hij een
staatsgreep. Hij kreeg steun van zijn voormalige kameraden van de Poolse Socialistische Partij en vreemd
genoeg ook van de Poolse Communistische
Partij. Later zou Stalin alle leiders van de partij arresteren omdat ze de
antirevolutionaire; Pilsudski steunde tijdens de staatsgreep van mei 1926. De Poolse Communistische Partij verging
tussen 1926 en 1939. De stalinistische zuiveringen en de anticommunistische
houding van de Poolse regering maakte het lastig voor de partij om nog goed te
functioneren. Toen de Sovjet-Unie in 1939 Polen binnenviel waren de stalinisten
zeer zwak met nauwelijks steun!
Om de schijn hoog te houden dat een
burgerlijk democratische regering aan de macht was, liet Pilsudski zich niet
uit roepen tot president van het land. Die eer kreeg Ignacy Moscicki. Deze man
moest de schijn hoog houden dat de burgerij aan de macht was en niet het
militair. Polen was echter een militaire
‘’democratie’’ onder maarschalk; Pilsudski. Per jaar liet hij minder vrijheden
toe
In 1935 stierf Joseph Klemens
Pilsudski. De stalinisten riepen dat hij een fascist en een kapitalist was. Dat
klopte niet helemaal, want de fascisten waren fel tegen hem. Kapitalistisch was
de ex-socialist zeker. Als president van een burgerlijke republiek heeft Joseph
Klemens Pilsudski, het internationale kapitalisme gediend.
Echter dit document gaat niet alleen
over het Polen van Joseph Klemens Pilsudski. Dit documenten gaat ook over de
Volksrepubliek Polen, de stalinistische staat die tussen 1945 en 1989 bestond.
Een ander Polen waar veel Polen tegenwoordig liever niet over spreken. Ze
spreken graag over het anticommunistische Polen, maar over het stalinistische
Polen mag alleen negatief worden gepraat. Zo erg is het anticommunisme in
Polen, zo erg zelfs dat echte linkse partijen nauwelijks bestaan.
De Volksrepubliek Polen was een marionet van de Sovjet-Unie. Dat is
waarom veel Polen er liever niet over spreken. Vooral de laatste jaren van het
stalinistisch regime waren hard, toen het militair heerste over Polen. De haat
tegen de ex-stalinisten is nog groot, maar wordt express groot gehouden door de
heersende klasse, die erop uit is om anticommunisme te verspreiden. De moderne
Republiek Polen kan echter niet bieden wat de kapitalistische democraten
beloofde, daarom zitten veel Polen in Nederland. Armoede en sociale
ongelijkheid heersen in het moderne Polen en dat wil de politiek van het
land niet aanvaarden.
Het Polen na 1945 was een enorme bende. De nazi’s hadden veel verwoest, meer dan 18% van de bevolking was uitgemoord. Stalin gaf de opdracht om een stalinistisch Polen op te bouwen. De Poolse soldaten die aan de kant van de westerse landen gevochten hadden mochten niet terug keren naar Polen. Ook de Poolse regering die zich in Londen bevond werd niet erkend door de stalinisten.
Er heerste veel haat tegen de
stalinisten. Dat is begrijpbaar want veel Polen wisten nog heel goed hoe Stalin
in 1939 met Hitler had samengewerkt. Daarom beval Stalin dat de Poolse Communistische Partij van naam
moest veranderen. Dat gebeurde nog tijdens de tweede wereld oorlog in 1942.
Tussen 1941 en 1942 bleek namelijk dat het anticommunisme extreem hoog was,
nationalisme was de drijfkracht van veel verzetsstrijders. Dus gaf Moskou het
bevel aan de stalinisten om de naam van de partij te veranderen in; Poolse Arbeiders Partij.
Stalin hield niet van de burgerlijke
nationalisten, maar hij begreep dat ze nodig waren voor de strijd tegen de
nazi’s. Het eerste verraad van de Sovjet-Unie aan Polen kwam tijdens de opstand
in Warschau in 1944. Het Rode Leger had de opstandelingen in de stad kunnen
helpen. Maar Stalin gaf het bevel om niet verder op te rukken. Zo konden de
Duitsers de opstand neerslaan. Dit was gunstig voor Stalin, hij wist dat hij
minder tegenstanders zou hebben als de Duitsers alle opstandelingen zouden
neerschieten.
Na de val van Nazi Duitsland in mei
1945, werd duidelijk dat Polen een stalinistische satellietstaat van Moskou
werd. Burgerlijke liberalen, conservatieven en nationalisten werden opgepakt en
monddood gemaakt. De verkiezingen van 1947 waren daarom ook schijn. Het ‘’Democratische Blok’’ van de
stalinisten won 80% van de stemmen. De Poolse
Arbeiders Partij beweerde een heroïsche overwinning behaald te
hebben, in werkelijkheid manipuleerde de stalinisten de gehele verkiezing!
De Poolse Arbeiders Partij ( stalinisten ) en de Poolse Socialistische Partij ( sociaal democraten ) moesten van
Joseph Stalin fuseren. Net als in Oost Duitsland en elders hoopte Stalin zo op
steun van de arbeidersklasse. Om ook steun te krijgen onder nationalisten bleef
de Poolse vlag hetzelfde, ook het embleem van het land met de witte adelaar
bleef. Alleen de monarchistische kroon werd verwijderd. Zo behield een
‘’socialistisch’’ land symbolen uit haar burgerlijk verleden. Een typisch
voorbeeld van stalinistisch conservatisme.
In 1948 werd de Poolse Verenigde Arbeiders Partij gesticht. De PZPR werd een
klassieke stalinistische partij, die werkte op bureaucratisch centralisme. In
1952 werd de naam; Republiek Polen veranderd in Volksrepubliek Polen. Hiermee begonnen de dagen van onderdrukking
voor het Poolse proletariaat. Het enigste voordeel was dat de kapitalisten
totaal vernietigd werden. De Poolse elite die op de arbeid van de arbeiders
leefde werd complet onteigend en verloor al haar status en bezittingen.
De dood van Joseph Stalin in 1953 vormde het begin van het hervormde stalinisme. Dit systeem noemen de westerse geschiedenisschrijvers; destalinisatie. Ze beweren dat het stalinisme na 1956 ophield met bestaan. Dat is de grootste onzin, aangezien het stalinisme in Polen tot 1989 duurde. De logica van deze theorie is dat de westerse geschiedenisschrijvers hun stalinistische collega’s achteraan liepen en die beweerde dat het stalinisme opzij was gezet.
Het hervormde stalinisme is echter
geen socialisme, laat staan marxisme. Het enigste grote verschil met het
klassieke stalinisme is de verwijdering van Joseph Stalin uit de propaganda,
alsof hij nooit bestaan had. Standbeelden werden verwijderd, posters met zijn
gezicht neergehaald. Zelfs teksten van Stalin op monumenten werden verwijderd.
De stalinistische elite schaamde zich zo voor hun ex-leider, dat ze alles deden
om hem te verwijderen.
Dat viel niet goed bij de leiders van
de stalinistische partijen. Maar Moskou was de baas en zorgde ervoor dat alle
klassieke stalinisten van belangrijke posten verwijderden werden. In Oost
Duitsland speelde Walter Ulbricht
het spel mee en kon zo aan de macht blijven. In Albanie keerde Enver Hoxha zich fel tegen de Sovjet-Unie, wat leidde tot een groot
conflict tussen de Albanese klassieke stalinisten en de hervormde stalinisten
van de Sovjet-Unie.
In juni 1956 kwam het tot een
arbeidersopstand in Polen. Arbeiders waren het zat dat ze door een zogenaamde
‘’arbeidersstaat’’ uitgemolken werden. De opstandige arbeiders groeide enorm,
al snel waren 100.000 van hun in opstand. Ze demonstreerde niet voor de
invoering van een vrije markt economie, ze wouden hogere lonen en lagere
voedsel prijzen. Toch maakte anticommunisten daarvan misbruik en riepen de
arbeiders op om de partijkantoren van de Poolse
Verenigde Arbeiders Partij ( PZPR )
aan te vallen. Hierdoor besloot de stalinistische bureaucratie om het vuur te
openen. 57 arbeiders werden gedood en meer dan 250 opgepakt. De stalinisten
stuurde 10.000 soldaten en 300 tanks op de stakers af.
Na het neerslaan van de
arbeidersopstand, begreep de leiding van de PZPR dat hervormingen nodig waren.
Toch was de vrees enorm bij de partijleiding. De arbeidersklasse had laten zien
dat ze sterk waren en dat maakte de stalinisten bang. Alle informatie over de
opstand werden gecensureerd. Niemand mocht weten wat in juni 1956 gebeurd was.
De nieuwe hervormingen werden geleid
door Wladyslaw Gomulka, die gezien
werd als nationalistisch en pro-Pools. Hij besloot om de Poolse interesses te verdedigen.
In de jaren 60 veranderde echter de
houding van Gomulka. Hij steunde antisemitische Arabieren en hij was ook een
voorstander van de Sovjet invasie van Tsjecho-Slowakije in 1968. Twee jaar
daarna moest hij het veld ruimen, de economie liep steeds slechter en de
partijelite wou een andere leider. Ondertussen leed de arbeidersklasse honger.
In lange rijen moest men voor de winkels staan, waar nauwelijks eten te koop
was.
De economie van de Volksrepubliek Polen was een planeconomie. De markt had er niets te zeggen, alle economische macht lag in de handen van de staat. De aanhangers van de vrije markt economie brullen hedendagen dat de slechte economie van de Volksrepubliek Polen te danken was aan het marxisme. Maar dat is een anticommunistische leugen. Polen had namelijk slechts één ding dat noodzakelijk is voor het socialisme. De economie van het land was gecollectiviseerd. Maar in plaats van democratisch gekozen arbeidersraden, waren het de bureaucraten van de PZPR die alles wouden besturen.
De staatsbureaucraten beweerde dat de
economie goed liep. Goed, voor de aanhangers van de PZPR misschien. Die
winkelde in speciale winkels, hadden toegang tot westerse artikelen en leefde
in de mooiste huizen. De arbeidersklasse moest in lange rijen voor de winkels
staan. Ze leefde in armoedige flat gebouwen en hadden geen toegang tot westerse
artikelen. Het is logisch dat veel arbeiders snakte naar westerse luxe, zeker
na 1989!
Eind jaren 70 waren de arbeiders
enorm boos. Ze waren de leugens en de sociale ongelijkheid meer dan zat. Op 31
augustus 1980 gebeurde iets waar alle stalinisten enorm van schrokken. In de
stad; Gdansk werd een vakbond gesticht. Een vrije arbeidersvakbond genaamd; Onafhankelijke Zelfbestuurbare Arbeidsunie;
Solidariteit. De arbeiders van de scheepswerf; Vladimir Lenin, hadden zich verenigd en keerde tegen de officiële
stalinistische vakbonden.
De leiding van Solidariteit bestond uit katholieke arbeiders en leden van de
antistalinistische linkse arbeiders. De invloed van de katholieken was zeer
zichtbaar, dat viel niet goed bij de streng atheïstische overheid. Om die
overheid geen aanleg te geven om de vakbond te verbieden, besloten de arbeiders
om een vreedzame vorm van demonstreren na te streven. Ook toonde ze de
corruptie en machtsmisbruik van stalinistische leiders, die daarop door de PZPR
geroyeerd werden. Uiteindelijk maakte de overheid en Solidariteit een overeenkomst. De overheid gaf toe aan de eisen van
de arbeiders, die wouden democratische vrijheden en eerlijke verkiezingen.
In Moskou was de Communistische Partij van de Sovjet-Unie ( CPSU ) helemaal niet
blij met het feit dat de overheid van de Volksrepubliek Polen zich had
overgegeven aan de eisen van Solidariteit.
De stalinistische bureaucratie in het Kremlin eiste dat de Poolse overheid
geweld ging gebruiken tegen de arbeidersklasse. Moskou noemde Solidariteit een katholieke contrarevolutionaire
organisatie met als doel het kapitalisme weer in te voeren. Een grote leugen,
want op dat moment was Solidariteit er
alleen op uit om democratische vrijheden te krijgen.
Het militair van de Volksrepubliek
Polen besloot om de macht over te nemen. Het was duidelijk dat de dagen van de Poolse Verenigde Arbeiders Partij
voorbij waren. Niemand binnen de arbeidersklasse geloofde nog in de propaganda,
hoe nationalistisch die ook klonk.
Generaal Wojciech Jaruzelski zag dat de PZPR verloren had, dus liet hij zich door de stalinisten kiezen tot generaal secretaris van de partij. Hierop riep hij de noodtoestand uit en gaf het leger de opdracht om belangrijke plaatsen in te nemen. Jaruzelski zou later beweren dat hij de macht greep om Polen te bewaren van een Sovjet inval. Maar het is nog maar de vraag of de Sovjet-Unie had ingegrepen, als de arbeidersklasse in 1981 met Solidariteit aan de macht waren gekomen.
Op 31 augustus 1982 ontstonden grote
protesten tegen het regime van Generaal Jaruzelski. Die begon daarop met een
heksenjacht tegen Solidariteit.
Duizenden arbeiders werden opgepakt en belangrijke vakbondsleiders verdwenen in
de gevangenissen van de gehate Poolse veiligheidsdienst. Het was duidelijk dat
het militair het voor het zeggen had. De PZPR was niets meer dan een omhulsel
geworden. Niemand geloofde meer in de propaganda en het ‘’marxisme leninisme’’.
Dat was de oorzaak voor de opkomst van contrarevolutionaire leiders binnen Solidariteit. Leiders die erop uit waren
om het kapitalisme opnieuw in te voeren en die misbruik maakte van de dictatuur
en de noodtoestand.
Zes jaar later was de economie van
Polen totaal ingestort. De leiders van het land wisten zich niet meer te
redden. Ze besloten om een referendum te houden waarin de arbeiders akkoord
moesten gaan met een 110% verhoging van alle prijzen. Natuurlijk stemde een
enorme meerderheid TEGEN, want bijna
60% van alle Polen leefde in bittere armoede. Sinds 1979 was de economie niet
gegroeid en de militaire heersers hadden niets gedaan om het leed te
verminderen. Het referendum werd een nederlaag voor de overheid. Maar die
beweerde dat 63% van de stemmers juist JA had gestemd. Dat was de laatste vonk
en de arbeidersklasse kwam massief in protest.
Het militair dacht erover om de
stakers neer te slaan. Maar in plaats daarvan besloten ze om te gaan praten. In
de Sovjet-Unie was een nieuwe leider gekozen, een leider die ook hervormingen nastreefde.
Dus werd een overeenkomst gesloten tussen de stakers en de overheid. Solidariteit zou legaal worden en weer
vrij mogen opereren. Deze gespreken werden de Akkoorden van de Ronden Tafel
genoemd.
In december 1988 werd het Solidariteit Burgerlijk Comité gevormd.
Deze politieke partij was de eerste legale partij in de Volksrepubliek Polen.
Generaal Wojciech Jaruzelski probeerde een grote coalitie te vormen met Solidariteit, maar die wouden vrije
verkiezingen. Een groot risico want Polen had nooit echte vrije verkiezingen
gehad. Toch werden die in juni 1989 gehouden. De Poolse Verenigde Arbeiders Partij was een nutteloos omhulsel van militairen
en staatsbureaucraten geworden, de echte arbeiderspartij van het land was; Solidariteit. Die won 35% van de
stemmen, terwijl de PZPR 37% won. Het is niet zeker of die verkiezingen
helemaal eerlijk waren. Want de PZPR bezat de gehele media in Polen.
Na de verkiezingen probeerde het
militair nog een keer om een coalitie te vormen met Solidariteit. Die was echter anticommunistisch geworden en begon te
pleiten voor een kapitalistisch Polen. Dat was nu makkelijker geworden dan in
1981. De linkse leden van Solidariteit waren
opzij gezet door conservatieve rechtse katholieken. Die wouden een
nationalistisch katholiek Polen. Solidariteit
was hun stem geworden tegen de atheïstische overheid. Anticommunistische
propaganda werd een groot onderdeel van de Solidariteit
beweging. De vroegere Idealen van een democratisch socialisme waren
opzij gezet en de naïeve arbeiders geloofde heilig in de mooie verhalen over de
rijkdommen, die de vrije markt economie met zich mee zouden brengen!
In januari besloot Generaal Wojciech
Jaruzelski om te capituleren. De Poolse
Verenigde Arbeiders Partij werd tijdens haar laatste congres door het
militair en de staatsbureaucratie opgeheven. De Volksrepubliek Polen
nationaliseerde het eigendom van de partij en nam bezit van alle PZPR kantoren.
De contrarevolutie ging toen heel snel. Solidariteit
viel uit elkaar in verschillende politieke partijen. De rechtse oppositie tegen
het stalinisme stichtte de volgende kapitalistische partijen;
- Democratische Unie; een liberale christen democratische partij
- Het Katholieke Actie Comité; een katholieke partij
- Poolse Volkspartij; een sociaal conservatieve partij
De ex-leden van de PZPR stichtte twee
sociaal democratische partijen in Polen. Dat waren de Sociaal Democratie van de Republiek Polen en de Sociaal Democratische Unie. Deze twee
partijen verenigde zich in de Democratische
Linkse Alliantie. Socialistisch zijn deze ex-stalinisten niet meer
geworden. Tegenwoordig is de Democratische
Linkse Alliantie een neoliberale partij geworden na voorbeeld van alle
sociaal democratische partijen.
Solidariteit bleef
als vakbond bestaan. Maar is tegenwoordig geen strijdbare arbeidersvakbond. De
bond is meer een anticommunistisch katholiek nest, waar oude anticommunisten
samenkomen om te praten over hun overwinning op het ‘’communisme’’. Solidariteit was een arbeiderspartij,
maar werd geleid door rechtse mensen die reactionaire idealen hadden. Deze
zorgde ervoor dat de Volksrepubliek Polen weer Republiek Polen ging heten in
1990.
Lech Walesa
was zo’n reactionaire leider. In 1981 was hij een medeoprichter van Solidariteit. Walesa werd opgepakt en
zat 11 maanden in de cel. Na zijn vrijlating werkte hij verder in het geheim
tegen de stalinisten. In 1988 was hij erbij toen Solidariteit en de PZPR de gespreken voerde aan de Ronden Tafel. Na
de val van het stalinisme werd Walesa in december 1990 gekozen tot eerste niet-stalinistische
president van Polen. Maar in plaats van een pro-arbeiders politiek voerde hij
het neoliberalisme in!
De Katholieke Kerk en het
anticommunisme vierde feest, maar de arbeiders voelden zich verraden. Nu 22
jaar later heeft Polen democratie, maar de ongelijkheid heerst nog steeds. De
neoliberale politiek was bijna misdadig te noemen. Zo erg was de politiek van
Lech Walesa, dat hij in 1995 niet herkozen werd als president. In zijn
plaats kwam een ex-stalinist aan de macht.
De rechtse partijen waren woedend en
besloten zich te verenigen. De Solidariteit
Electorale Actie werd in 1996 gesticht als een coalitie van meer dan 30
rechtse partijen. Daar onder waren; nationalisten, christen democraten,
liberalen en conservatieven. De coalitie won de verkiezingen van 1997, maar
viel vier jaar later toch uit elkaar. De ex-stalinisten konden gebruik
maken van de verdeeldheid bij rechts om zo weer aan de macht te komen. In
praktijk veranderde er niets. De sociaal democraten waren net zo neoliberaal
als de rechtse partijen!
Ondanks de democratie voelde veel
Polen zich niet thuis bij de politiek van zowel de rechtse partijen als de
sociaal democraten. Bij de verkiezingen van 1996 kwam slechts 47,9% opdagen.
Doordat er weinig veranderde in hun land, besloten veel Poolse arbeiders hun
geluk te zoeken in het westen. Daar verdiende ze meer dan in eigen land. De
kapitalisten in West Europa waren wel blij met de goedkope Poolse
arbeidskrachten. Die wouden best werk doen wat westerlingen niet wouden. Ze
waren ook spotgoedkoop en konden makkelijk uitgebuit worden.
In 1999 werd Polen lid van de NAVO en
poogde ook voor lidmaatschap van de Europese Unie. Maar daarvoor moest het land
volledig neoliberaal worden en haar oude staatsbedrijven privatiseren. De EU
wil namelijk dat elk land een vrije markt economie heeft, zodat mensen
vrij zijn om overal te werken en te reizen. Toen het land in 2004 lid werd van
de EU verplaatste veel West Europese bedrijven hun handel naar Polen. Tot grote
woede van de arbeiders in het westen, die hun baan verloren.
Anno 2012 is de Republiek Polen een
kapitalistische natie, waar de sociale ongelijkheid nog goed te zien is.
Warschau is een moderne stad geworden, maar buiten de grote steden en in de
kleine dorpen zie je het resultaat van 22 jaar kapitalisme. Veel ouderen leven
in armoede, omdat de pensioenen zeer laag zijn en 41% van alle arbeiders leeft
van een minimumloon. In Polen is het minimumloon; 240,09 euro!
Een ''communistisch'' symbool?