Het land kent een grote geschiedenis. Al in de middeleeuwen bestond de natie en werd bestuurd door verschillende vorsten. Uiteindelijk kwam Hongarije in de greep van Oostenrijk terecht. De Habsburger dynastie, bestuurde tot de komst van Frans Josef, het land met ijzeren vuist. In 1848 kwamen de Hongaren in opstand tegen het imperialistische regime van de Oostenrijkers. Na veel gevechten tussen rebellen en de monarchie werd in 1867 een compromis gesloten. De Hongaarse monarchie werd hersteld en werd onderdeel van de Habsburger dynastie. Keizer Frans Josef werd de eerste koning van Hongarije.
Het
Oostenrijkse keizerrijk kreeg een nieuwe naam. Vanaf 1867 werd het land
Oostenrijk-Hongarije genoemd, of ook wel de dubbel monarchie. Keizer en Koning
Frans Josef en zijn vrouw Elisabeth ( Sissi ) genoten het vertrouwen van veel
Hongaren. Ook de Hongaarse adel voelde zich sterk verbonden met de jonge
Elisabeth die veel bewondering had voor Hongarije.
Na 1898
werd alles anders. Elisabeth werd in dat jaar vermoord en Frans Josef trok zich
helemaal terug in zijn paleis. Terwijl de wereld om hem heen aan het veranderen
was, bleef de oude keizer en koning vast houden aan de absolute monarchie en de
regels van het Spaanse hofceremonieel.
In 1914
brak de eerste wereld oorlog uit. Oostenrijk-Hongarije viel de Balkan aan en
probeerde de Servische nationalisten te vernietigen. Daardoor kregen ze ruzie
met Rusland en heel Europa viel in een enorm conflict. In 1916 stierf de oude Frans
Josef, sinds 1847 was hij de leider geweest van Oostenrijk, met zijn dood kwam
er een einde aan de 19de eeuw en begon het tijdperk van revoluties
en liberalisatie voor Hongarije.
Hongarije
verklaarde zich in 1918 onafhankelijk. De Oostenrijkse koning ( Opvolger van
Frans Josef ) werd afgezet en de eerste Hongaarse Republiek werd uitgeroepen.
De liberale graaf Mihály Károlyi werd
benoemd tot eerste president. Hij begon met het ontwapenen van het Hongaarse
leger. Ook de politie werd ontwapend en hij gaf het bevel dat de Hongaren zich
niet moesten verzetten tegen de legers van Servië en Tsjecho-Slowakije die
Hongaars gebied innamen.
Hierdoor
verloor hij heel veel steun onder de burgerij en veel nationalisten waren ook
woedend. In februari 1919 had de regering alle steun verloren. Graaf Mihály Károlyi trad af
toen de buitenlandse legers nog meer grondgebied gingen eisen. De enigste die
nog steun genoten waren de communisten. Na de val van de burgerlijke regering
grepen ze de macht onder Béla Kun.
Kun
beloofde sociale gelijkheid en hij wou de verloren gebieden terug veroveren.
Met steun van de sociaal democraten werd een socialistische regering gevormd.
Het land werd hernoemt in de Hongaarse Sovjet Republiek. Het sovjet regime
begon meteen met het invoeren van sociale vrijheden. Vrouwen kregen gelijke
rechten en mochten abortus plegen en scheiden. Veel conservatieven werden woest
en ze begonnen het socialistische regime tegen te werken. Ondertussen probeerde
het Hongaarse rode leger de verloren gebieden terug te veroveren. Ondanks
successen tegen Tsjecho-Slowakije, lukte het hun niet om alle verloren gebieden
terug te krijgen. Hierdoor verloren de communisten nog meer steun.
Nadat
anticommunisten een mislukte coup hadden gepleegd, voerde het sovjet regime het
rode terreur in. 590 anticommunistische intellectuelen werden opgepakt en
vermoord. Buiten de steden hadden de communisten toch al weinig steun, de
boeren waren conservatief en zagen niets in de idealen van arbeidersmacht en de
wereld revolutie. Enkele maanden na de sovjet revolutie viel het
anticommunistische Roemeense leger Hongarije binnen. Béla Kun
vluchtte naar Sovjet Rusland, waar hij door Stalin tijdens de grote zuiveringen
vermoord zou worden.
Na de val
van de sovjet republiek kwamen de conservatieven aan de macht. Onder het regime
van István Bethlen werden 70.000 aanhangers van de
sovjet republiek opgesloten in concentratiekampen. Ongeveer 6000 communisten
werden tijdens het witte terreur in Hongarije vermoord. Na de zuivering van
communisten werd de monarchie hersteld. Echter in plaatst van een koning te
benoemen, kwam er een regent aan de macht. Regent; Miklos Horthy voerde een
rechts conservatief regime dat alle sociale vrijheden terugdraaide. Vrouwen
werden weer tweedeklas burgers en linkse partijen werden verboden.
In de jaren 30 ontstond in Hongarije
een fascistische partij genaamd; De Pijl Kruis Partij. Deze partij stond voor
een fascistisch Hongarije dat haar grenzen van 1916 terug moest veroveren. De
conservatieven die aan de macht waren sinds 1919 voelde daar niets voor. In
1940 werd de Pijl Kruis Partij verboden door de regering van Miklos Horthy.
Op 22 Juni, vielen de Duitsers de
Sovjet Unie aan. Vijf dagen later verklaarde Hongarije de oorlog aan Stalin en
koos kant aan de zijde van Adolf Hitler. Hongarije hoopte dat het haar verloren
gebieden naar een Duitse overwinning terug kon krijgen. De Hongaren kregen van
de Duitsers nieuwe oorlogswapens. De Hongaarse luchtmacht werd uitgerust met
moderne BF-109’s. Hierdoor konden de Hongaren de strijd aangaan met sovjet
jagers.
Toch was Hongarije niet voorbereid op
een oorlog tegen de machtige Sovjet Unie. Het Hongaarse leger dat naar het
oosten werd gestuurd leed flinke verliezen tegen het Sovjet leger. Eind 1943
trok Hongarije haar legers terug uit de Sovjet Unie. De divisies die het land
gestuurd had in 1941 bestonden uit zwakke infanterieregimenten, ze bezaten geen
tanks of zware wapens alleen oude lichte machinegeweren en standaard handgeweren.
Eind 1944 wou Hongarije vrede met de
westerse grootmachten. Hitler liet het land daarop bezetten door het Duitse
leger. De verboden Pijl Kruis Partij werd weer legaal en mocht de marionet van
Hitler spelen. Regent Miklos Horthy werd door de Duitsers afgezet en de pro
fascistische Ferenc Szálasi werd minister president. De Hongaren
waren nu een pion van de Duitsers en deden alles dat hun opgedragen werd.
De Duitsers en hun Hongaarse
bondgenoten waren te zwak om het machtige Sovjet leger tegen te houden. Steeds
meer grondgebied viel in hun handen. Op 29 december 1944 bereikte ze de
hoofdstad; Budapest. Na een maand van strijd viel de hoofdstad van Hongarije op
13 Februari 1945 in de handen van het Sovjet leger. Ongeveer 50.000 vrouwen en
meisjes werden verkracht door de soldaten van het Sovjet leger. Zelfs de ambassades
van neutrale landen werden aangevallen. Zweedse ambassade vrouwen werden ook
verkracht zeggen sommige berichten.
Het plan was om van Hongarije een
democratie te maken. Maar het land viel binnen de greep van Stalin’s imperium.
De verkiezingen van 1947 gaven de Klein Aandeelhouders Partij de meerderheid in
het parlement. De stalinisten van de Hongaarse Volkswerkers Partij lieten echter
de verkiezingen links liggen en grepen met sovjet steun de macht. In 1949 werd
de Volksrepubliek Hongarije uitgeroepen. De klassieke stalinist; Mátyás Rákosi, een oude aanhanger van Béla Kun,
werd minister president. Hij introduceerde de planeconomie, die hij met dwang
en terreur invoerde. 2000 antistalinisten werden vermoord en 100.000 werden
opgesloten in gevangenissen.
Mátyás Rákosi viel echter in ongenade bij de
sovjet leiding. Na de dood van Stalin in 1953 wou de sovjet bureaucratie af van
die Stalin religie en al haar aanhangers. Rákosi werd vervangen door de
gematigde stalinist; Imre Nagy, maar hij bleef binnen de partij. Drie
jaar lang waren er flinke conflicten binnen de Hongaarse Volkswerkers Partij.
Aan de ene kant de gematigde groep rond Nagy en Kadar en aan de andere kant de
klassieke stalinisten van Rákosi.
In 1956 viel de bom. De arbeiders
waren het zat. Wat begon als een studenten protest groeide uit tot een
volksopstand tegen het stalinisme. De Hongaarse revolutie van 1956 gaf Nagy een
signaal; de arbeiders willen vrijheid en democratie. Hij gaf toe aan hun eisen
en wou vrije verkiezingen houden. De stalinisten echter waren niet bereid om
toe te geven aan een democratie waarin ze al hun luxe zouden kwijt raken. Ook
de Sovjet Unie was niet bereid om democratie toe te laten.
Met tanks en soldaten vielen ze
Hongarije voor een tweede keer binnen. De arbeiders vochten dapper tegen de
tanks van het Sovjet leger, maar ze waren slecht bewapend. Sommige arbeiders
konden wapens krijgen van Hongaarse soldaten die de opstand steunde. Ook vonden
ze wapens in de hoofdkwartieren van de gehate ÁVH, de geheime politie van
Rákosi’s regime. Ongeveer 3000 arbeiders konden zich bewapenen en vochten ook
terug. Maar het hielp niets, Nagy werd opgepakt en in 1958 opgehangen. De
stalinisten gaven de macht aan János Kádár, een gematigde stalinist die genoeg
pro Moskou was.
Tussen 1956 en 1989 leidde hij
Hongarije. Zijn regime was autoritair, maar hij gaf meer vrijheden dan Rákosi
en regent; Horthy ooit gegeven hadden. Kadar’s regime werd in het westen ook wel
Goulash Communisme genoemd, omdat hij het stalinisme een typische Hongaarse
kleur gaf. Voor sommige Hongaren was het regime van Kadar een gouden tijdperk.
Inderdaad, de staat beschermde de arbeiders en niemand hoefde zich zorgen te
maken over de toekomst.
Toch werd de roep om vrijheid steeds
groter. In 1989 stierf Kadar en daarmee kwam ook een einde aan het stalinisme
in Hongarije. De Hongaarse Socialistische Arbeiders Partij hernoemde zich in de
Socialistische Partij van Hongarije en accepteerde het kapitalisme. De
stalinistische kant van de partij hernoemde zich in de Hongaarse Communistische
Arbeiders Partij en blijft tot de dag van vandaag het Kadar regime zien als het
gouden tijdperk voor Hongarije.
Met de komst van de burgerlijke
democratie en het kapitalisme ontstonden ook sociale problemen. Racisme keerde
terug en extreem rechtse partijen profiteerde van de ingestorte economie. De
transactie van een planeconomie naar een kapitalistische was zeer zwaar.
Sommige werden enorm rijk, terwijl de meerderheid van de Hongaren hun baan verloren met hun pensioenen. Dat veel
snakken naar de tijden van Kadar is dus begrijpelijk.
Schuldig aan deze kapitalistische
rampspoed zijn de sociaal democraten ( Ex stalinisten ). Zij hebben de economie
van het land verkocht aan het westerse kapitalisme. Het lef dat ze ook hebben
door zich nog socialistisch te noemen is ook schandalig. De arbeiders van Hongarije
hebben geen stem voor zichzelf. Aan de ene kant staan de oud stalinisten en aan
de andere kant de kapitalistische sociaal democraten. Sommige arbeiders stemmen
zelfs op ultra rechtse partijen, die meer vrije markt willen en nog minder
sociale wetten. Ook dat is te begrijpen. Na 1989, verspreide het kapitalisme de
leugen dat het socialisme mislukt was. Veel burgers hebben dat al die jaren
geloofd. Ze dachten echt dat het liberalisme hun vrijheid zou brengen.
Nu in 2010 is Hongarije deel van de
kapitalistische EU. Het land wordt overspoeld met westerse bedrijven die graag
willen profiteren van de lagere lonen in het land. De rechtse sociaal
democraten doen niets om het welzijn van de arbeiders te beschermen. De
stalinisten zouden het nog beter doen dan die verraderlijke sociaal democraten.
Het komt er weer op neer dat Hongarije en de rest van oost Europa geen arbeiderspartijen
bezitten. Anticommunisme en het verraad van de sociaal democratie aan het
socialisme dragen daar zeker aan bij.
Toch is er één voordeel uit deze
burgerlijke democratie te halen. De Hongaarse regeringen van na 1989 hadden
namelijk alle socialistische symbolen verboden. In een democratie is het echter
normaal dat iedereen een mening mag hebben. Een rode ster is niet alleen een
symbool van het stalinisme, het is ook een symbool van arbeiderseenheid en het
oorspronkelijke socialisme. De Europese Unie oordeelde daarom dat Hongarije
verplicht is om mensen toe te staan een rode ster te dragen. Dat was een flinke
klap in het gezicht van de anticommunisten. Zij hadden de socialistische
symbolen gelijk geschakeld met nazistische en fascistische symbolen. Gelukkig
zag de EU in, dat een rode ster meer is dan wat Stalin en zijn boeven er van
gemaakt hebben.
De strijd voor democratisch
socialisme gaat verder in Europa. De arbeiders van Hongarije hebben in 1956
bewezen dat ze de macht hebben om het land te veranderen. Ze hebben niets te
verliezen, ze hebben een wereld te winnen!
Het embleem van de Volksrepubliek Hongarije
Dit embleem was in gebruik tussen 1957 en 1990