Opkomst van de stalinistische bureaucratie

De Sovjet Unie wordt door de media van het kapitalisme; communistisch genoemd. De media van de stalinisten noemde het land; het grote socialistische arbeidersparadijs. Echter het land was niet socialistisch en zeker niet communistisch. De USSR werd niet bestuurd door de arbeiders, maar door een strakke partijbureaucratie. Die bureaucratie ontstond niet zomaar, er ging heel wat aan vooraf!

In 1924 nam Joseph Stalin de macht in de Sovjet Unie over. Het land was net twee jaar geleden opgericht door Vladimir Lenin en had een heftige burgeroorlog achter de rug. Onder de leiding van de Russische Communistische Partij won de arbeidersklasse de burgeroorlog tegen de aanhangers van de bourgeoisie. Helaas had de burgeroorlog een groot gevaar met zich meegebracht, een strakke partijbureaucratie!

De Russische Communistische Partij bestuurde in 1922 de gehele Sovjet Unie. Alle andere oppositie groepen waren verboden en anticommunistische kranten bestonden niet meer. Alle macht lag in de handen van de communistische partij en dat was al voor sommigen bolsjewieken fout. Alexandra Kollontai was één van de eerste bolsjewieken die het gevaar van een almachtige partijbureaucratie inzag. In 1920 stichtte ze een fractie binnen de communistische partij. Deze fractie kreeg de naam Arbeiders Oppositie!

Samen met andere leden van de partij verzette zich Kollontai tegen de macht van de oprukkende bureaucratie. Lenin en andere bolsjewieken gaven geen gehoor aan de waarschuwingen van de Arbeiders Oppositie. Ze waren veel te druk bezig met de burgeroorlog. Voor partijleiders zoals Lenin en Trotsky was het redden van de sovjet staat belangrijker dan interne partij zaken regelen!

Op het tiende congres van de Russische Communistische Partij in 1921, werden alle fracties verboden. Zonder het direct te weten, had Lenin de partijbureaucratie een grote dienst gedaan. De Arbeiders Oppositie was nu monddood gemaakt, toch was de partijbureaucratie nog niet in staat om kritische bolsjewieken te royeren. Alexandra Kollontai en haar aanhang bleef doorvechten tegen die partijleiders die steeds meer macht aan zich zelf begonnen te geven. Toen Stalin in 1922 generaal secretaris werd en Lenin zich uit de politiek terug trok, werd het steeds lastiger om de bureaucratie tegen te spreken!

In 1923 stichtte Leon Trotsky de Linkse Oppositie, een groep van bolsjewieken die net als Alexandra Kollontai het gevaar van de bureaucratie inzagen. Trotsky ging de strijd aan met het trio van de partijbureaucratie ( Stalin, Zinoviev en Kamenev ). Dit trio werd het gezicht van een nieuwe groep bolsjewieken die geen wereldwijde sovjet republiek wouden, maar socialisme in eigen land. Ze steunde ook de Nieuwe Economische Politiek, die Lenin in 1921 had ingevoerd!

De zieke Lenin merkte dat de partijbureaucratie een gevaar geworden was. Hij zag hoe veel macht Stalin had en hoe de partij zich had ontwikkeld tot een nieuwe elite. Lenin waarschuwde in zijn testament voor de macht van Stalin. De partij moest zo snel mogelijk een nieuwe generaal secretaris kiezen, vond hij. In maart 1923 kreeg Lenin zijn derde hartaanval en was volledig uitgeschakeld als mens. Hij kon niet meer praten of lopen!

Met de uitschakeling van Lenin stond Stalin niets meer in de weg. Na Lenin’s dood op 21 januari 1924 nam hij de macht over de Unie van Socialistische Sovjet Republieken over. Daarmee was de partijbureaucratie verenigd onder één man; Joseph Stalin. De stalinisten begonnen meteen met het uitschakelen van kritische bolsjewieken. Trotsky verloor in 1925 zijn post als volkscommissaris. Alexandra Kollontai werd min of meer verbannen naar het buitenland als sovjet ambassadeur, daarmee was ze uitgeschakeld. Ze leefde nog tot 1952 een leven als sovjet ambassadeur in Noorwegen, Mexico en Zweden!

Het lichaam van Lenin werd een reliek voor de nieuwe staatsreligie van de Sovjet Unie. Overal werd Lenin’s gezicht getoond, hij werd een icoon en iedereen moest respect voor hem hebben. Duizenden Lenin beelden werden gemaakt, meestal werd hij afgebeeld naast Joseph Stalin die zich presenteerde als trouwe opvolger van Lenin. Na 1929 werd de stalinistische persoonlijkheidscultus zeer sterk. Helemaal zou de persoonlijkheidscultus rond sovjet leiders pas in 1991 ophouden, met de val van de Sovjet Unie!

Joseph Stalin maakte in 1925 ook vijanden binnen zijn eigen bureaucratie. Zelfs zijn beste vrienden; Zinoviev en Kamenev vonden dat hij gevaarlijk werd. Ze besloten om samen met Leon Trotsky tegen Stalin te vechten. De generaal secretaris zag dit aan als verraad en keerde het hele partij apparaat tegen Zinoviev en Kamenev. Ondanks het dappere verzet van Trotsky lukte het hem niet om de partij te redden uit de klauwen van de stalinisten. Op het 15de partijcongres in 1927 werden Leon Trotsky, Giorgy Zinoview en Lev Kamevev door het partijcongres uit de communistische partij gezet.

Zinoview en Kamenev vonden het heel erg dat ze door hun partij uitgestoten waren. Ze smeekte Stalin om weer toegelaten te worden. De grote leider ging akkoord, maar eerst moesten Zinoview en Kamenev leugens verspreiden over Leon Trotsky en de oppositie. Ze deden het en werden in 1928 weer toegelaten tot de partij. Echter een post in het centraal comité konden ze vergeten. Die posten waren nu gevuld met trouwe aanhangers van Stalin, zoals Molotov.

Leon Trotsky weigerde om te capituleren voor Stalin. Hij werd in 1929 uit de Sovjet Unie verbannen. Met de overwinning van de stalinisten op de anti-stalinistische bolsjewieken in 1927 was de stalinistische contrarevolutie in de Sovjet Unie geslaagd. Tot 1991 zouden ze de USSR besturen en in naam van Marx en Lenin de arbeidersklasse onderdrukken. Maar helemaal veilig voelde zich de stalinisten na 1927 niet. Stalin vreesde zijn oude tegenstanders. Ook al had hij de totale macht, toch vreesde hij de oude bolsjewieken en hun invloed op de Sovjet Unie!

De economie van de Sovjet Unie was van 1921 tot 1929, een gedeeltelijke markt economie. De staat had veel invloed, maar de bedrijven werkte volgens markt regels. Deze Nieuwe Economische Politiek ( NEP ) zorgde ervoor dat de Sovjet Unie, haar economisch niveau van 1913 bereikte. De NEP was vooral ingevoerd om de boeren rustig te houden. Die hadden de bolsjewieken fel bestreden tijdens de burgeroorlog. Om die boeren rustig te houden werd in 1921 de NEP ingevoerd.

Maar de NEP was geen goede marxistische propaganda. De Sovjet Unie had een gedeeltelijke kapitalistische economie en dat vond Stalin maar niets. Hij wou het agrarische land ombouwen tot een machtige industrie natie. Daarom begon hij in 1929 met het invoeren van het vijf jaren plan. De gehele economie werd gecollectiviseerd. In principe is dat niet verkeerd, maar de manier waarop was barbaars, ondemocratisch en gewelddadig!

De sovjet landbouw heeft lange tijd geleden onder deze waanzinnige politiek. Aan de vooravond van de collectivisatie, bedroeg de productie 109 miljoen poed (een tsaristische gewichtsmaat). Op het hoogtepunt van het collectivisatieprogramma was dat terug gebracht tot 48 miljoen. De boeren lieten massa slachtingen plaatsvinden onder het vee, omdat de boeren dit verkozen boven het afstaan van hun kudden aan het collectief. Het aantal schapen nam af met 66%, het aantal paarden met 55%!

Een logisch gevolg van deze massa collectivisatie was honger. Een hongersnood trok door het land en trof vooral Oekraïne. Daar stierven in 1932 ongeveer 8 miljoen sovjet boeren aan honger. 3 miljoen daarvan waren kinderen, ze stierven door ondervoeding. Sommigen beweren dat Stalin deze hongersnood opzettelijk heeft veroorzaakt. Hij zou de oppositie tegen zijn bewind in Oekraïne willen uitmoorden. Tot de dag van vandaag is er een felle discussie over dit onderwerp. Rusland beweert dat die 8 miljoen stierven door de collectivisatie, terwijl Oekraïne beweert dat Stalin opzettelijk deze hongersnood heeft veroorzaakt. 

Na de collectivisering van de economie begon het grote terreur. Dit terreur moest voor eens en voor altijd alle tegenstanders van Stalin afmaken. Oude critici van de partijbureaucratie werden nu geroyeerd en opgepakt. Zinoview en Kamenev behoorde tot de slachtoffers van de stalinistische zuiveringen. Ook de leider van de Rechtse Oppositie in de Sovjet Unie; Nicolai Bukharin werd opgepakt en vermoord. Stalin had met Bukharin samengewerkt tegen de Linkse Oppositie van Trotsky. Nu was de NEP voorstander niet meer nodig. Als aanhanger van de NEP werd Bukharin neergezet als ‘’kapitalistische’’ revisionist!

Niet alleen arbeiders en boeren werden het slachtoffer van de zuiveringen. Ook het militair werd geraakt. Duizenden officieren werden vermoord, zelfs leden van het opperste militair werden geëxecuteerd. De waanzin van Stalin leidde er toe dat hij in 1941 slecht voorbereid was op de Duitse invasie. Het Rode leger was door de zuiveringen niet in staat om de Duitsers in 1941 tegen te houden. Pas na de overwinning bij Stalingrad kon Stalin’s leger de nazistische vijand het hoofd bieden!

De zuiveringen van 1936-1938 hadden ook impact op de partijbureaucratie, de angst voor Stalin groeide. Niemand durfde hem tegen te spreken, iedereen gedroeg zich als een trouw aanhanger van Stalin’s socialisme in eigen land. De grote leider was eigenlijk helemaal niet zo groot. Hij was slechts 1.62 meter lang. Maar op propaganda plaatjes werd Stalin altijd groot en machtig afgebeeld. Tijdens de parades in Moskou, stond hij op een verhoging zodat het leek alsof hij groter was!

Het hoogte punt van de grote zuiveringen was misschien de Moskou processen. Deze rechtszaken werden door Stalin gebruikt om zijn tegenstanders te laten berechten voor misdaden die hij meestal zelf verzonnen had. Zinoview en Kamenev werden berecht tijdens die processen en veroordeeld tot de dood. Bijna alle sovjet leiders van 1934 werden afgezet, vermoord of verbannen. Alleen een zeer trouwe stalinistische kern bleef bestaan. Deze elite zouden de toekomstige leiders van de Sovjet Unie worden.

Na de tweede wereld oorlog was de Unie van Socialistische Sovjet Republieken opper machtig. Stalin had oost Europa en oost Duitsland in bezit. De stalinistische bureaucratie liet haar marionetten aan de macht komen. In oost Duitsland dwong Stalin de sociaal democratische SPD te fuseren met de stalinistische KPD. Uit die fusie ontstond de SED en die partij zou tot 1989 de DDR besturen!

In China kwam Mao Zedong aan de macht. Deze Chinese stalinist was sinds 1935 de leider van de Chinese Communistische Partij. Ondanks hun overeenkomsten waren Stalin en Mao niet elkaars beste vrienden. Mao geloofde in een boeren revolutie en zijn maoïsme was gebaseerd op de boeren en niet op de arbeiders. Hij streefde een ‘’socialistische’’ boerenstaat na en was geen slaafje van Moskou. De relatie tussen Stalin en Mao bleef dus zakelijk!

De jaren 1945-1953 waren zwaar voor oost Europa. De stalinisten voerde een klassieke stalinistische koers en verheerlijkte Stalin. Met dwang en terreur werden de oude oost Europese landen omgebouwd tot stalinistische landen. De planeconomie bracht best wat welvaart, maar doordat de arbeiders geen inspraak hadden bleven de economieën van het oost blok ver onder het niveau van het kapitalistische westen. De media van de bourgeoisie in het westen, gaf het marxisme de schuld van de zwakke oosterse economie. Volgens hun was het socialisme onder gesteld aan het kapitalisme. Sommigen gingen dat echt geloven!

De stalinistische bureaucratie in Moskou was het terreur langzaam zat. Het Stalin tijdperk had zijn tol geëist. Vooral de gehate NKVD bracht veel onheil, ook over de leden van de partijbureaucratie. NKVD leider; Beria was de Heinrich Himmler van Stalin. Hij liet elke critici tegen het stalinistische bewind oppakken en afvoeren naar concentratiekampen. De angst tegen Stalin liep zelf zo hoog op dat niemand durfde te stoppen met applaudisseren als hij een toespraak hield!

Gelukkig hoefde de partijbureaucratie niet lang te wachten. In maart van het jaar 1953 stierf de man die ze in 1924 aan de macht geholpen hadden. Joseph Stalin’s dood kwam als een redding. De stalinisten kozen Nikita Khrushchev als nieuwe generaal secretaris.De dood van Stalin zorgde voor diepe rouw in de Sovjet Unie. Ondanks het leed dat Stalin veroorzaakt had kwamen duizenden sovjet burgers naar zijn lijk kijken. Velen huilden, ze huilde uit angst voor de toekomst. Sinds 1924 was Stalin hun grote leider geweest. Nu was hij dood en stonden ze voor een onzekere toekomst!

Nikita Khrushchev volgde drie jaar de klassieke stalinistische koers. Hij liet Stalin naast Lenin leggen en zorgde ervoor dat iedereen de grote leider trouw bleef. De hele wereld verwachtte dat de sovjet bureaucratie trouw zou blijven aan het klassieke stalinisme. Het 20ste partij congres leek dan ook typisch stalinistisch congres te worden. Maar alles werd anders toen Nikita Khrushchev het lef had om de misdaden van Stalin aan de wereld bloot te stelen. Sinds 1927 had niemand kritiek gegeven op Stalin. De shock was enorm, maar het merendeel van de bureaucratie was opgelucht!

Joseph Stalin werd verwijderd uit het openbare leven. Zijn standbeelden werden neergehaald en zijn naam verwijderd van monumenten. In 1961 liet Nikita Khrushchev het lichaam van Stalin uit het mausoleum van Lenin halen. De grote dictator werd begraven in de muur van het Kremlin naast andere sovjet politici. Khrushchev maakte een einde aan de persoonlijkheidscultus rond Stalin, maar het icoon Lenin bleef bestaan. Juist omdat Stalin nu weg was werd alle aandacht gegeven aan Lenin. Nog meer beelden werden van hem gemaakt en overal neergezet!

Ook kregen de sovjet burgers meer vrijheden. Kritiek op de partijbureaucratie bleef verboden, maar de communistische partij bemoeide zich minder met het persoonlijke leven van de sovjet burgers. Voor de partij elite kwam dit heel goed uit. Nu konden ze min of meer genieten van hun status als leiders van een ‘’arbeiders’’ staat, zonder dat een almachtige leider ze in de gaten hield. De gehate NKVD kreeg een nieuwe naam; KGB. Beria werd door de reformistische stalinisten afgezet en na een kort proces ( helemaal in stalinistische stijl ) vermoord!

Uiteindelijk vond de bureaucratie dat de hervormingen te ver gingen. De neostalinist Leonid Brezhnev werd in 1964 gekozen tot generaal secretaris van de communistische partij. Onder zijn bewind werden enkele hervormingen terug gedraaid. Brezhnev was een liefhebber van luxe dingen. Hij hield van de jacht, liet zich rondrijden in westerse auto’s en droeg kilo’s aan onderscheidingen, die hij zich zelf gegeven had. Brezhnev genoot van het elitaire leven als generaal secretaris en was het symbool van de enorme zelfverrijking van de partijbureaucratie!

Op 10 november 1982, stierf Leonid Brezhnev. Hij werd opgevolgd door Adropov en Chernenko. Beidde sovjet leiders waren oude mannen die beiden geen drie jaar volhielden voordat ze stierven. In 1985 koos de communistische partij een jongere leider. Deze leider had de naam Mikhail Sergeyevich Gorbachev. Gorbachev zag dat de Sovjet Unie zeer slecht liep. Dus besloot hij om zware hervormingen door te voeren. De USSR moest het Chinese model volgen en een markt economie aannemen, dat was zijn plan. Helaas liet Gorbachev krachten los die hij niet meer kon tegenhouden. Met de ondergang van de Sovjet Unie in 1991 kwam de voorspeling van Leon Trotsky uit. De kapitalistische contrarevolutie lukte alleen, doordat de partijbureaucratie 70 jaar lang leugens en illusies had verspreidt!

De Russische conflicten met Georgië

De Republiek Georgië is anno 2012 een rechts land, waar een charmante leider de media en de staat bestuurd. Corruptie is groot en de armoede en sociale ongelijkheid ook. De president van Georgië is Mikheil Saakashvili, een nationalistische conservatief en een vriend van grote bedrijven en het Amerikaanse imperialisme. Met Rusland heeft deze Saakashvili veel conflicten. Met nationalistische propaganda en met het Sovjet verleden poogt hij zijn volk op om tegen Rusland te zijn.

Georgië was tot 1918 onderdeel van het Russische Imperium. Toen de Tsaar afgezet werd in februari 1917 zag de bourgeoisie van Georgië haar kans. Er was echter één groot probleem. De arbeidersklasse van het land stond niet positief tegen over de traditionele kapitalistische partijen. Echter de Sociaal Democratische Arbeiders Partij van Georgië was wel heel populair.

De mensjewieken domineerde de SDAPG. Ze besloten om de bourgeoisie te steunen in hun onafhankelijkheidsverklaring voor het land. Anders dan de bolsjewieken waren de mensjewieken tegen een socialistische revolutie. Ze waren voorstanders van een parlementaire democratie en een kapitalistische economie. In 1918 riepen de mensjewistische leiders de Democratische Republiek Georgië uit.   

Rusland werd in november 1917 een socialistische republiek. De bolsjewieken waren daar aan de macht gekomen. Aangezien de mensjewieken de contrarevolutie steunde werden ze in Rusland verboden. Sovjet leider Lenin besloot om een vredesverdrag met Georgië te tekenen. De mensjewieken gingen akkoord en beloofde dat ze de witte legers niet zouden steunen.

Later bleek dat dit niet helemaal klopte. Stiekem stond de regering van Georgië wel positiever tegenover de anticommunisten dan tegenover de bolsjewieken. In Georgië zelf werden de bolsjewieken tegengewerkt en ze mochten niet meedoen met de verkiezingen van 1919. Toch was dat geen rede om het land te bezetten. Sovjet Rusland had andere problemen, echter één man wou dolgraag dat Georgië deel van de nieuwe Sovjet-Unie werd; Joseph Stalin.  

Stalin was een Georgiër en hij wou dat zijn geboorteland een Sovjet republiek werd. In 1921 besloot hij om een slim plan te bedenken. Aangezien de bolsjewieken in Georgië het moeilijk hadden bedacht hij een plan om de Centrale Sovjet Regering ervan te overtuigen dat de Georgische arbeidersklasse om hulp vroeg tegen de mensjewistische regering. Stalin’s plan lukte, Lenin raakte overtuigd dat de arbeiders in opstand kwamen en de hulp van het Rode Leger nodig hadden.

De Sovjet invasie van Georgië in 1921, wordt door de huidige rechtse regering verheerlijkt als een ‘’bolsjewistische misdaad’’. Ook de socialistische partijen van Europa waren woedend toen hun mensjewistische vrienden omver geworpen werden. De Europese socialistische partijen keerde zich fel tegen Sovjet Rusland en noemde Lenin een Russische imperialistische tiran.  De bourgeoisie van Europa moet heel tevreden geweest zijn met het slimme spel van Joseph Stalin. Nu ook de socialistische partijen zich tegen Sovjet Rusland keerde stond het internationale kapitalisme nog sterker tegen de Sovjet-Unie!

In februari 1921 viel de Democratische Republiek Georgië, hun leger bleek niet bestand tegen het enorme Rode Leger van Sovjet Rusland. De bolsjewieken stichtte de Georgische Socialistische Sovjet Republiek. Maar waar Trotsky al bang voor was bleek werkelijkheid. De arbeidersklasse was helemaal niet blij met de zogenaamde ‘’bevrijding’’. Veel arbeiders kwamen onder invloed te staan van anticommunistische nationalisten. Deze zorgde voor een massieve opstand in augustus 1924.

10.000 mensen lieten de bolsjewieken vermoorden tussen 1921 en 1924 waaronder veel aanhangers van de contrarevolutie. Toch was Lenin niet blij met de manier waarop Stalin zijn werk deed in Georgië. Hij vond dat er pogingen gedaan moesten worden om de arbeiders over te halen om het socialisme te steunen. Met brut geweld was niets op te lossen. Helaas raakte Lenin eind 1922 ernstig ziek. Stalin gaf het bevel dat Lenin rust nodig had en dat alleen de communistische partij mocht bepalen wie hem zag. De zieke Sovjet leider werd geïsoleerd door zijn eigen partij. Tot zijn dood in januari 1924 leefde Lenin eenzaam!

De Georgische Socialistische Sovjet Republiek kende een korte periode van bloei. Tussen 1921 en 1930 had het land veel culturele vrijheden. Deze vrijheden werden zwaar beperkt toen Stalin volledig de macht overnam. Tijdens het grote terreur in de jaren 30 werden 150.000 mensen afgevoerd naar de concentratiekampen. Velen waren trouwe bolsjewieken die Stalin juist gesteund hadden in de jaren 20. 

Tijdens de tweede wereld oorlog stuurde Sovjet Georgië, 700.000 soldaten naar het front. 350.000 van hun werden gedood in wat de Grote Patriottistische Oorlog genoemd werd. Lavrentiy Pavlovich Beria was Stalin rechter hand sinds 1938. Hij was de Heinrich Himmler van de Sovjet-Unie. Een wrede man die leider werd van de beruchte NKVD. Net als zijn meester Stalin, was Beria een Georgiër. Hij en Stalin waren partners in crime. Samen waren ze verantwoordelijk voor heel wat leed in zowel Rusland als in Georgië.     

Na 1950 begon de centralistische macht van Moskou af te nemen. De locale Sovjet Republieken kregen meer te zeggen. Vooral na de dood van Stalin en de hervormingen van Nikita Sergeyevich Khrushchev. Deze laatste Sovjet leider begon aan een periode van liberalisaties waardoor de locale Georgische Communistische Partij meer macht kreeg. Helaas groeide de corruptie ook enorm. Van alle Sovjet republieken werd gezegd dat de bureaucraten van de Georgische Socialistische Sovjet Republiek het meest corrupt waren. Uiteindelijk kreeg ook Moskou te horen dat de corruptie enorm was in het land. De schaamte daarover was enorm. Want corruptie is in een ‘’arbeidersstaat’’ niet mogelijk, althans dat beweerde de Sovjet regering. Grappig is dat naast de planeconomie er ook een schaduweconomie bestond. Een kapitalistische schaduweconomie, waar de bureaucraten en de bewoners van Georgië mee bezig waren. Achter de rode vlag en de marxistische leer waren de staatsbureaucraten gewoon stiekem bezig met kapitalistische zakjes.

Een groot protest ontstond in 1978. Het nationalisme onder veel jongeren was gegroeid en men was woedend toen de Georgische Communistische Partij, besloot om de officele status van de Georgische taal te verwijderen. De landstaal was Georgisch, maar de partij wou dat verwijderen uit de grondwet. Veel Georgiërs waren woedend en trokken door de straten om te demonstreren. Moskou was geschrokken en gaf de Georgische stalinisten de opdracht om het Georgisch weer officieel tot landstaal te maken.

In 1985 werd de conservatieve stalinist; Jumber Patiashvili leider van de Georgische SSR. Hij was geen vriend van Gorbachev en hield niet van de hervormingen die Moskou doorvoerde. In 1989 kwam het tot grote confrontaties tussen nationalistische jongeren en de stalinistische overheid. Op 9 april van dat jaar werden twintig demonstranten vermoord door het Sovjet leger, dat het vuur opende op een vreedzame demonstratie. Hierdoor groeide de haat tegen de stalinistische overheid nog meer.

Op 28 oktober 1990 werden vrije verkiezingen gehouden. De anticommunistische coalitie van liberalen, conservatieven en anticommunisten wonnen de verkiezingen. In mei 1991 werd  president Gamsakhurdia, de eerste leider van de Republiek Georgië. Hij was echter een autoritair iemand die meteen jacht ging maken op politieke tegenstanders. Het volk werd woest en wou geen stalinistische dictatuur inruilen voor een kapitalistische dictator. De anti- Gamsakhurdia oppositie partijen verenigd zich en dwongen de autoritaire president om te vluchten naar de Tsjetsjeense Republiek in de Russische Federatie.

De separatisten in Abchazië wouden hun land losrukken uit Georgië. De nationalisten in Georgië waren daar niet blij mee. Nadat ze Gamsakhurdi hadden verjaagd kwam Eduard Ambrosis dze Shevardnadze aan de macht. Hij was een patriot en een voorstander van een verenigd Georgië. Hij stuurde het leger op de opstandelingen af. De Russische Federatie steunde echter de opstandelingen, wat tot een korte oorlog met Rusland leidde. De oorlog tussen Georgië en Rusland duurde slechts een kort jaar.

Die korte oorlog zorgde voor een vijandelijke sfeer tussen Rusland en Georgië. De Georgische nationalisten zeggen dat Rusland het nooit zal accepteren dat Georgië nu een vrij land is. Zij zeggen dat de Russen nog altijd woedend zijn dat ze Georgië verloren.

Shevardnadze werd een goede vriend van de VS en het kapitalisme. Maar zijn eigen volk vond hem steeds minder een man van Georgië. Vooral de nationalisten vonden het maar niets dat hij zulke goede vriendjes was met buitenlandse bedrijven. Een jonge nationalistenleider was Mikheil Saakashvili. Hij stichtte de Verenigde Nationale Beweging, een liberale nationalistische partij. Saakashvili speelde op de woede van het volk tegenover de kapitalistische elite, hij speelde het spel zo slim dat hij mensen overtuigde dat hij beter was dan Shevardnadze. Om alles nog nationalistischer te maken ging de Verenigde Nationale Beweging een oude middeleeuwse vlag gebruiken. Deze vlag was volgens Mikheil Saakashvili de echte vlag van Georgië en niet de mensjewistische vlag van 1918!

In 2003 leidde Mikheil Saakashvili de rozen revolutie tegen de regering van Shevardnadze. Die moest vluchten en de Verenigde Nationale Beweging won de verkiezingen. Daarop werd de vlag van Georgië vervangen door de middeleeuwse vlag. Mikheil Saakashvili beloofde alles te doen voor zijn volk. Maar de nationalisten leider bleek vooral gek te zijn op de neoliberale EU en de westerse wereld.

Rusland werd gehaat door Mikheil Saakashvili. Hij vond dat de Russen de grootste imperialisten waren. Dat liet hij duidelijk merken. Georgië koos altijd de kant van de Amerikanen en haalde de woede van de Russen over zich heen. Vooral met Vladimir Poetin waren de relatie bitter slecht. In 2008 wou Goergie laten zien dat ze sterk waren. Het werd tijd om de opstandige provincies Abchazië en Zuid Ossetië te bezetten. Rusland steunde sinds 1992 deze twee opstandige provincies. Een aanval van Georgië zou zeker tot oorlog leidden.

Dat was ook precies wat er gebeurde. De Russische overheid was woest toen Georgie de opstandige provincies aanviel. Rusland stuurde soldaten om zogenaamd de provinvies te helpen. Rusland deed alsof ze de separatisten wouden helpen. Maar de kapitalistische dictatuur rond Vladimir Poetin is er niet voor bevrijding van volkeren. Rusland wil macht en invloed en ze willen natuurlijk laten zien hoe sterk ze zijn.

De oorlog tussen Rusland en Georgië in 2008 duurde 9 dagen. Tijdens deze negendaagse oorlog stierven 200 burgers. 171 Georgische soldaten sneuvelde samen met 71 Russische soldaten. Maar de pogingen om Abchazië en Zuid Ossetië te veroveren mislukte. Een grote nederlaag voor Mikheil Saakashvili. Na de oorlog erkende Moskou de onafhankelijkheid van de opstandige separatisten. Alleen Rusland erkend de landen Abchazië en Zuid Ossetië.

Het jaar 2012 is aangebroken. President Mikheil Saakashvili zit nu bijna 9 jaar op de troon van zijn Republiek Georgië. Maar het volk begint boos te worden. Armoede en sociale ongelijkheid zijn er nog steeds. Ook is men het zat dat de president zo veel macht heeft over de media, die natuurlijk allemaal hem steunen. Veel buitenlandse journalisten merken dat ook Mikheil Saakashvili een autoritair karakter heeft. Tegenstanders worden gelijk geschakeld met Russische agenten. Wie niet nationalistisch denkt is een vijand van het volk.

Een echte linkse oppositie bestaat niet in Gerogie. Alle partijen zijn rechts en nationalistisch. Want niemand wil een ‘’smerige communist’’ genoemd worden door de pro- Mikheil Saakashvili media. De stalinisten in het land bestaan nog, maar zijn hulpeloos verdeeld in twee communistische partijen.

Wat heeft het kapitalisme allemaal voor verbeteringen gebracht? Niets! Er is vrijheid, maar die vrijheid is schijn. Armoede en sociale ongelijkheid zie je overal. Natuurlijk in niet in de hoofdstad waar de elitaire aanhangers van de president wonen. Toch stemt nog steeds een meerderheid van het volk op de nationalistische partij van Mikheil Saakashvili. Vrees voor Rusland is de oorzaak. Veel Georgiers zijn als de dood voor een tweede Russische bezetting. Dat wordt hun elk jaar duidelijk gemaakt als men de invasie van 1921 herdenkt. Communisten krijgen het dan extra zwaar. Het marxisme wordt vervloekt en gehaat door de media van het land. Ondertussen worden de Georgische groot kapitalisten flink rijk door de lage lonen en de lage belastingen!

President Mikheil Saakashvili zal nog wel een tijdje aan de macht blijven. Zolang hij de media bestuurd en het volk bang maakt voor een Russische invasie, wint hij elke verkiezing. Een arbeiderspartij is nodig tegen dit soort rechtse types. Een arbeiderspartij voor al die arbeiders die een zwaar leven hebben, dankzij de rechtse regering en haar president Mikheil Saakashvili!

De Sovjet Nomenklatura

Voor de aanhangers van de burgerlijke democratie en het kapitalisme, is alles heel zwart-wit als we praten over de Sovjet nomenklatura. De geschiedenisboeken ( geschreven door burgerlijke geschiedenisschrijvers ) spreken over hoe een kleine elite bolsjewieken, de macht grepen in Rusland. Deze elite van Vladimir Lenin won de burgeroorlog en bouwde een ‘’communistische’’ dictatuur op. Punt uit einde verhaal! Dat schrijven de geschiedenisboeken. De werkelijkheid is echter niet zo zwart-wit als men ons wil laten geloven. 

Nomenklatura is een Russische term. Het gaat hierbij om mensen die behoorde tot de stalinistische bureaucratie. Deze Sovjet bestuurders waren de machthebbers van de Sovjet-Unie tussen 1922 en 1991. 

De oudste leden van de nomenklatura hadden nog gewerkt onder de Tsaar en de regering van Alexander Kerensky. Toen de Russische burgeroorlog in 1917 uitbrak, hadden de bolsjewieken geen eigen leger. Daarom sloten de meeste partijleden van de Russische Communistische Partij zich aan bij het nieuwe Rode Leger van Leon Trotsky. Maar wie moest Sovjet Rusland besturen? Sovjet leider Vladimir Lenin werd gedwongen om oude tsaristische bureaucraten in dienst te nemen. Deze mensen waren onbetrouwbaar en zeker niet communistisch ingesteld. Toch had Lenin geen keus, deze bureaucraten waren hard nodig omdat zijn eigen mensen in het Rode Leger vochten. 

Tussen 1917 en 1922 stierven één miljoen bolsjewieken, dat verzwakte de communistische partij en gaf de niet-communistische bureaucraten nog meer macht. De nieuwe laag partijleden die na 1922 lid werden, waren niet altijd bereid om een arbeidersleven te leiden. Vooral de staatsbureaucraten eiste speciale privileges, beter voedsel, betere huizen en hogere salarissen. 

Joseph Stalin werd in 1922 generaal secretaris van de Russische Communistische Partij. Hij was de man die de Sovjet bureaucratie graag zag. Hij was sterk en zette zich in voor de opbouw van het ‘’socialisme in eigen land’’. Dat was wat de bureaucratie wou, want de internationale revolutie was voor hun niet belangrijk.   


Stalin steunde ook de Nieuwe Economische Politiek. Deze NEP was in 1921 ingevoerd en verving het oorlogscommunisme. De NEP was een markt economie, bedoeld om Rusland uit de chaos te redden. Stalin en de rechtse oppositie binnen de communistische partij steunde deze markt economie, tegen de zin van de linkse oppositie ( Leon Trotsky ).

Eind 1922 zag de zieke Lenin, dat zijn Unie van Socialistische Sovjet Republieken veel bureaucratische misvormingen had. Één van die misvormingen was volgens Lenin de absolute macht van Stalin en de bureaucratie die hij vertegenwoordigde. De staatsbureaucratie leefde niet volgens de idealen van het marxisme. Leden van de bureaucratie wouden meer hebben dan de gewone arbeiders. Van democratie was nauwelijks meer spraken. De arbeidersraden van 1917 waren spreekbuizen geworden voor de communistische partij. Alleen binnen de partij waren democratische debatten nog mogelijk.    

Op 21 januari 1924 stierf Lenin, daarmee was de grootste tegenstander van de stalinisten al uit de weg geruimd. Leon Trotsky en zijn linkse oppositie werden toen het gezicht van de anti-bureaucratische bolsjewieken. Binnen het politbureau van de partij, vocht Trotsky een bittere strijd tegen de pro-Stalin trojka. Deze trojka bestond uit;

1: Joseph Stalin
2: Lev Kamenev
3: Grigory Zinoview  

Kamenev en Zinoview hielpen Stalin in zijn strijd tegen Trotsky. Zo zorgde ze ervoor dat Lenin’s kritiek op Stalin nooit werd openbaard en Zinoview versterkte de positie van stalinistische communisten binnen de Communistische Internationale. De alliantie tussen Stalin, Kamenev en Zinoview hield tot 1926 stand. Toen pas ( en veel te laat ) merkte Kamenev en Zinoview hoe Stalin hun buitenspel had gezet. Ze waren slechts pionnen geweest in het sluwe spel dat Stalin speelde. 

In wanhoop sloten Kamenev en Zinoview een alliantie met Leon Trotsky. Deze alliantie kreeg de naam; Verenigde Oppositie. Maar het was te laat. Stalin was in 1926 zeer machtig en had al de steun van de Sovjet geheime politie ( de OGPU ). In oktober 1927 had Joseph Stalin de meerderheid in het centraal comité van de partij. Hij liet meteen Leon Trotsky, Lev Kamenev en Grigory Zinoview royeren uit de Unie Wijde Communistische Partij.  

De rechtse oppositie binnen de partij werd vertegenwoordigd door de jonge Nicolai Bukharin. Deze jonge man was een vurige aanhanger van de NEP. Hij vond dat deze markt economie een goede stap was richting het socialisme. Stalin kon zich in hem vinden en maakte een bondgenootschap met de leden van Bukharin’s rechtse oppositie. Daardoor kreeg Stalin de steun van Alexei Rykov, de premier van de Sovjet-Unie. Rykov was een gematigde bolsjewiek en was na de dood van Lenin, premier van het land geworden. 

Met steun van de rechtse oppositie en zijn bureaucratie liet Stalin in 1927, zijn grootste tegenstanders uit de partij zetten. Lev Kamenev en Grigory Zinoview waren geshockt en smeekte Stalin om weer toegelaten te worden tot de communistische partij. Nu kon de ‘’grote leider’’ eisen stellen. Kamenev en Zinoview moesten Trotsky neer zetten als een vijand van het marxisme leninisme. Ook moesten ze hun fouten publiekelijk toegeven en Stalin steunen. Ze deden het en werden weer partijlid. Echter het centraal comité en het politbureau van de Unie Wijde Communistische Partij, zaten nu vol met rechtse bolsjewieken en stalinisten. 

Stalin begon na zijn overwinning op Trotsky, met de invoering van een planeconomie. De markt economie van de Sovjet-Unie moest vervangen worden. Nicolai Bukharin was geen voorstander van een planeconomie. Dus liet Stalin hem op 12 november 1929 uit het politiebureau plaatsen, hij bleef nog wel partijlid. Toen was Stalin heer en meester van de communistische partij. Democratische debatten werden praktisch onmogelijk gemaakt. Daarmee kwam een einde aan het democratische centralisme binnen de Unie Wijde Communistische Partij en begonnen de jaren van absolute stalinistische heerschappij. 

De Sovjet nomenklatura groeide in de jaren 30. Terwijl Stalin’s enorme collectivisaties veel slachtoffers eiste onder de boeren bevolking, hadden de bureaucraten in Moskou een goed leven. Stalin bouwde de eerste Sovjet flats voor zijn nomenklatura. Flats waren in de jaren 30 alleen voor de trouwste stalinisten. Ze hadden warm water en elektriciteit, een luxe voor 1930. De meeste Sovjet burgers zouden pas in de jaren 60/70 kennis maken met de flat gebouwen. Tegen die tijd leefde de nomenklatura niet meer in flats, maar in luxe villa’s.

Rond 1930 was 90% van de Sovjet landbouw in de handen van de staat. Stalin wou de druk opvoeren en begon met een vijf jaren plan. In dit vijf jaren plan moest de Sovjet-Unie zich omtoveren tot een machtige industrie natie. De planeconomie deed haar werk verassend goed. In 1935 waren de eisen die in 1930 gesteld waren niet alleen gehaald, maar zelfs overtroffen. Stalin moet verbaast geweest zijn over de enorme mogelijkheden die een planeconomie met zich meebrachten. Er was echter een schaduwzijde. De economie van de Sovjet-Unie was in staat om grote projecten makkelijk uit te voeren. Maar de eisen van de burgerbevolking liet men links liggen. Er kwam al snel een hongernood die in 1932 meer dan 8 miljoen doden kosten. 

In 1934 stierf de populaire Leningrad leider; Sergey Kirov. Deze man was zeer populair bij de bevolking van Leningrad. Kriov had veel kritiek op de collectivisaties en de manier waarop Stalin omging met andere bolsjewieken. Toen Sergey Kirov slechts twee negatieve stemmen kreeg tijdens de verkiezingen van het centraal comité in 1934, was de maat vol. Stalin gaf zijn NKVD ( voorloper KGB ) de opdracht om Kirov te doden. 

De NKVD deed haar werk en in het diepste geheim schoot een geheime agent, Kirov vlak voor zijn woning neer. Stalin had weer gewonnen. Hij ‘’rouwde’’ officieel om de dood van Kirov en verklaarde dat hij een held van de Sovjet-Unie was.  Twee jaar later begon het grote stalinistische terreur.

De Sovjet nomenklatura had dit terreur liever niet gehad. Maar Stalin vreesde de macht van oude bolsjewieken. Kamenev, Zinoview en Bukharin waren nog populaire types. Echter Stalin had genoeg van de oude bolsjewieken. Hun invloed en vermoedelijke kritiek wou hij niet langer tolereren. De grote Moskou processen begonnen. Stalin klaagde duizenden bolsjewieken aan voor misdaden tegen de sovjet staat. Nadat hij eerst Kamenev, Zinoview en Bukharin had geroyeerd liet hij hun oppakken, berechten en executeren. 

600.000 partijleden werden tussen 1936 en 1938 vermoord. Hiermee maakte Stalin definitief een einde aan de laatste bolsjewieken die met Lenin de revolutie hadden doorgevoerd. Stalin en zijn bende genoten van het leed en de angst. De nomenklatura was echter alles behalve tevreden, maar ook bij hun heerste de angst voor de NKVD. Hoewel de Sovjet bureaucratie loyaal was aan Stalin, vreesde men de paranoia van de ‘’grote leider’’ De angst voor Stalin ging zelfs zo ver dat niemand durfde te stoppen met applaudisseren, een bel moest steeds aangeven wanneer men mochten stoppen. 

Tussen 1938 en 1953 had Stalin enkele zeer trouwe bondgenoten. Deze waren;

1: Vjatsjeslav Molotov
2: Lavrenti Beria
3: Nikita Khrushchev

Vjatsjeslav Molotov was in 1930 premier van de Sovjet-Unie geworden. In theorie was hij staatsleider, echter doordat Stalin al sinds 1922 leider van de communistische partij was, stond Stalin boven Molotov. In stalinistische landen staat de partij boven de arbeidersstaat. Lavrenti Beria was Stalin’s NKVD lieveling. Hij was ook van Georgische afkomst en deelde Stalin’s wreedheid. Als er twee personen zijn waarmee je Stalin en Beria kunt gelijkschakelen dan zijn het Hitler en Himmler. Himmeler’s SS en Beria’s NKVD hadden dezelfde functies.  

Nikita Khrushchev was een bureaucraat. Een man die precies wist hoe hij aan de top van de nomenklatura kon komen. Een stalinist die loyaal was aan het stalinisme sinds 1932. Khrushchev werkte aan de Moskou Metro en kreeg voor zijn werk de Orde van Lenin. Toen het stalinistische terreur in 1936 begon, gaf hij namen door aan de NKVD. 41,305 mensen werden op aanraden van Nikita Khrushchev opgepakt. 8.500 moesten geëxecuteerd worden zei hij!

Na de tweede wereld oorlog liet de Sovjet nomenklatura, in oost Europa stalinisten aan de macht zetten. Deze stalinisten werden al snel de nomenklatura van oost Europa. In de Duitse Democratische Republiek werden de leden van de Socialistische Eenheidspartij van Duitsland de oost Duitse nomenklatura. In Polen waren het de leden van de Poolse Verenigde Arbeiders Partij en in Joegoslavië die van de Liga van Joegoslavische Communisten.  Alle leden van de stalinistische nomenklatura waren loyaal aan de wil en wet van de Sovjet bureaucratie. Er waren echter ook stalinisten die het niet zo nauw namen met de wil en wet van Moskou.

In China werd in 1949, een maoïstische Volksrepubliek gesticht. De Chinese Communistische Partij van Mao Zedong, had echter een eigen opvatting van het marxisme leninisme. De Chinese bureaucratie steunde op de arme boeren en het proletariaat was in China zeer zwak. Dat is het fundamentele verschil tussen het stalinisme en het maoïsme. Stalinisme gaat uit van een arbeiders revolutie. Stalinisten geloven dat de arbeidersklasse het revolutionaire volk is. De maoïsten geloven dat de boeren het revolutionaire volk zijn. 

Hoewel Stalin en Mao bondgenoten waren, was Mao zeker geen slaafje van Moskou. Hij en Stalin hadden een zakelijke relatie en daar bleef het bij! In Europa was Joegoslavië een probleemkind voor Stalin. De Joegoslavische stalinistenleider; Josip Bronz Tito, was een trotse man. Een patriottische Joegoslaaf die zich niet liet rond commanderen door Stalin. In 1948 kreeg Tito ruzie met Stalin en werd Joegoslavië verbannen uit de stalinistische wereld. 

In maart 1953 stierf Joseph Stalin, een grote opluchting voor de Sovjet nomenklatura. De bureaucraten hadden genoeg van Stalin en zijn terreur machine. De NKVD werd ook door de bureaucraten gehaat. Op 23 december 1953 liet de Sovjet nomenklatura, Lavrenti Beria opakken, berechten en executeren. Molotov en Khrushchev besloten om het stalinistische regime te verzachten. Veel bolsjewieken die Stalin had laten vermoorden werden gerehabiliteerd. De NKVD werd ontbonden en in haar plaats kwam de KGB. 

Nikita Khrushchev werd de nieuwe leider van de Sovjet-Unie. Tot 1956 leek het alsof hij een klassieke stalinistische koers zou volgen. Maar de nomenklatura vroeg om hervormingen. Op 25 februari 1956 tijdens het 20ste congres van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie ( CPSU ) gaf Nikita Khrushchev opeens felle kritiek op Stalin en op de persoonlijkheidscultus. Hij probeerde daarmee zijn handen schoon te spoelen, want Khrushchev was zelf ook verantwoordelijk voor heel wat moord en doodslag. Tijdens het grote terreur liet hij tienduizenden oppakken en afvoeren naar de concentratiekampen in Siberië. De kritiek die hij in februari 1956 had op Stalin, was dus heel hypocriet.

De Sovjet nomenklatura was blij met de anti-Stalin toespraak. Maar veel arbeiders waren woedend. Bij de arbeidersklasse had Stalin een heldenstatus. Hij was het, die het Sovjet volk naar de overwinning leidde in 1945. Voor de arbeiders was Stalin een held, zij geloofde in de Stalin van de propaganda, ze kende de ware aard van hun ‘’grote leider’’ niet. Tot op de dag van vandaag leven nog veel Russen met het beeld van Stalin, zoals dat door de propaganda werd verspreid. 

Nikita Khrushchev liet miljoenen gevangenen vrij en sloot veel concentratiekampen. Er was echter één bolsjewiek die nooit gerehabiliteerd werd. Dat was Leon Trotsky. Die was in 1940 door een stalinistische agent in Mexico vermoord. Trotsky bleef tot zijn dood, vechten tegen de nomenklatura en het stalinistische systeem. De bureaucratie haatte hem daardoor en Nikita Khrushchev vond dat de trotskisten nog altijd, staatsvijanden nummer 1 waren. 

Tussen 1956 en 1964 heerste een liberale periode in de Sovjet-Unie. Kunst kreeg veel vrijheid en ook het dagelijkse leven werd minder angstig. De nomenklatura kon eindelijk gaan genieten van hun luxe, zonder de angst om gearresteerd te worden door de NKVD. De nieuwe KGB stond strak onder de controle van de bureaucratie en de nomenklatura hoefde niet bang te zijn. 

Wie wel bang moesten zijn waren arbeiders die te veel kritiek hadden. Want te veel kritiek op de communistische partij bleef taboe. Ondanks de hervormingen bleef de dictatuur van de communistische partij en de nomenklatura bestaan. De beste huizen en de beste banen bleven voor de leden van de stalinistische bureaucratie. Ondanks dat Stalin verdwenen was uit het straatbeeld, was zijn bureaucratie nog steeds aan de macht en dat zou nog 34 jaar zo blijven. 

De Cuba crisis maakte een einde aan de hervormingen van Nikita Khrushchev. De nomenklatura vond Khrushchev te ver gaan tijdens de Cuba crisis. De hervormingen gingen zover dat de bureaucratie bang werd dat het Sovjet volk kritisch zou worden. Een kritisch volk is een gevaar voor elke dictatuur. De nomenklatura dacht met angst terug aan de oost Duitse en Hongaarse opstand.  

Leonid Brezhnev kreeg de meeste conservatieve leden van de nomenklatura achter zich. Brezhnev en zijn neostalinisten namen in 1964 de macht over. Nikita Khrushchev werd uit het politbureau gezet en Brezhnev werd de nieuwe generaal secretaris van de CPSU. Onder deze nieuwe leider begon de grote stalinistische zelfverrijking. Het beste voorbeeld daarvan was Leonid Brezhnev zelf. Kilo’s medailles gaf hij zich zelf. Hij reed in westerse auto’s, genoot van het beste ( westerse ) voedsel en had een levensstijl die overeen kwam met die van een bourgeoisie lid. 

De arbeidersklasse van de Sovjet-Unie moest in krappe flats gaan wonen. Duizenden van deze kille monsterlijke gebouwen werden in de jaren 60/70 gebouwd. De nomenklatura woonde ondertussen in mooie villa’s, vaak in de rustigste wijken. De KGB zorgde er voor dat de huizen van de belangrijkste leiders zeer streng bewaakt werden. Het was vaak zelfs verboden voor gewone mensen om de wijken van de nomenklatura te betreden.

Voor de top bureaucraten van de Sovjet-Unie waren speciale winkels. Hier waren goederen te koop alleen voor leden van de nomenklatura. De leiders van de communistische partij, reden in de beste wagens, hadden mooie villa’s en kochten voedsel van ‘’hun’’ winkels. De vrouwen van de nomenklatura hoefde nooit in lange rijen te staan voor de winkels. Hoe hoger je in de stalinistische bureaucratie stond, hoe meer privileges je had. De stalinisten vonden dat ze recht op meer luxe en status hadden, omdat ze de bestuurders van het land waren. Klinkt dat niet bekend? ( zo brullen politici en kapitalisten ook ) 

In de jaren 70 stagneerde de Sovjet economie. Na jaren van stalinistisch mismanagement liep de boel vast. Maar dat merkte de Sovjet nomenklatura niet. Die deed alsof alles in orde was. Ondertussen importeerde men Amerikaans graan om zo een hongersnood te voorkomen. Veel arbeiders wisten helemaal niet hoe slecht de Sovjet-Unie ervoor stond. Alleen de mensen die de planeconomie bepaalde, wisten dat de economie inefficiënt en slecht draaide. Ze kregen echter geen gehoor van de top. De stalinisten waren alleen met zich zelf bezig en lieten de Sovjet-Unie gewoon barsten. 

Officieel was er geen werkeloosheid, maar veel mensen deden werk dat niet eens nodig was. Zo hield men mensen bezig met werk dat totaal niet productief was. Kritiek op dit soort handelingen was taboe en kon veel ellende veroorzaken. Eind jaren 70 werd duidelijk dat er veranderingen moesten komen, alleen niemand durfde iets te zeggen. Iedereen was bang om zijn baan of status te verliezen. De arbeiders hadden de kennis niet en werden dom gehouden, de nomenklatura leden vreesde voor hun eigen status en luxe. 

Leonid Brezhnev stierf op 10 november 1982. Hij liet het land bankroet en totaal verwaarloosd achter. De Sovjet-Unie kende twee generaal secretarissen tussen 1982 en 1985. Op 5 maart 1985 koos de Communistische Partij van de Sovjet-Unie een derde generaal secretaris. De nieuwe leider was de 54 jarige; Mikhail Gorbachev. In 1979 was Gorbachev lid geworden van het politbureau van de communistische partij. Hij was een hervormer en pleitte voor veranderingen.

De partij koos hem en Gorbachev begon met glasnost ( opening ) en perestroika ( heropbouw ). De Sovjet-Unie moest opnieuw opgebouwd worden. Daarbij was een grote participatie van het gewone volk nodig. Mikhail Gorbachev had veel interesses in de hervormingen die Deng Xiaoping doorvoerde in de Volksrepubliek China. Daar was men in 1983 begonnen met vrije economische zones.  

Er moesten experimenten komen met de vrije markt. De planeconomie was verleden tijd. Het leidende orgaan moest echter wel de nomenklatura blijven.  Zo dacht meneer Mikhail Gorbachev. De westerse geschiedenisboeken zetten hem neer als een man van de democratie, maar dat is onwaar. Pas in 1988 mochten oppositie partijen opgericht worden en alleen doordat het Sovjet volk, vrijheden begon te eisen. 

De hervormingen kwamen te laat. Door de openheid en de vrijheden die  Mikhail Gorbachev invoerde groeide het etnische nationalisme. Vooral in de Baltische Sovjet Republieken, groeide nationalistische elementen. De mensen keerde zich af van de stalinistische bureaucratie en wouden vrijheid en democratie. Het kapitalistische westen zag zijn kans en begon de mensen te beïnvloeden met kapitalistische propaganda. De anticommunistische Ronald Reagan zag dat hij zaken kon doen met de nieuwe Sovjet leider. Zo kreeg de VS langzaam invloed op de Sovjet-Unie. 

In november 1989 moest de stalinistische SED in oost Duitsland, de grenzen openen. Daarmee begon het einde voor de stalinistische nomenklatura, of toch niet? In veel oost Europese landen hernoemde zich de stalinisten om in sociaal democratische partijen. Bijvoorbeeld, de Hongaarse Socialistische Arbeiders Partij hernoemde zich in de Socialistische Partij van Hongarije. De SED in oost Duitsland, werd de Partij van het Democratische Socialisme ( nu DIE LINKE )

Veel stalinisten bekeerde zich tot de sociaal democratie en het kapitalisme. Ze besloten om hun kansen te zoeken in de vrije markt economie. In 1990 splitste zich veel Sovjet republieken af van de Sovjet-Unie. Enkele stalinisten binnen het politbureau van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, probeerde op 19 augustus 1991 een staatsgreep. Ze hoopte zo de Sovjet-Unie te bewaren. Maar het Russische volk had genoeg van de nomenklatura en hun elitaire levensstandaard. Ze kwamen de straten op en eiste dat Mikhail Gorbachev weer terug kwam. De staatsgreep mislukte en Mikhail Gorbachev keerde terug.  

Doordat er geen socialistisch alternatief bestond op de burgerlijke democraten, wonnen die de steun van de massa’s. Boris Yeltsin was een kapitalistische hervormer, die zich tegen de staatsgreep keerde. Hij werd zeer populair en kon zo de nieuwe leider van de Russische Federatie worden. Op 25 december 1991 werd de rode vlag neergehaald van het Kremlin. De oude tsaristische driekleur van het Russische Imperium wapperde weer na 74 jaar. De contrarevolutie was gelukt, de Russische arbeiders hadden geen idee van de ellende die Boris Yelsin zou veroorzaken. De ondergang van de Sovjet-Unie werd gezien als een grote overwinning van het kapitalisme over het socialisme. Veel mensen accepteerde deze leugen en politiek links raakte in een diepe crisis. 

De nomenklatura bleef echter bestaan. De stalinisten speelde het spel slim. Toen Boris Yelstin de economie van Rusland in de uitverkoop deed, sloegen de leden van de nomenklatura toe. Veel miljonairs ontstonden tussen 1991 en 1999, vaak waren dat leden van de oude stalinistische nomenklatura. De arbeidersklasse leed onder het extreme kapitalistische regime van Yeltsin. 40% van alle Russen kwam in de armoede terecht. Ondertussen vierde Boris Yeltsin feest met westerse leiders. 

Rusland raakte in chaos en pas in 1999 kwam er weer stabiliteit. Vladimir Poetin nam het roer van Yelstin over en herstelde het gezag van de staat. Op 1 december 2001 werd de politieke partij; Verenigd Rusland gesticht. Deze rechtse conservatieve partij, is de partij van de nieuwe bourgeoisie van de Russische Federatie. Hun leider is Poetin en heerst sinds 1999 onafgebroken over Rusland. Verkiezingen zijn schijn en andersdenkenden worden weer vervolgd. Corruptie en machtsmisbruik zijn aan de orde en de armoede is dagelijks aanwezig.  

Wat was de oorzaak voor het ontstaan van de nomenklatura? Lenin? De bolsjewieken? Lag de oorzaak in de marxistische ideologie? Nee, de oorzaak lag in het Rusland van 1917, de burgeroorlog, de isolatie van de revolutie en de persoon; Joseph Stalin.   



Oude leden van de Nomenklatura!

Rechts autoritair Europa

Links Europa, Socialistisch Europa, Communistische EU.  Dat brullen de rechtse types in de media. Maar wie goed oplet merkt dat het juist de EU is die neoliberaal en rechts bezig is. Niet alleen de EU, maar bijna alle leden van die EU zijn rechts en neoliberaal. Hoezo links Europa? 

De website http://www.politicalcompass.org geeft heel mooi aan hoe rechts en kapitalistisch Europese regeringen zijn. Als we het politieke spectrum bekijken dan zien we dat bijna alle EU landen in het rechtse autoritaire straatje staan. Dat is een logisch gevolg van 22 jaar neoliberalisme en autoritair optreden tegen mensen die zich verzetten tegen het kapitaal. Neem de harde maatregelen tegen demonstranten, het keihard oppakken van mensen die verdacht worden van fraude. Terwijl de banken en de grote bedrijven bijna 20 jaar nodig hadden om een economische crisis te veroorzaken.

De meest rechtse landen in de EU zijn ex-stalinistische landen, zoals Hongarije, Polen, Letland en Estland. Maar ook de regeringen van Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn erg autoritair en kapitalistisch. Nederland behoorde tot de meest liberale en minst autoritaire landen van de EU. Dat is goed te zien op het politieke spectrum ( afbeelding ). Nederland staat het laagst van alle EU overheden.

Maar dat is niet positief. Het bewijst weer eens dat alle EU landen rechts autoritair zijn. Geen enkel land is links, zelfs niet centrumlinks. Allemaal zijn ze rechts, neoliberaal en autoritair. Het klinkt gek, autoritaire EU landen! Want democratie en mensenrechten horen meestal niet bij autoritaire landen. We kijken echter ook naar hoe de overheid mensen in de gaten houdt en hoe tolerant de gemeenschap is tegenover homo's en tegenover persoonlijke vrijheden. Dan blijkt opeens dat veel landen het niet zo nauw nemen met persoonlijke vrijheden. Onder het motto van ''terrorisme bestrijding'' worden veel vrijheden tegengewerkt. In Polen bijvoorbeeld is de macht van de conservatieve katholieke kerk enorm groot. De katholieken haten homoseksualiteit en zijn fel tegen abortus en een seculiere overheid!

Politiek rechts in Nederland

De lakeien van het kapitalisme hebben ook een geschiedenis. Je kunt niet beweren dat alleen politiek links dat heeft. Politiek rechts heeft echter enkele voordelen als het gaat om geschiedenis. Zij hebben de kapitalisten achter zich. Rechtse partijen worden gesteund door het bedrijfsleven, de rijken en door de kerken. Hun geschiedenis zal ook verteld worden.

Van alle rechtse ideologieën is het liberalisme misschien wel de vreemdste. Ooit werd liberalisme namelijk gezien als een linkse ideologie. De conservatieven vonden de idealen van de liberalen links van aard. Vooral hun steun aan vrouwenrechten en persoonlijke vrijheid waren een doorn in het oog van de religieuze conservatieven.   

De burgerlijke politieke commentatoren zeggen dat Nederland slechts vier politieke rechtse partijen kent.

De VVD, Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
De SGP, Staatkundige Gedeformeerde Partij
De PVV, Partij voor de Vrijheid
De DPK ( ex-TON ) Democratisch Politiek Keerpunt ( ex-Trots op Nederland )  

Voor ons revolutionair socialisten zijn echter ook de centrum partijen rechts, mede door hun steun aan het kapitalisme en neoliberalisme.

Centrum partijen zijn;

Het CDA, Christen Democratisch Appél
De CU, ChristenUnie
De D66, Democraten 66

Centrumlinkse partijen kun je tegenwoordig ook tot rechts rekenen. Dat klinkt heel vreemd en onlogisch, maar als je kijkt naar de economische politiek van de sociaal democraten dan zie je neoliberale politiek. Partijen zoals de PvdA en GroenLinks steunen volop de kapitalistische economie. De vraag is waarom ze dan nog steeds links genoemd worden? Vaak omdat men partijen ook beoordeeld op hun sociale standpunten en niet alleen op hun economische standpunten.  

Laten we kijken naar politiek rechts. Wat is een politiek rechts? Rechts betekend dat je staat voor een kapitalistische economie. Een economie waarin de productiemiddelen eigendom zijn van kapitalisten. Volgens de wetten van het kapitalisme zijn alle winsten dan ook eigendom van de kapitalisten.  

Rechts denken kent ook de volgende karakteriseer eigenschappen

-          Het geloof dat de overheid klein moet zijn
-          Dat de vrije markt economie de beste economie is
-          Dat vrijheid op ondernemerschap een grote vrijheid is
-          Een afkeer van regeltjes en staatsmacht
-          Geloof in het individualisme
-          Steun aan westerse regeringen

Wij revolutionair socialisten verdelen politiek rechts over de volgende ideologieën.

-          Klassiek liberalisme, neoliberalisme
-          Sociaal liberalisme, sociaal democratie anno 2012  
-          Liberaal conservatisme, christen democratie, sociaal conservatisme
-          Nationalisme, fascisme, nazisme
-          Islamisme

Het klassieke liberalisme komt overeen met het libertarisme een populaire ideologie bij veel rechtse mensen in de Verenigde Staten van Amerika. Het libertarisme is extreem antisocialistisch, antioverheid en steunt een volledige vrije markt economie. In deze economie draait alles om de vrijheid, pure kapitalistische vrijheid. De libertarische gedachte vindt dat hebzucht en drang naar geld en macht, toebehoren tot de menselijke natuur. Zij vinden dat de gemeenschap daarom heel individualistisch moet zijn. Voor hun is de vrije markt economie god en concurrentie is koning.

De dominante vorm binnen het rechtse denken in Europa is het neoliberalisme. Deze ideologie ontstond rond de jaren 80. De rechtse partijen vonden dat de arbeiders te veel rechten hadden en dat de overheid te veel geld uitgaf. Mede door de hoge schulden van veel landen besloten de rechtse partijen om over te gaan op een politiek van privatiseringen. Na 1990 kregen de rechtse partijen steun van de oude socialisten ( sociaal democraten ). Deze waren na de val van het stalinisme ( communisme genoemd ) totaal de weg kwijt. De neoliberalen konden dit uitbuiten en zorgde ervoor dat de voormalige arbeiderspartijen zich schuldig gingen maken aan neoliberale politiek.

In Nederland kreeg dat zijn vorm toen de neoliberale VVD in een regering met de sociaal democratische; PvdA stapte. Samen met de sociaal liberale D66 werd een regering gevormd op neoliberale basis. VVD, PvdA en D66 hebben tussen 1994 en 2001 veel privatiseringen doorgevoerd. Allemaal omdat het noodzakelijk was beweren ze!   

De dominante christelijke rechtse partijen tot de jaren 80 waren;

De Rooms-katholieke Staatspartij/Volkspartij van 1926 tot 1980
De Antirevolutionaire Partij van 1879 tot 1980
De Christelijk Historische Unie van 1908 tot 1980

De RKSP was de partij van de katholieken in Nederland. De partij was vaak in de regering als coalitiegenoot van de protestante; ARP. De RKSP was een strenge conservatieve partij die nadruk legde op monarchisme, katholicisme, anticommunisme en loyaliteit naar de Nederlandse staat.  De partij wou eenheid tussen arbeider en kapitalist. Dat bleek pure propaganda, want de katholieken steunde meestal de kapitalisten tegen de arbeidersklasse.
Wel stond de partij pal voor de grote gezinnen, want dat was heel goed volgens de Paus.

Naast de RKSP had Nederland de Antirevolutionaire Partij. Deze partij was protestants-christelijk van aard. De antirevolutionairen waren tegen de Franse revolutie, dus tegen de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Net als de RKSP was de ARP streng gelovig en een voorstander van het Nederlandse koloniale imperialisme.

Gematigde christenen waren die van de Christelijk Historische Unie. Die waren ontstaan uit de ARP toen die besloot om te gaan samenwerken met katholieken en seculiere partijen. Daar hadden veel strenge christenen moeite mee. De CHU was in het begin streng christelijk, maar kreeg steeds meer een gematigd uiterlijk, vooral na de tweede wereld oorlog. In 1980 zou de CHU samen met de Katholieke Volkspartij fuseren tot het CDA.

De meest extreem christelijke partij in Nederland, blijft de Staatkundig Gereformeerde Partij. Deze rechtse theocratische partij is in 1918 opgericht en zal in 2018, 100 jaar bestaan. De SGP is een protestants-christelijke partij. Fel tegen het secularisme, socialisme, feminisme, homoseksualiteit en ook met de democratie hebben ze moeite. Hun enigste bron van waarheid is de Bijbel. Het is ook die Bijbel waar de SGP haar politiek op baseert. Vrouwen werden altijd gezien als tweederangsburger en mochten tot zeer recent ook geen bestuurlijke functie hebben bij de SGP.

Van alle rechtse partijen zijn alleen de liberalen seculier geweest. Voor de tweede wereld oorlog hadden die zich verenigd in de Vrijzinnige Democratische Bond. Anders dan de VVD tegenwoordig was de VDB een progressieve liberale partij, een soort D66. De partij was een voorstander van grote hervormingen binnen het kapitalisme. Ze vonden natuurlijk geen steun bij de christelijke partijen. De RKSP, de ARP en de CHU waren enorm conservatief en bleven trouw doen wat de bourgeoisie wou. Die waren conservatief en moesten niets weten van idealen zoals vrouwenrechten, sociale zekerheid en pensionen. Na de oorlog ging de VDB op in de Partij van de Arbeid. Maar in 1948 splitste zich de liberalen weer af van de PvdA en vormde de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.  

Nationalisme is ook een rechtse opvatting volgens ons. Dat hoeft niet want er zijn ook linkse nationalisten. Toch wordt nationalisme vaak gezien als een rechtse opvatting. Het idee van ‘’eigen volk eerst’’ staat haaks op het internationalisme van ons revolutionair socialisten.

Nederland kende veel nationalistische rechtse partijen zoals;

-          De Nationaal Socialistische Beweging, bestond van 1931 tot 1945
-          De Nationaal Socialistische Ned. Arbeiders Partij, bestond van 1931 tot 1941
-          Het Zwart ( later Nationaal ) Front, bestond van 1934 tot 1941 
-          De Centrumpartij, Centrumpartij 86 en Centrumdemocraten bestonden van 1981 tot 1998, de afdeling van de Centrumdemocraten in Gelderland bestaan nog wel!
-          Lijst Pim Fortuyn bestond van 2002 tot 2008      

Anno 2012 bestaan de volgende nationalistische partijen in Nederland

-          Nederlandse Volks Unie opgericht 1971, heropgericht 1996
-          Partij voor de Vrijheid, opgericht 2006  

Een gematigde nationalist was de populist; Pim Fortuyn. Hij werd beroemd toen hij zich tegen het neoliberale paarse kabinet keerde. Fortuyn gebruikte populistische thema’s en beweerde dat Moslims veel ellende veroorzaakte. Daar konden zich veel teleurgestelde stemmers in vinden. De Lijst Pim Fortuyn leek het goed te doen. Echter in 2002 vlak voor de verkiezingen werd Fortuyn vermoord door een dierenactivist. Zijn LPF ging door en won 26 zetels. Maar al snel bleek de LPF zeer onbetrouwbaar. De ministers van de partij maakte zo veel ruzie met elkaar, dat na 86 dagen de coalitie tussen VVD, CDA en LPF viel

De echte racistische nationalisten in Nederland waren de leden van de Centrumpartij, de Centrumpartij 86 en de Centrumdemocraten. Hans Janmaat was vele jaren het gezicht van het parlementair extreemrechts. Hij keerde zich tegen alle buitenlanders. Vooral tegen Moslims, Antilliaanse en Surinamers was Janmaat fel. Tijden de jaren 80 werd Hans Janmaat en zijn neonazi’s flink tegengewerkt door antifascistische groepen. Echter na de val van het stalinisme en de opkomst van populistisch rechts, werd hij meer geaccepteerd.

De Nederlandse Volks Unie is de extreem rechtse partij van Nederland in de 21ste eeuw. Deze volksfascistische partij werd in 1971 opgericht. Maar door het antifascisme van veel Nederlanders bleef de NVU een zeer zwakke partij. Uiteindelijk stierf de partij een eenzame dood eind jaren 80. Echter de val van het stalinisme en de neoliberale privatiseringen gaven de NVU nieuw leven. Neonazi jongeren vroegen de oude NVU oprichter om de partij her op te richten. In 1996 werd de NVU weer opgericht en strijd sindsdien tegen joden, moslims, socialisten, liberalen en alle vijanden van het ‘’blanke Nederlandse ras’’.

Toch is de grootste nationalistische partij in Nederland niet de NVU. Deze eer krijgt de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders. Deze nationaal conservatieve partij werd in 2006 gesticht toen Geert Wilders uit de VVD stapte. Wilders werd een felle tegenstander van het multiculturalisme en het islamisme. Het lukte hem om veel autochtone Nederlanders achter zich te krijgen. Hij en zijn PVV wonnen 22 zetels bij de verkiezingen in 2010. De PVV, VVD en CDA wouden een neoliberaal rechts kabinet beginnen. Geert Wilders begon goed aan de onderhandelingen. Bijna was alles besproken toen Wilders bekend maakte dat hij niet mee zou doen. Hij wou de ouderen niet belasten. Het werd een politiek drama. De bourgeoisie was woest, de PVV bleek dus toch zeer onbetrouwbaar!

Rond de zomer van 2012 begint de PVV uit elkaar te vallen. Hero Brinkman, de tweede man achter de PVV, verlaat de partij na veel conflicten met partijleider Wilders. Brinkman zoekt contacten met de conservatieve partij; Trots op Nederland. Samen besluiten ze om een nieuwe conservatieve partij op te richten volgens Amerikaans voorbeeld. De politieke partij; Democratisch Politiek Keerpunt wordt de jongste rechts conservatieve partij van Nederland.

Politiek rechts is aan de macht in de wereld. Het zou dom zijn om te beweren dat er landen zijn die links zijn. Linkse landen bestaan niet omdat nergens echte linkse partijen aan de macht zijn. Vaak zijn centrumlinkse partijen aan de macht samen met centrumrechtse partijen. Dat zorgt ervoor dat de politiek van een land gewoon kapitalistisch blijft.

Waarom is rechts zo machtig als het fout is? Rechts heerst omdat links zwak is. Politiek links is verzwakt door de fouten van de communisten, het verraad van de sociaal democraten en het nieuwe verraad van socialistische partijen die al hun principes opzij gooien voor regeringsdeelname. Ook heeft politiek rechts een machtige bondgenoot; de rijken van onze maatschappij. Met miljoenen euro’s worden neoliberale en conservatieve partij wereldwijd gesteund. De Republikeinse Partij van Amerika en de Democratische Partij van Amerika krijgen miljoenen dollars van de grote bedrijven om rechtse politiek te voeren. Zelfs sociaal democraten worden betaald om kapitalistische politiek te voeren.

Ook wint rechts de steun van arbeiders die denken dat rechts het wel beter weet dan links. Dat is vooral te danken aan enorme antisocialistische propaganda waar politiek rechts sinds de opkomst van het socialisme mee bezig is. Deze antisocialistische propaganda zie je vaak terug in rechtse bladeren zoals Elsevier. Daar beweren schrijvers dat de Socialistische Partij in Nederland een ‘’socialistische dictatuur’’ wil. Of ze zeggen dat marxisten allemaal aanhangers zijn van een ‘’communistische eenpartijstaat’’.

Politiek rechts is de vijand van de arbeidersklasse. Ze zijn de lakeien van het kapitalisme. Hun politiek is goed voor mensen die economisch bezit hebben. De klasse van de kapitalisten profiteert van hun politiek. Het beste voorbeeld van een rechtse partij als volledige lakei van de grote bedrijven is de Amerikaanse; Grand Old Party - Republikeinse Partij USA! 



Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme