De Volksdemocratische Republiek Algerije. Tussen socialisme, nationalisme en islamisme

Algerije is een arabisch sprekend land, dat vele jaren onderdrukt was door de imperialistische Fransen. Een land dat een bittere strijd vocht voor haar vrijheid en helaas nog steeds lijdt onder een corrupt regime dat zich presenteerde als revolutionair nationalistisch, socialistisch en democratisch. Helaas is weinig daarvan werkelijkheid.

Algerije was van 1530 tot 1830 deel van het Ottomaanse Rijk. De Turkse invloed in Noord Afrika nam begin 19de eeuw echter af. De Europese imperialisten grepen hun kansen en het Koninkrijk Frankrijk nam in juni 1830 bezit van Algerije. De komende 132 jaar zou het land een Franse kolonie zijn onder het bestuur van een gouverneur. 

Het waren de imperialistische Europeanen die de Afrikaanse landen hun grenzen gaven. Frankrijk gaf het land haar huidige grenzen. Naast de Democratische Republiek Kongo is Algerije het grootste land van Afrika. Het loopt van de middellandse zee tot diep in de Sahara woestijn. De meeste bewoners van Algerije leven in het noorden en spreken de Arabische taal. In het zuiden van het land leven de Berbers, dit volk woont al duizenden jaren in de woestijn. Hun taal is een nationaal erkende taal in Algerije.

Het Algerijnse volk heeft veel ellende moeten doorstaan. Ook verraad van linkse partijen speelt een grote rol. De sociaal democraten en stalinisten hebben het volk van Algerije in de steek gelaten toen ze hun solidariteit het zwaarste nodig hadden. De Franse Afdeling van de Arbeiders Internationale was de Franse sociaal democratische partij tussen 1905 en 1969. In 1936 kwamen de sociaal democraten aan de macht in Frankrijk. Ze hadden een Volksfront gevormd met de stalinistische; Franse Communistische Partij en de sociaal liberale; Radicale Republikeinse - Radicaal-Socialistische Partij.

Voor de eerste keer in de geschiedenis was politiek links aan de macht. Maar er kwam geen socialisme en geen vrijheid voor de Algerijnse bevolking. De heersende sociaal democraten wouden het kapitalisme en imperialisme niet afschaven. Ook de stalinisten hielden zich stil en zo bleef Algerije een Franse slaaf, terwijl linkse partijen de dienst uitmaakte in Frankrijk.  

Tijdens de eerste twee jaar van de tweede wereld oorlog werd Algerije deel van de Franse Staat. Deze staat was een pro-Duitse dictatuur gesticht door de conservatieve generaal; Philippe Petain. Generaal Petain was een held uit de eerste wereld oorlog. Hij koos echter de kant van de Duitsers en werd dictator van Vichy Frankrijk. In 1942 kwam een einde aan de Franse Staat toen de Duitsers hardhandig een einde maakte aan het regime van Petain.

Na de oorlog werd het Franse koloniale gezag in Algerije hersteld. Weer kwam een regering van stalinisten, sociaal democraten en sociaal liberalen. Weer bleef de vrijheid uit, echter de alliantie tussen de gematigde sociaal democraten/sociaal liberalen en de revolutionaire stalinisten liep vast. Onder de invloed van het anticommunistische klimaat in de jaren 50 verliet de communistische partij de regering. De sociaal democraten maakte toen coalities met de progressieve burgerij. Ondertussen begon men in Algerije aan een verzetsbeweging tegen de Franse bezetter. 

In november 1954 werd het Nationale Bevrijdingsfront ( FLN ) gesticht. Deze politieke partij wou de bevrijding van Algerije. Haar ideologie was een mix van nationalisme, socialisme en secularisme. Anders dan de Arabische socialistische groepen was het Nationale Bevrijdingsfront seculier ingesteld. Dat is ook de rede waarom Algerije een seculiere natie is en de islamitische Sharia wetgeving alleen toegestaan is binnen de familie.

Het Nationale Bevrijdingsleger was de gewapende tak van het FLN. Dit leger was opgedeeld in twee delen. Een guerrilla leger en een traditionele verzetsleger. Dat verzetsleger had haar basissen in Arabische landen en viel Franse legereenheden aan. De oorlog tussen het Nationale Bevrijdingsleger en het Franse leger begon in 1954 en duurde tot 1962. In deze bloedige strijd stierven meer dan 1,5 miljoen Algerijnse burgers.

De reactie van het Franse Imperialisme was snel en wreed. Men stichtte twee rechtse paramilities in Algerije om het Franse leger te helpen. Zo was er de FAF en het OAS. Het FAF was het Franse Algerijnse Front en bestond uit blanke Fransen die in Algerije woonde. Zij wouden niet dat het land vrij en onafhankelijk werd. Ze stichtte het FAF om hun interesses te verdedigen en tegen het Nationale Bevrijdingsleger te strijden. Het OAS was de Organisatie van het Geheime Leger, een streng anticommunistisch leger dat naast het FAF en het Franse Leger streed tegen het FLN.

De Algerijnse Communistische Partij ( PCA ) bestond ook. Deze partij was in 1936 ontstaan toen de Algerijnse communisten zich afsplitste van hun Franse moederpartij. In 1955 werd de partij door de Franse Republiek verboden, dat kwam omdat de PCA het verzet tegen het Franse Imperialisme steunde. Er waren drie grote antikoloniale groepen in Algerije tussen 1954 en 1962, het FLN, de PCA en de kleinere MNA. Het MNA was de Algerijnse Nationale Beweging en was opgericht door Messali Hadj. Deze nationalistische leider had al in 1926 meegeholpen met de opbouw van het verzet tegen Frankrijk. Maar toen de FLN in 1954 begon aan de opstand was hij niet op de hoogte gebracht. Woedend stichtte hij de MNA om een concurrent te bieden tegen de FLN en de PCA.

Het Nationale Bevrijdingsleger voerde ook terroristische aanvallen uit op de blanke Franse burgers van Algerije. Zo werden meer dan 4300 Franse burgers tussen 1954 en 1962 vermoord door leden van het Nationale Bevrijdingsleger. Ook met moslims waren de relaties niet goed. Het FLN was seculier ''socialistisch'' nationaal ingesteld. De moslims waren streng conservatief en hielden niet van het FLN en haar progressieve taal. 70.000 moslims werden vermoord door FLN eenheden tijdens de onafhankelijkheidsoorlog.

In maart 1962, na acht jaar van bloedig conflict capituleerde de Franse overheid. Algerije werd onafhankelijk onder de naam; Republiek Algerije. Het Nationale Bevrijdingsfront onder de leiding van Ahmed Ben Bella stichtte een eenpartijstaat en verbood alle andere politieke partijen. Bella raakte echter snel onpopulair doordat hij zich autoritair gedroeg en zelfs begon aan een persoonlijkheidscultus. In 1965 werd hij door zijn eigen militair afzet tijdens een staatsgreep.

De nieuwe leider van Algerije werd Houari Boumediene. Hij verwierp de politieke instituties en was zo goed als alleenheerser over de Revolutionaire Raad met zijn militaire medestanders. In 1967 probeerde enkele soldaten hem ook af te zetten. Dit mislukte en Houari Boumediene versterkte zijn greep op het militair. Economisch nam hij afstand van de politiek van Ahmed Bella. Boumediene was een voorstander van industrialisatie volgens stalinistische richtlijnen. Een stalinist was hij echter niet. Van het marxisme wou hij niets weten, de Algerijnse Communistische Partij en haar organisaties waren door Ahmed Bella in 1964 verboden.

Het was onder het regime van president Boumediene dat het land de naam; Volksdemocratische Republiek Algerije kreeg. Het land beweerde socialistisch te zijn en had een centrale planeconomie. Van marxistisch socialisme was geen spraken. Het Nationale Bevrijdingsfront was een Algerijnse links nationalistische partij en duldde geen marxistische oppositie naast zich.

De Arabische taal werd ingevoerd als standaard taal van het land. Het werd zelfs verplicht om Arabische letters te gebruiken in winkels. Tot dan toe waren het Frans en de Latijnse letters veel in gebruik. Maar daar wou Houari Boumediene van af. Hij wou een Arabisch sprekend Algerije. De elite van het land was echter niet blij met de Arabische taal. Van 1830 tot 1962 was Frans de taal van de Algerijnse elite en die wouden niets te maken heben met de Arabische taal, die ze als minderwaardig aanzagen.  

President Houari Boumediene stierf in 1979. Hij werd opgevolgd door Chadli Bendjedid. Deze nieuwe leider was duidelijk meer westers ingesteld en vond dat de centrale planeconomie niet kon voldoen aan zijn wensen. Begin jaren 80 begon hij met economische liberalisaties tot grote woede van veel leden van het FLN.

In de jaren 80 begon de economie achter uit te lopen. Algerije vertrouwt op hoge olie prijzen om welvarend te worden. De gehele economie van het land is gebaseerd op het winnen van olie. De olie prijzen zakte in de jaren 80, wat grote gevolgen had voor de toch al bureaucratische en inefficiënte economie. Onder invloed van neoliberale westerse leiders begon Chadli Bendjedid met hervormingen. De staat moest minder te zeggen hebben en de privé sector moest gaan groeien. Hierdoor kwamen echter wel veel mensen in de armoede terecht. Dat is ook logisch want men wist niet hoe om te gaan met een markt economie. De arbeiders waren gewend om te gehoorzamen en geen zelfstandigheid te tonen.

Eind 1988 waren vooral jongeren het zat. De jeugd zag geen toekomst in de kapitalistische hervormingen en ze gingen massaal de straat op. Chadli Bendjedid trad hard op en gaf het bevel om te schieten. Hierdoor groeide het protest nog meer en uiteindelijk besloot het Nationale Bevrijdingsfront om vrije verkiezingen te houden. Vrije verkiezingen betekende echter vrijheid van meningsuiting en daar maakte de islamieten dankbaar misbruik van.

In de jaren dat het FLN aan de macht was, waren de moslims onderdrukt. De Islam had geen staatsbetekenis en de Sharia wetgeving werd niet nagestreefd. Dat was voor veel moslim extremisten een grote schande. Ze besloten om gebruik te maken van de stijgende armoede en machtsloosheid onder jongeren. De moslim radicalen stichtte het Islamitische Reddingsfront. Ze beweerde dat een strenge islamitische staat de beste oplossing was voor de problemen van jongeren. Hun tactiek lukte, veel jongeren ( maar ook ouderen ) kwamen onder de invloed van het Islamitische Reddingsfront

De eerste vrije verkiezingen werden gehouden op 26 december 1991. Een dag eerder was de Sovjet Unie gevallen, hiermee begon een massief antisocialistisch offensief van alle contrarevolutionaire partijen en groepen. De sociaal democratie capituleerde en verrechtste volledig. De val van de seculiere USSR was mooi propaganda materiaal voor de islamieten. Bij de verkiezingen wonnen ze 47,3% van de stemmen. De elite van het Nationale Bevrijdingsfront was in shock. Ze waren verslagen door de moslims. Het volk van Algerije had gekozen voor de radicale islam. Het FLN won slechts 23,4%!

Het leger moest echter niets van de uitslag weten, nooit zouden ze de radicale islam aanvaarden. Het leger weigerde de uitslag te erkennen en dwongen Chadli Bendjedid om afstand te doen van de macht. De militairen zetten Mohammed Boudiaf aan de macht. Deze was een oude tegenstander van de vorige presidenten van Algerije. Hij behoorde tot de Partij van de Socialistische Revolutie en woonde 27 jaar in het buitenland. Nadat het leger aan de macht kwam vroegen ze Mohammed Boudiaf om leider te worden van de militaire junta. Hij accepteerde en werd de nieuwe president van Algerije, tot grote woede van de moslims en het Islamitische Reddingsfront.  

Nadat de oude Mohammed Boudiaf door het militair aan de macht was gezet begon de Algerijnse burgeroorlog. De radicale islamieten van het Islamitische Reddingsfront werden neergezet als staatsvijanden en opgejaagd door het militair. Hierop stichtte de moslims het Nationale Reddingsleger. Dit islamitische leger verklaarde de Jihad tegen de seculiere militaire junta. Mohammed Boudiaf werd een slachtoffer van die Jihad. Hij werd vermoord door een lijfwacht toen hij een televisie toespraak hield in het openbaar. De lijfwacht was een radicale moslim.

De moslims hadden de meeste steun in de noordelijke provincies van het land. In het Berber zuiden was het Islamitische Reddingsfront behoorlijk zwak. In het noorden werden daarom ook de meeste gevechten gehouden. Het sterkst was het Nationale Reddingsleger in 1994. Toen waren 40.000 strijders in dienst van de Jihad. Het Algerijnse leger had 140.000 soldaten in dienst en verloor tussen 1992 en 2002 bijna 16.000 soldaten.

Er waren ook andere islamitische organisaties die vochten tegen de militaire overheid. Zo was er de Gewapende Islamitische Groep van Algerije. Ze kregen bekendheid toen jonge islamitische strijders in december 1994 een vliegtuig van Air France kaapte. Vier terroristen verklede zich als politie mannen en kwamen zo aanboord van de A300 van Air France. Toen maakte ze bekend dat ze niet van de politie waren, maar van de Gewapende Islamitische Groep van Algerije. Leider van de vier jonge terroristen was de 25 jarige  Abdul Abdullah Yahia.

Frankrijk en Algerije besloten om samen te werken en na drie dagen vielen speciale Franse eenheden het vliegtuig aan. Daarbij werden alle vier terroristen gedood. Helaas was het hun gelukt om in die drie dagen 3 passagiers te doden. Later werd duidelijk dat ze de A300 wouden opblazen boven de Eiffeltoren in Parijs.

Terroristische aanslagen waren normaal in Algerije tijdens de burgeroorlog. Het leger trad wreed en hard op. Martelingen en executies waren niet ongewoon. Maar uiteindelijk bleek het leger sterker. In 2002 verklaarde de overheid dat ze gewonnen hadden. Van de 40.000 strijders van het Nationale Reddingsleger in 1994, waren nog maar 500 tot 1000 man in leven. De rest was dood of gevangen genomen. 150.000 sympathisanten en leden van het Islamitische Reddingsfront waren vermoord of gedood.    

De seculiere staat was gered. Maar daarvoor werden andersdenkenden opgejaagd en vermoord. Islamitische partijen hebben geen bestaansrecht in Algerije. Alleen seculiere partijen hebben dat. Het FLN begon een neoliberale koers in te slaan wat tot meer armoede leed. Het westen was echter dik te tevreden over de koers en steunde het FLN. Tijdens de Arabische revoluties die Ben Ali, Mubarak en Gaddafi ten val brachten, begonnen ook mensen in Algerije te demonstreren voor meer vrijheid. We zullen zien of de politieke elite van het FLN daar aan gehoor geef!



Het embleem van de Volksdemocratische Republiek Algerije

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme