Voor de 1 procent aan de top is de vorming van het kabinet Rutte-Samsom dubbel feest. De VVD krijgt het keiharde bezuinigingsbeleid dat ze wil. De PvdA voorziet het geheel van een sociaal sausje, dat bij nauwkeurige inspectie uit niets anders dan zetmeel en water blijkt te bestaan. De ‘strategische kiezer’ die hoopte door een stem op Samsom een voortzetting van de hard-liberale en racistische koers van het VVD-CDA-PVV gedoogkabinet buiten de deur te houden, komt bedrogen uit.
Door Pepijn Brandon - Internationale Socialisten
Met zestien miljard aan bezuinigingen gaat de nieuwe regering onveranderd mee in de Europese stroom van crisisbeleid. Net als in Griekenland, Spanje of Portugal moeten ook in Nederland gewone mensen opdraaien voor de schulden die zijn gemaakt om de banken te redden. De zorg (5,7 miljard) en de sociale zekerheid (4,9 miljard) zijn de belangrijkste bezuinigingsposten. Ook op ontwikkelingshulp wordt ongekend hard bezuinigd (1 miljard).
De liberalisering van de zorg gaat door, onder andere doordat het voor patiënten voortaan alleen nog maar mogelijk zal zijn naar een ziekenhuis, fysiotherapeut of verloskundige te gaan waarmee hun verzekeringsmaatschappij een contract heeft. De duur van de WW-uitkering wordt verkort van 38 naar 24 maanden en het ontslagrecht wordt versoepeld. De basisbeurs voor studenten wordt afgeschaft, net als de ov-kaart. De huren zullen fors stijgen.
Bovendien sloop dankzij de VVD alsnog de agenda van de PVV de onderhandelingskamer binnen. Het nieuwe kabinet wil mensen die geen Nederlands spreken uitsluiten van de bijstand, en daarmee zelfs de minimale basis voor bestaanszekerheid ontnemen.
Dit geheel aan maatregelen wordt omkleed met de taal van compromissen. Volgens Samsom weerspiegelt het akkoord ‘de zoektocht naar het beste van twee werelden’. Rutte beweert: ‘Wij moesten beiden over onze schaduw heen springen.’ Maar het feit dat de rekening van de crisis wordt verhaald op burgers in plaats van de banken en bedrijven stond bij de vorming van het kabinet nooit ter discussie. Net zomin heeft de PvdA uit de onderhandelingen weten te slepen dat de neoliberale trend richting meer markt ook maar op een enkel punt wordt omgedraaid.
Nivelleren?
Wat Samsom en Asscher nu zo trots als overwinning presenteren, is dat niet alle bezuinigingen uitsluitend de allerarmsten treffen. Maar dit gebeurt voornamelijk door ook een groot middensegment van de werkende klasse – met een modaal inkomen, een vaste baan en een eigen huis – stevig te laten inleveren. Het bovenste segment, dat gedurende de crisisjaren alleen maar rijker is geworden, blijft buiten schot en mag ook nog eens profiteren van een belastingverlaging.
Dankzij de PvdA wordt dit gepresenteerd als nivelleren. Met zulke sociaal-democraten zijn er geen liberalen meer nodig. Neem de gedeeltelijke afschaffing van de hypotheekrenteaftrek. In plaats van deze maatregel te richten op huizen met een waarde van meer dan 300.000 euro, waar het overgrote deel van de hypotheekrente-aftrek naar toe gaat, wordt deze over de hele linie doorgevoerd waardoor juist de minst vermogende huizenbezitters nog meer zullen moeten schrapen. Ondertussen worden via de liberalisering van de huurmarkt de alternatieven voor het kopen van een huis nog verder afgebouwd. Zelfs een traditioneel links punt weet de PvdA daarmee te veranderen in een stok om werkende mensen mee te slaan.
Iets vergelijkbaars geldt voor het inkomensafhankelijk maken van de zorgpremie. De NOS berekende dat de premies kunnen gaan variëren tussen 20 en 482 euro. Het laagste bedrag zal echter slechts gelden voor de allerarmsten. Voor de meeste mensen in loondienst zal de zorgpremie door de aangekondigde maatregel bovendien alleen maar stijgen, naar verwachting tot 140 euro per maand bij een modaal inkomen. De zorgtoeslag wordt afgeschaft. De vraag blijft daarnaast wat voor zorg iemand zal krijgen die 20 euro per maand betaalt. De liberalisering wordt eerder versneld dan teruggedraaid, en daarmee zal des te meer gelden dat ieder de zorg krijgt waarvoor hij of zij betaalt, niet de zorg die hij of zij verdient.
En wat winnen de armen hier nu precies mee? Niet, zoals De Volkskrant zonder enige basis jubelt, dat het ‘geld overal stroomt van hoog naar laag’. Zelfs in de berekeningen van het CPB waar De Volkskrant zich op baseert, gaan sommige laagverdieners er hooguit een paar tienden van procenten op vooruit, en anderen (alleenstaande bejaarden bijvoorbeeld) er fors op achteruit.
En de persoon die over twee maanden door de dankzij alle bezuinigingen verder aangejaagde crisis met ontslag wordt bedreigd, zal in de beoogde nieuwe minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher alles behalve een ‘schild voor de zwakken’ vinden. De ontslagbescherming is tegen die tijd verder uitgekleed. Na zes maanden WW-uitkering geldt al de arbeidsdwang, waarin het UWV voortaan elk werk tot ‘passend werk’ mag verklaren. En na een jaar volgt de bijstand, als de werkloze de taaltoets haalt tenminste, want anders wordt het de voedselbank.
Strategie
Elk idee dat door ‘slim’ te stemmen de Europese bezuinigingsstorm aan Nederland voorbij zou gaan, is met de presentatie van het regeerakkoord een volslagen illusie gebleken. Strategisch stemmen leverde ons kabinetsonderhandelingen waarin de meningsverschillen uitsluitend gingen over de vraag hoe, niet de vraag of gewone mensen de crisis moeten betalen.
In veel andere Europese landen wordt op 14 november gestaakt tegen dit soort crisisbeleid, of de regering nu liberaal, conservatief, sociaal-democratisch of ‘paars’ is, maar in Nederland wachtten de vakbonden netjes de uitkomst van de kabinetsbesprekingen af. Die zijn er nu, en ze liegen er niet om. Echte tegemoetkomingen van het duo Rutte-Samsom zullen ook hier alleen afgedwongen kunnen worden met harde strijd.