De Republiek Cuba

Cuba is een eiland dat door veel linkse idealisten gezien wordt als de laatste bastion tegen het imperialisme. Sinds 1959 wordt Cuba bestuurd door de Castro broers. Fidel Castro bestuurde het eiland van 1959 tot 2008 en zijn jongere broer Raúl is sinds 2008 president. Het eiland is de laatste ''socialistische'' bastion tegen het Amerikaanse imperialisme, volgens de aanhangers van de Castro broers. Tegenstanders zeggen dat Cuba samen met Noord Korea, de laatste echte ''communistische'' dictatuur voorstelt. Sinds 1962 lijdt het land onder een crimineel embargo, waardoor handel met westerse landen zo goed als onmogelijk wordt gemaakt. De hypocriete Amerikanen houden dit embargo al meer dan vijftig jaar levend!

De Republiek Cuba is een patriottistische natie die al jaren een bastion vormt tegen het Amerikaanse imperialisme. Voor 1959 was Cuba een arm land dat gedomineerd werd door rijke maffia families, casino eigenaren en groot grondbezitters. De arbeiders van Cuba hadden zwaar te lijden onder het regime van hun autoritaire president; Batista.

Batista was in 1952 aan de macht gekomen. Hij annuleerde de verkiezingen en nam met hulp van het militair de macht over. De stalinisten van Cuba steunde Batista omdat hij hun een plaatst beloofde in zijn regering. Deze Moskou trouwe stalinisten hadden zich verenigd in de Partido Socialista Popular. Batista was echter alles behalve sociaal, hij regeerde als een maffia president en gaf enorm veel macht aan het bedrijfsleven. Vooral Amerikaanse zakenliederen konden zeer goed zaken doen op Cuba.

De gewone arbeider hadden het moeilijk onder de massieve uitbuiting van het Cubaanse systeem. De lonen waren zeer laag en stakingen waren verboden. De bedrijven kregen zelfs hulp van de corrupte Cubaanse politie om opstandige stakers monddood te maken. In deze sociale ongelijkheid werd in 1926 Fidel Castro geboren.

Zijn familie was rijk en behoorde tot de groot grondbezitters. Fidel ging studeren in Havana en raakte daar betrokken bij nationalistische groepen. De nationalisten waren vooral woedend op Batista omdat hij het Amerikaanse imperialisme vrij toegang gaf tot de Cubaanse arbeidsmarkt. In 1953 leidde Fidel een kleine opstand tegen het Batista regime. Die opstand mislukte en Castro werd opgepakt. Na een kort verhoor werd hij al snel weer vrij gelaten. Hij ontvluchtte Cuba en trok naar Mexico. Daar bereidde hij een revolutie voor tegen het corrupte Cubaanse regime.

In Mexico maakte Fidel Castro kennis met Che Guevara en stichtte een guerrilla groep genaamde de: “Beweging van de 25ste Juli”. Fidel was toen nog geen communist, hij was eerder een nationalist. Het waren Che Guevara en Raúl Castro die in de marxistisch leninistische leer geloofde. Raúl had zelfs banden met de KGB en maakte al plannen voor een “socialistisch” ( stalinistisch ) Cuba.

In 1958 keerde de groep van Fidel terug naar Cuba. Hun leger bestond uit slechts 2000 revolutionairen. Maar ze hadden één groot voordeel; Batista had de hele Cubaanse maatschappij zo corrupt als de pest gemaakt. Die corruptie had ook invloed op het Cubaanse leger. Veel soldaten hadden de pest aan Batista en hun moraal was dan ook enorm laag. Via guerrilla tactieken wisten de Castro’s het leger steeds maar weer zware klappen toe te brengen.

Op 28 december 1958 begon de slag om Santa Clara. 340 guerrilla soldaten namen het op tegen 3900 soldaten van het Cubaanse leger. Totaal verrast door de aanval gaven 2900 soldaten zich meteen over. Hun commandanten werden geëxecuteerd en meteen capituleerde het gehele leger van Cuba, voor het mini legertje van Castro.

De gehate Batista vluchtte op 1 Januari 1959 uit Cuba. In de vroege ochtend bereikte het legertje van de Castro’s de buitenwijken van Santiago de Cuba. Ze dreigde de stad aan te vallen als de commandant niet meteen capituleerde. De laatste restanten van het Batista regime capituleerde en onder luid gejuich trokken de revolutionairen de stad in. Veel Cubanen waren zeer blij, ze hoopte dat onder Fidel Castro ze vrijheid zouden krijgen.

In de V.S was men ook blij met de Cubaanse revolutie. De Amerikanen wouden een vers regime, dat Cuba een beter gezicht zou geven. Het Amerikaanse imperialisme zag wel wat in Fidel Castro, ze dachten dat ze hem net zo konden gebruiken, zoals ze Batista gebruikt hadden.

Op 16 februari 1959 werd Fidel Castro minister president van Cuba. Sommigen liberalen en democraten wouden vrije verkiezingen houden, maar Fidel wou eerst de staat zuiveren van alles dat met het corrupte imperialisme te maken had. Hij begon met het onteigenen van fabrieken en bedrijven. Daar hield de V.S niet van en begon vraagtekens te zetten. Maar Castro bleef ontkennen dat zijn revolutie marxistisch van aard was. Dat klopt, want Fidel was geen marxist en dat is hij nooit geweest. Want tijdens een bezoek aan Amerika claimde hij dat hij een voorstander was van de burgerlijke democratie en dat hij in westerse vrijheid geloofd, Fidel zei zelfs dat hij anticommunistisch was!

Maar president Eisenhower vertrouwde Castro niet. Hij verlaagde de suikerverkoop aan Cuba. Als reactie daarop nationaliseerde Castro alle suikerriet fabrieken op Cuba. Het was nu 1960 en de verhoudingen met de V.S werden per maand slechter. Aan het einde van dat jaar was de stalinistische dictatuur een feit. 20.000 tegenstanders van het Castro regime werden opgepakt en gemarteld onder barbaarse omstandigheden. Ook werden heel wat aanhangers van Batista vermoord door Castro’s revolutionairen. Raúl Castro en Che Guevara executeerde heel wat van die Batista aanhangers persoonlijk.

In december 1960 liet Castro trots zien dat Cuba sovjet wapens en tanks gekocht had. Dit was de druppel en Amerika begon plannen te maken om Castro omver te werpen. In april 1961 probeerde 1500 anticommunisten onder de leiding van anti-Castro Cubanen een aanval op de zwakke stalinistische republiek. Maar Castro’s jonge revolutionaire leger wist de invasie af te slaan. De Amerikaanse regering was met stomheid geslagen, hun plan was mislukt en Fidel Castro werd nog populairder dan hij al was.

Op 1 mei 1961 verklaarde hij met trots dat Cuba nu een “socialistische” staat was. Nu sloeg de rode angst toe. Een “socialistisch” land vlak voor de kust van de Verenigde Staten?? Dankzij de anticommunistische Amerikaanse media werden de burgers van de V.S dood en dood bang, voor Fidel Castro en zijn “communistische” dictatuur.

Dat Cuba een socialistische staat werd was natuurlijk onzin. Cuba is nooit socialistisch van aard geweest. De Castro broers volgden niet het marxisme leninisme zoals het bedoeld was. Ze gebruikte het marxisme als rechtvaardiging voor de nieuwe dictatuur die ze aan het opbouwen waren. Cuba ontwikkelde zich tot een totalitaire republiek, waarin de staat het leven ging besturen. De jeugd werd opgevoed met revolutionaire idealen en veel jongeren werden spreekbuizen voor Fidel en zijn revolutie.

Om de illusie te kweken dat de arbeiders aan de macht waren, stichtte Fidel Castro een politieke partij. Deze partij kreeg de naam Partido Unido de la Revolución Socialista de Cuba. Drie jaar later werd de naam veranderd in de Partido Comunista de Cuba. Anders dan in de DDR en in de Sovjet Unie, was de macht van de PCC zeer beperkt. Alle macht bleef in de handen van Fidel Castro en zijn broer Raúl. De partij had tot de jaren 80 geen invloed op de Cubaanse staat. De honderd leden van het centraal comité kwamen nauwelijks bijeen om te debatteren. Het eerste congres werd pas tien jaar na de oprichting van de PCC gehouden en in 1969 waren slechts 50.000 Cubanen lid!

In oktober 1962 plaatste de Sovjet Unie langeafstandsraketten op Cubaans grondgebied. Hierdoor sloeg bij de V.S alle stoppen door. Nucleaire wapens? Vlak voor de kust van de V.S? President Kennendy besloot een blokkade op te richten. Elk schip dat Cuba wou bereiken zou aangevallen worden. De Cuba crisis dreigde bijna een derde wereld oorlog te worden. Maar gelukkig maakte Kennendy en Nikita Khrushchev een deal. Amerika haalde haar nucleaire wapens weg uit Turkije en de Sovjet Unie haalde haar nucleaire wapens uit Cuba.

Na de Cuba crisis bleef de handelsboycot in werking. Amerikaanse bedrijven mochten geen handel drijven met Cuba. Ook Europese landen mochten dat niet, omdat het V.S imperialisme de economische markten van Europa domineerde. Toch genoot Fidel Castro de steun van heel wat Europeanen. Vooral tijdens de grote sociale revolutie van 1968 werd Cuba vaak als model natie beschouwd.

De leidende rol van de PCC was tot de grondwet van 1976 niet vastgesteld. Fidel Castro vond ook dat de partij te weinig aanwezig was in de samenleving. Daar moest wat aan gebeuren en in 1975 werd het eerste partijcongres gehouden. Met de invoering van de ''socialistische'' grondwet, kreeg de communistische partij het alleenrecht om Cuba te besturen. De PCC was in 1975 gegroeid tot 200.000 leden, vijf jaar later waren dat 430.000 geworden.  Uiteindelijk kreeg de PCC de leidende rol in de Cubaanse sameleving!

Cuba overleefde de ondergang van het stalinisme in 1989. Wonder boven wonder kon Fidel Castro de illusie van een socialistisch Cuba levend houden. De economische boycot van de V.S, heeft het regime van de Castro’s zo sterk gemaakt dat het de val van het sovjet systeem in oost Europa overleefde. De val van de Sovjet Unie in 1991 zorgde voor een economische achteruitgang. Zonder de goedkope grondstoffen uit het oosten liep de Cubaanse economie in snel treinvaart achteruit. Noodgedwongen moest Fidel Castro wat kapitalistische wetten accepteren om Cuba niet te laten eindigen als Noord Korea.

In de jaren 90 begon Fidel het Cubaanse nationalisme te bevorderen. Hij was altijd al een nationalist geweest dus echt moeilijk was dat niet. Cuba werd afgebeeld als een klein dapper eiland dat helemaal alleen tegen het Amerikaanse imperialisme vocht. Castro kreeg daardoor steun van heel wat linkse partijen. Vooral de oude communistische partijen bleven allemaal solidair met Cuba, ook al waren de meeste gereduceerd tot mini partijtjes. Naast het marxisme leninisme, bevorderde Fidel ook het patriottisme. Jongeren op Cuba moesten trots zijn op het eiland en op haar “socialistische” economie.

Die economie liep echter steeds slechter. De ineffectieve bureaucratie was niet in staat om de economie gezond te houden. De lonen bleven laag, de productiemiddelen raakte flink verouderd en veel auto’s op Cuba zijn al meer dan 50 jaar oud. De Cubaanse nationale luchtvaartmaatschappij vliegt nog steeds met toestellen die minimaal al 40 jaar oud zijn. Toch behield Fidel Castro dankzij zijn charisma veel steun onder de bevolking.

Maar er zijn ook anti-Castro Cubanen. Sinds de revolutie van 1959 zijn de rijke elitaire Cubanen gevlucht. De groep rond Batista vluchtte naar het fascistische Portugal en de rest kwam in Florida, in de V.S neer. Daar vormde de anti-Castro Cubanen rechtse organisaties. Deze kregen de steun van de Amerikaanse overheid en maken veel anticommunistische propaganda. In april 1961 probeerde 1500 van die Cubanen een aanval op Cuba zelf. Zoals  verteld werd, is die aanval mislukt. Toch proberen de rechtse Cubanen in Amerika, alles om Fidel Castro en zijn aanhang omver te werpen. Ze presenteren zich als democratische Cubanen, maar het verleden heeft al duidelijk gemaakt dat deze groep Cubanen net zo gewelddadig kunnen zijn als Castro zelf.

In 2008, na 49 jaar kwam er een einde aan het Fidel Castro tijdperk. Hij gaf de macht aan zijn jongere broer Raúl, die jaren lang in zijn schaduw had gestaan. Raúl Castro staat voor een grote taak. De economie van Cuba blijft ineffectief en de Cubanen merken dat ook. Hoe lang kan hij de planeconomie behouden? Dat is de vraag, hoe lang zal het duren voordat ook Cuba een onderdeel wordt van de kapitalistische wereld markt?

Van democratie is geen spraken. Raúl Castro is een overtuigde aanhanger van het reformistische stalinisme. Hij gelooft nog steeds in de dictatuur van één partij. Maar het is de vraag of hij de stalinistische economie wil behouden. Het Chinese model lijkt misschien wel de toekomst van Cuba te worden. Dan krijgt het land een kapitalistische economie, met een communistische partij aan de macht.

Maar hoe lang zal dat vol te houden zijn? Cubanen geloofde echt in het socialisme en het land is anders dan China. De Cubanen weten wat kapitalisme is en de vraag is, willen ze leven in een kapitalistische economie onder de alleenheerschappij van een communistische partij? Vermoedelijk zal de Cubaanse revolutie eindigen in een kapitalistische restoratie. Zonder een democratisch socialistisch alternatief zal de arbeidersklasse van Cuba verleid worden door beloftes over luxe en welvaart die het kapitalisme zal verspreiden.

Met de komst van Barack Obama werden de verhoudingen met Cuba iets beter. Helaas blijft Obama de economische boycot steunen. Daardoor zoekt Cuba nu naar vrienden buiten de V.S om. Rusland is weer een belangrijke handelspartner geworden. Ook China is bereid om veel te investeren in de Cubaanse economie. Ondertussen blijft Cuba aantrekkelijk voor rebelse jongeren. Veel communisten blijven het regime van de Castro’s steunen. Ze zien Cuba als de laatste bastion van hun “socialisme” tegen het Amerikaanse imperialisme.     

Wat die oud communisten niet begrijpen is het feit dat Cuba geen socialistische staat is. Het is waar dat naast Cuba alleen nog Noord Korea een planeconomie heeft, maar dat maakt een land niet meteen socialistisch. Zonder democratie, zonder vrijheid van meningsuiting, sterft elke poging om een socialistische maatschappij te bereiken. Cuba kopieerde het sovjet systeem omdat ze dachten dat dit systeem het juiste marxistische model voorstelde.

Het sovjet systeem was echter een vervalsing van het marxisme leninisme. Het was een totalitair misvormd systeem, ontwikkeld door Joseph Stalin en diens aanhang. De stalinisten hebben de sovjet revolutie verraden en het is hun systeem geweest dat Cuba en alle andere “socialistische” staten gekopieerd hebben. Het is waar dat het Cubaanse systeem niet klassiek stalinistisch is, dat systeem zie je in Noord Korea. Het stalinisme in Cuba is anders dan het Russische of Noord Koreaanse stalinisme. Cubaans stalinisme is een product van Fidel Castro. Hij heeft het systeem zo gemaakt dat het past binnen de Cubaanse identiteit en traditie!


Na bijna 14 jaar werd weer een partincongress gehouden
Het zesde congress van de PCC vond plaats op 6 april 2011 

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme