Neoliberalisme betekend privatiseringen, meer marktwerking, meer hebzucht en meer armoede. Voor de eigenaren van grote ondernemingen is het neoliberalisme helemaal perfect. Zonder overheidsregels staat niets hun in de weg. Voor kapitalisten is ook maar één ding belangrijk, het maken van zo veel mogelijk winsten. Menselijke waarden komen op de tweede plaats, want het geld gaat boven alles!
Het oude liberalisme was al redelijk anti-overheid en min of meer de ideologie van de heersende klasse. De religieuze kapitalisten konden nog heil vinden bij de christen democratie, maar de meeste rijken stemde toch vooral op de liberale partijen. Het liberalisme weet door haar vrijheid idealisme ook arbeiders voor zich te winnen. Dat zijn vooral individualisten die heilig geloven dat het individu zich zelf moet redden in de wereld. Solidariteit is voor hun niet belangrijk, omdat individualisten meestal alleen aan zich zelf denken. Zij willen het liefste geen belasting betalen en vooral niet opdraaien voor de sociaal zwakkeren zoals ouderen en gehandicapten!
Nieuw liberalisme ontstond na 1980 en legde nadruk op de privatisering van staatsbedrijven. Neoliberale economen brulde dat staatsbedrijven niet effectief werkte en veel beter geprivatiseerd konden worden. Toen der tijd had Europa een gemengde economie, waarin staatsbedrijven samen met kapitalistische ondernemingen concurreerde. Maar omdat de staat geen winstoogmerk had, draaide het bij staatsbedrijven niet om geld verdienen. Veel staatsbedrijven draaide ook niet efficiënt volgens kapitalistische logica!
Sociaal democraten van vroeger waren voorstanders van staatsbedrijven. Zij wouden de nationalisatie van de nutsbedrijven zoals elektriciteit, post, openbaar vervoer en water. Na de tweede wereld oorlog gebeurde dit inderdaad. De christen democraten konden zich er in vinden, maar de liberalen zijn er altijd fel tegen staatsondernemingen geweest. Een derde stroming genaamd het sociaal liberalisme kwam in de jaren 60 op en pleitte voor een gereguleerde markt economie. Anders dan de toenmalige sociaal democraten vonden de sociaal liberalen dat de overheid alleen mensen moest helpen als ze het even niet konden. Sociaal liberalen bleven tegenstanders van staatsbedrijven!
Revolutionair socialisten zijn altijd tegenstanders geweest van staatsbedrijven onder het kapitalisme. Want de staat verving gewoon de kapitalistische baas. Ook al was er niet altijd een winstoogmerk, toch werkte de staatsbedrijven volgens markt normen. Arbeiders hadden geen democratische inspraak, er was geen spraken van arbeiderszelfbestuur. De staat diende ook niet de interesses van de arbeidersklasse, maar meer haar eigen kapitalistische interesses. Tot de jaren 60 was het kolonialisme ook nog een belangrijk onderdeel van de westerse samenlevingen. Nederland verloor Indonesië in 1949, Nederlands Nieuw Guinea moest in 1962 afgestaan worden aan Indonesië. De kolonie Suriname werd in 1975 onafhankelijk en de Nederlandse Antillen werd in 2010 opgeheven!
Wij pleiten voor socialistische nationalisaties en niet kapitalistische nationalisaties. Als een socialistische staat een bedrijf nationaliseert, dan worden niet alleen haar eigenaars onteigend, maar ook de directie wordt per direct ontslagen. Winsten van het bedrijf worden dan eigendom van de gemeenschap en de mensen die in het genationaliseerde bedrijf werken, kiezen dan hun directie die volledige verantwoording moet afleggen aan de arbeiders. De socialistische staat kan soms in conflict komen met een democratisch gekozen directie. Maar anders dan onder het kapitalisme, kunnen conflicten opgelost worden door gesprekken tussen staat en directie zonder dat de arbeiders daarvoor de lasten dragen. Onder het kapitalisme ontslaan de kapitalisten gewoon duizenden arbeiders als het even minder gaat met het bedrijf. Een beetje minder winst is al voldoende om massaontslagen door te voeren onder het neoliberalisme!
Sinds 1990 is het neoliberalisme het standaard economische systeem van de wereld geworden. Na 18 jaar van privatiseringen en absolute macht van de markten ging het fout. In het jaar 2008 ontstond de economische crisis, weer brulde neoliberalen dat de overheden massaal moesten bezuinigen en meer privatiseringen moesten doorvoeren. Vooral de landen, Spanje en Griekenland moeten hun laatste staatsondernemingen verkopen. Conservatieven, liberalen en sociaal democraten deden wat het kapitalisme eiste. Hierdoor groeit de armoede enorm in Zuid Europa. Vooral jongeren hebben nauwelijks kans op werk. Als ze al werk krijgen is het slecht betaald. De meeste lonen in Zuid Europa komen niet verder dan 800 euro netto in de maand. Vergelijk dit met Nederland waar dat ongeveer 1800 euro netto in de maand is!
De ondergang van het stalinisme zorgde er ook voor dat de communistische partijen zich bekeerde tot het markt denken. Het waren de Chinese, Vietnamese en Zuid Afrikaanse stalinisten die tegen Nelson Mandela zeiden, dat hij het kapitalisme moest nastreven en niet het socialisme. Dit zeiden ze in 1992 tijdens het Wereld Economische Forum in Zwitserland. China en Vietnam waren al in de jaren 80 bezig met kapitalistische hervormingen, tot grote vreugde van de kapitalisten in het westen!
Ondanks dat revolutionair socialisten zich fel verzette tegen het oprukkende neoliberalisme, stonden we grotendeels alleen. De sociaal democratie pleegde verraad en de stalinisten zaten in een diepe crisis na de ondergang van het ''reëel bestaande socialisme'' zoals dat genoemd werd. Door het neoliberalisme rukte ook het fascisme weer op. Extreem rechts wist misbruikt te maken van de armoede in Oost-Europa. In de gebieden van de voormalige DDR wist de extreem rechtse Nationaaldemocratische Partij van Duitsland steun te winnen. Ook de Duitse Volks Unie wist een paar zetels te winnen in deelstaten. Tijdens de vergaderingen gaven de fascisten vooral de ex-stalinisten de schuld van alle problemen, ook buitenlanders werden als schuldigen neergezet. De kapitalistische partijen deden alsof de fascisten niet bestonden en weigerde ook om mee te doen met anti-fascistische demonstraties!
De hoofdpunten van het neoliberalisme zijn:
1: De absolute heerschappij van de markten: Het afschaven van overheidsregels, ongedacht de sociale ellende die hierdoor ontstaan. Verlaging van arbeiderslonen, het tegenwerken van vakbonden. De sociale zekerheid verminderen of het liefste helemaal afschaven onder het motto; ''het kost te veel geld''. Het verspreiden van de rechtse bewering dat privatiseringen zorgt voor lagere prijzen en lagere lasten!
2: Flinke bezuinigingen op openbare diensten: Sociale zekerheid privatiseren. Het niet of slecht onderhouden van wegen, bossen, bruggen en watervoorziening, allemaal in de naam van bezuinigingen. Werkelozen demoniseren en hun tot dwangarbeid dwingen!
3: Privatiseringen: Ervoor zorgen dat voormalige staatsondernemingen verkocht worden aan kapitalisten. Allemaal in de naam van efficiëntie en marktwerking. Hierdoor stijgt de welvaart van de kapitalisten klasse en stijgen de kosten voor de arbeidersklasse. In 20 jaar tijd zijn de salarissen van kapitalistische directeuren en managers met bijna 400% gestegen!
4: Afschaffing van het concept ''algemeen goed'' en ''gemeenschappelijk bezit'': Het neoliberalisme gelooft niet in de gemeenschap en wil die vervangen door puur individualisme. Mensen die in armoede leven moeten de schuld bij zich zelf leggen en niet bij de heersende klasse en diens controle over de economie. Als het hun niet lukt om uit de armoede te komen, dan komt dat door ''luiheid'' en ''werkweigering''!
Deze hoofdpunten zijn door bijna alle politieke ideologieën overgenomen. Van de ooit linkse sociaal democratie tot de centrum christen democratie, allemaal steunen ze de wetten van het neoliberalisme. De enigste ideologie die geprofiteerd heeft van de draai naar rechts is het liberalisme zelf. Zelfs sociaal liberalisme dat ooit pleitte voor de sociale zekerheid, steunt nu de ''hervorming'' van de sociale zekerheid zoals neoliberalen dat noemen. Ook GroenLinks ( een fusie van stalinisten, pacifisten en linkse christenen ) is meegegaan met de neoliberale dogma's. Natuurlijk wordt de huidige koers van de partij niet als verrechtsing maar als ‘realisme’ gepresenteerd. ‘Realistisch’ betekent in dit geval zich conformeren aan wat de machtsstructuren toelaten, in plaats van te strijden om die machtsstructuren te veranderen. In concrete termen: GroenLinks wil laten zien dat het ook voor de rechtse partijen een betrouwbare regeringspartner is!
De macht van het kapitalisme is na de val van het stalinisme enorm gegroeid. Niet omdat het onvermijdelijk was, maar omdat politiek daarvoor koos. Wij de arbeidersklasse betalen daar de prijs voor. Het wordt daarom tijd om een socialistisch alternatief op te bouwen. Helaas is dit in Nederland door de verrechtsing van de SP lastig. Nederland bezit geen echte arbeiderspartij. Andere landen doen het beter. In het Verenigd Koninkrijk is er de Vakbond en Socialistische Coalitie, een samenwerkingsverband van revolutionair socialisten en vakbondsactivisten. Zuid Afrika heeft sinds kort de Arbeiders en Socialistische Partij, die zich verzet tegen het neoliberale Afrikaans Nationaal Congres ( ANC ). Joe Higgins zit voor de Socialistische Partij in het Ierse parlement en Paul Murphy is lid van het EU parlement, ook voor de Ierse; Socialistische Partij!
Maar het neoliberalisme kan verslagen worden. Als de mensen weer in solidariteit en strijd gaan geloven, dan verliest de neoliberale propaganda machine. Maar daarvoor moet je bij je zelf de vraag gaan stellen: Wil ik leven in een wereld waarin geld en hebzucht mijn leven besturen? Alleen de werkende klasse kan een alternatief ontwikkelen en is de enigste klasse die voor verandering moet zorgen. Het marxistische socialisme is het enigste alternatief op de dictatuur van de markten en de kapitalisten. De sociaal democratie en het stalinisme hebben ons verraden, daarom moeten we kijken naar wat socialisme echt betekend!
Socialisme heeft niets te maken met ''luiheid'' of ''inefficiëntie''. Onder het socialisme staan de productie middelen onder controle van de gemeenschap en gaan de mensen voor de winsten. Een socialistische gemeenschap kan en moet volledig democratisch zijn. Zonder democratische arbeiders-raden is er geen socialisme. Daarom is de raden-democratie ook wat revolutionair socialisten willen opbouwen. Geen elitaire monarchie, geen deftige titels en tradities. We hebben een socialistische raden-republiek nodig en geen dictatuur van de rijken, de kapitalisten en hun bazen!
De rechtse Britse premier Thatcher noemde het TINA
THERE IS NO ALTERNATIVE!
Veel sociaal democraten gingen dat echt geloven en
capituleerde voor het altaar van marktwerking!