664.000 Nederlanders in armoede

Meer dan 664.000 mensen in Nederland leven in armoede. Zij behoren tot de 1,3 miljoen die van een beneden modaal inkomen moeten rondkomen. Nederland is een rijk land, maar die rijkdom is oneerlijk verdeeld. Terwijl de familie Heineken meer dan 7,5 miljard euro aan eigen vermogen bezit, moeten 1,3 miljoen Nederlanders rondkomen van minder dan 17.000 euro bruto per jaar. Modaal inkomen in Nederland is ongeveer 33.000 euro bruto per jaar. De meeste Nederlanders zullen een inkomen hebben rond dat bedrag. De wat hoger opgeleiden kunnen soms tot 50.000 euro bruto komen, maar zeer weinig komen hoger dan 60.000 euro bruto per jaar. Door de asociale bezuinigingen groeit de groep mensen die in armoede leeft. Volgens de liberale krant NRC leefde tussen 2010 en 2011 ongeveer 514.000 mensen in armoede, dat aantal is nu gestegen naar 664.000!

Een groep die beneden modaal verdient zijn de schoonmakers. Een beroep dat zo weinig aandacht krijgt in de media en toch zo belangrijk is. Duizenden schoonmakers werken lange uren om bedrijven en openbare voorzieningen schoon te houden. Bijna allemaal moeten ze rondkomen van het minimumloon, ongeveer 1.400 euro bruto per maand. Gelukkig is het klassenbewustzijn van veel schoonmakers verbeterd. Ze durven nu te staken voor hoger loon en betere omstandigheden. Want de bazen van schoonmaak bedrijven behoren tot de ergste uitbuiters. Door de lonen laag te houden kunnen schoonmaak bedrijven flink concurreren met elkaar, dit terwijl veel schoonmakers door het lage loon moeite hebben om rond te komen. Volgens het CBS leven 69% van alle schoonmakers in armoede!

Maar ook schoonmakers die full-time bezig zijn hebben moeite. Met minimum loon is het lastig om een gezin te onderhouden. De eisen van de stakende schoonmakers zijn zeer gematigd. Slechts 50 eurocent per uur aan loonsverhoging willen ze, toch weigeren de eigenaren van schoonmaak bedrijven de lonen te verhogen. Want dat zou de concurrentie positie verslechteren en daar draait alles om. Schoonmaak kapitalisten noemen de eisen ''ondenkbaar'' en weigeren om met de FNV te praten!

Aangezien de bazen niet willen luisteren richten de schoonmakers zich nu tegen de opdrachtgevers. Dat zijn meestal openbare bedrijven zoals de Nationale Spoorwegen. Tijdens Koningsdag werden treinen dan ook niet schoon gemaakt, wat reizigers merkte. Ook al tonen opdrachtgevers zich '''begripvol'' wordt er niets ondernomen om de bazen van schoonmaak bedrijven te dwingen om eerlijke lonen te betalen!

De Internationale Socialisten vertellen over de reactie van de schoonmaak kapitalisten: 

Om de stakingen te saboteren, zetten schoonmaakbedrijven regelmatig uitzendkrachten in. Dit wordt staking breken genoemd en is in Nederland illegaal. Werkenden hebben namelijk het recht om te staken. In reactie op het inzetten van stakingsbrekers gebruiken de schoonmakers een truc: start-stop-stakingen. Zodra er stakingsbrekers worden ingezet, gaan de schoonmakers direct weer aan het werk. De bazen zitten dan met dubbele kosten! Bron: www.socialisme.nu

Schoonmakers laten hun strijdbaarheid zien. Een voorbeeld voor veel arbeiders die minimumloon krijgen voor arbeid dat vies en zwaar is. Schoonmakers horen modaal te verdienen, want het is een schandalig dat zulk belangrijk werk gedaan wordt voor minimumloon! 

Armoede is ook te vinden bij werkelozen. Mensen die in de bijstand terecht komen, vooral ouderen die nog te jong zijn om met pension te gaan. We praten dan hier over 50+'ers die nog niet 67 jaar oud zijn. Inderdaad, want de pensionsleetijd is van 65 jaar naar 67 jaar gegaan. Nu moeten ouderen nog twee jaar langer door werken, hier zitten de bazen natuurlijk niet op te wachten. Wie als 50+ ontslagen wordt, staat niet sterk op de arbeidsmarkt. Want er zijn voor vooroordelen over oudere arbeiders. Ze zouden minder flexibel zijn en langer nodig hebben om nieuw dingen te leren. Bazen willen daarom geen ouderen in dienst hebben. Liever hebben ze jongeren tussen 18 en 23 jaar. Vooral de horeca sector wil deze jongeren, want die zijn nog goedkoper dan arbeiders op minimumloon!

De bijstand is al een ramp. Vernederingen, sociale stigma's, angst, onzekerheid en wanhoop. Dat is de bijstand anno 2014. Wie erin terecht komt krijgt al snel te maken met de gemeente die een ''tegenprestatie'' van je eist. Doe je niet genoeg je best? Is jouw kleding niet marktconform? Dan wordt je gekort op je bijstandsuitkering, want jij leeft op kosten van de samenleving en volgens neoliberale logica ben je een ''last'' voor de samenleving. Rondkomen van net 800 euro per maand, tien keer per maand verplicht te solliciteren, mogelijkheid tot dwangarbeid. 

De anarchistische organisatie Doorbraak zegt het volgende:

In Leiden zijn er plekken waar je naar toe moet vanwege je uitkering. Zoals: “Werkplein”, “Servicepunt Werk en Inkomen”, “Participatiecentrum”, “Startwerklocatie”, “Transfercentrum”. Wat is dat toch allemaal? Nou, in het Participatiecentrum moet je dwangarbeid doen. Dat is ons woord, niet van hen. Je moet onder dwang werken, gratis, zonder rechten. Wie niet werkt, zal niet eten. Dat proberen ze je in te prenten. Maar de overheid heeft een heleboel woorden verzonnen om het mooier te laten klinken dan het is, zoals:

arbeidsactivering”, “arbeidsgewenning”, “arbeidsoriëntatie”, “iets terugdoen voor je uitkering”, “leerervaringsplek”, “leerwerkplek”, “leerwerktraject”, “onbeloonde werkzaamheden”, “opstapbaan”, “oriëntatieplaats”, “participatiebaan”, “participatieplaats”, “proefplaatsing”, “snuffelstage”, “sociale activering”, “springplank naar werk”, “stage nieuwe stijl”, “tegenprestatie”, “verplicht vrijwilligerswerk”, “werk met behoud van uitkering”, “work first”, “werk voorop”, “werkactiveringstraject”, “werkervaringsplaats”, “werkoriëntatie”, “werkstage

Bron: www.doorbraak.eu

Maar armoede is er niet alleen voor mensen in de bijstand, armoede is er voor 664.000 Nederlanders. Deze mensen kunnen niet zomaar iets leuks doen, 50% van hun salaris gaat al op aan huur/hypotheek. Dan moeten ze nog geld uitgeven aan zorgkosten, voedsel, stroom en water. Voor velen is er nauwelijks geld over voor leuke dingen. Voor voedsel zijn sommigen toegewezen op een voedselbank. Ook de kringloopcentra's zijn een noodzaak voor mensen met een laaginkomen!

Maar voor het kabinet Mark Rutte 2 bestaat er geen armoede. Nee, meneer Rutte en zijn PvdA collega's leven met hun royaal salaris ver boven het ''armoedige'tuig''. Met zijn 120.000 euro bruto zit Mark Rutte als premier heel goed. Ook Diederik Samsom met 106.000 euro bruto zit er goed bij. Politici weten niet wat armoede inhoudt, ze voelen de pijn van hun neoliberale politiek niet. Maar een gezin dat van 1.100 euro netto in de maand moet rondkomen, voelt de bezuinigingen extra hard!

Revolutionair socialisten willen een minimumloon van 1.500 euro netto bij een 32 urige werkweek. Verder moeten alle grote bedrijven die onze economie domineren, genationaliseerd worden. Anders dan nationalisaties onder het kapitalisme wensen wij socialistische nationalisaties. Waarbij de winsten van het bedrijfsleven ( nu nog veilig op banken ) ter beschikking staan van de gemeenschap. Kapitalisten die massa ontslagen willen doorvoeren moeten bedreigt worden met nationalisatie van hun bedrijf zonder compensaties. Ze moeten niet denken dat ze zomaar mensen kunnen ontslaan puur om de winsten hoog te houden!



Van de 1,3 miljoen mensen met een laag inkomen
leven 664,000 in armoede!

Koningsdag 2014

Zoals elk jaar wordt de persoonlijkheidscultus van het Koninkrijk Huis weer opgevoerd. Goed, we zijn dan wel niet zoals Noord Korea, maar er zijn toch overeenkomsten. Tijdens Koningsdag worden de leden van het Huis van Oranje bejubeld en vereerd. Hun lachende gezichten staan op duizenden objecten en overal heerst Oranjegekte, waar je ook kijkt. Anders dan de stalinistische persoonlijkheidscultus gaat de monarchistische oranje cultus niet meer uit van dwang. Dat was echter 60 jaar geleden nog anders, toen werden revolutionair socialisten opgepakt omdat ze kritisch waren over de monarchie. Ook vorig jaar werden republikeinen gearresteerd, niet eenmaal maar tweemaal. Achteraf doet de politie alsof het allemaal een vergissing was, maar we weten wel beter. Republikeinen verstoren het ''mooie'' sprookje dat men Koningsdag noemt. Revolutionair socialisten zijn hier duidelijk in, wij willen een socialistische raden-republiek en de volledige onteigening van het kapitalistische; Huis van Oranje!


Zie hierbij het socialistische bericht 
van vorig jaar over de monarchie 


Treinkaartje in spitsuren duurder

De neoliberale overheid bestaande uit VVD en PvdA willen dat mensen meer geld gaan betalen voor een treinkaartje in de spitsuren. Een verhoging van 10% zit er aan te komen voor treinreizigers die in de spitsuren gebruik maken van de trein. Het kabinet wil met de lastenverhoging meer geld binnen halen, nadat de Nationale Spoorwegen miljoenen euro's kwijt raakte na de Fyra crisis. De overheid wil mensen ontmoedigen om in de spitsuren te reizen. Maar zoals gewoonlijk is deze lastenverhoging een pure bezuinigingsmaatregel, bedoeld om de lasten van de crisis bij de werkende klasse te leggen. Want arbeiders worden verplicht door hun bazen om rond 9.00 aanwezig te zijn op hun werk. Een normale werkdag begint rond 9:00 en eindigt rond 17:00 uur. Rond die uren is dan ook spraken van spitsuren. De NS denkt dat mensen de spitsuren zullen vermijden, maar dat is niet waar. 

In 1994 werd de NS opgedeeld in twee bedrijven. ProRail ging de sporen beheren en de Nationale Spoorwegen ging mensen vervoeren. Hoewel de Staat der Nederlanden voor 100% eigenaar is van de NS en ProRail, zijn het kapitalistische bedrijven die het geld voor de mens plaatsen. Veel Nederlanders zijn hierdoor ontevreden. Vele zien liever weer één staatsspoorbedrijf zonder winstdrang. Revolutionair socialisten steunen dit slechts gedeeltelijk. Wij willen de nationalisatie van het openbaar vervoer, maar niet onder controle van een kapitalistische staat. Wij willen socialistische nationalisatie en niet nationalisaties op kapitalistische basis, waarin de gemeenschap de verliezen betaald!

Toen het neoliberalisme werd ingevoerd, beloofde de overheid dat door privatiseringen de kosten van een treinkaartje omlaag zouden gaan. Ook zou de nieuwe NS door concurrentie en marktwerking, beter gaan presteren. Allemaal leugens, als kapitalistisch bedrijf draait ook bij de NS alles om winsten. De kosten voor een treinkaartje werden alleen maar duurder. Door verschillende neoliberale kabinetten waaronder die van Kok, Balkenende en Rutte, zijn de stijgende kosten alleen maar afgeschoven op de treinreiziger. NS topman Timo Huges ''verdient'' bijna 500.000 euro per jaar, terwijl de NS in handen is van de Nederlandse staat. Maar omdat de NS een kapitalistische bedrijf is, wordt de top beloond met extreme salarissen. Ondertussen moeten arbeiders bij de NS en ProRail het doen met slechtere arbeidsvoorwaarden en de eeuwige angst om ontslagen te worden bij nieuwe ''reorganisaties'' 

Echter door de winsthonger van de NS directie wordt het maken van winst, belangrijker geacht dan de positie van de treinreiziger. Natuurlijk zal de NS in haar propaganda altijd beweren dat ze in dienst staan van de treinreiziger, maar achter de schermen draaien vooral economische belangen. Want ook al is de NS eigendom van de Nederlandse staat, is het geen staatsbedrijf en moet het winst maken. Dit is precies waarom revolutionair socialisten tegen staatsbedrijven zijn onder het kapitalisme. De staat kan best bedrijven nationaliseren, zoals men met de ABN-AMRO bank deed. Maar aangezien een kapitalistische staat in dienst staat van de kapitalisten, doet de overheid niets anders dan geld stoppen in een genationaliseerd bedrijf. Meestal blijven de mensen die voor mismanagement zorgde nog gewoon aan de top en worden arbeiders ontslagen, dat noemen ze ''reorganisaties''!

Revolutionair socialisten staan voor socialistische nationalisaties. Waarbij de winsten van een bedrijf gebruikt worden voor grootschalige sociale programma's. Miljarden aan euro's liggen veilig in banken, daar mag de gemeenschap niet aankomen want dat is privé bezit. Terwijl de neoliberale overheid overal op bezuinigt, liggen miljarden aan euro's veilig opgeborgen. Revolutionair socialisten willen daarom de volledig onteigening van grote bedrijven en alleen compensaties betalen aan klein aandeelhouders, niet aan miljonairs. Genationaliseerde bedrijven moeten bestuurd worden door democratisch gekozen directie leden. Een arbeidersraad zal de leiding op zich nemen en volledige verantwoording afleggen aan zowel de gemeenschap als de arbeiders van het genationaliseerde bedrijf. Op dit moment hoeft een directie alleen verantwoordelijkheid af te leggen aan de aandeelhouders. Die willen meestal maar één ding zien en dat zijn winsten!



Treinkaartjes worden 10% duurder in spitsuren!

Nogmaals: zes mythes over miljonairs

De vermogenspositie van de allerrijksten verbeterde vóór, tijdens en nu ook na het voorlopig dieptepunt van de crisis. Alleen al daarom is de voortdurende bezuinigingsdrift van Rutte-II op de mensen aan de onderkant een schandaal.

Door de Internationale Socialisten - www.socialisme.nu 

De afgelopen week werd deze trend opnieuw bevestigd. ‘Tijdens de crisis is de ongelijkheid groter geworden’, noteerde De Volkskrant. De krant schreef op basis van CBS-cijfers dat in 2012 de rijkste 1 procent van Nederland (74 duizend huishoudens) 273 miljard euro vermogen bezaten. Dat is gemiddeld 3,7 miljoen euro per huishouden, en 23,4 procent van het totale binnenlands vermogen. In 2012 hadden de rijkste zevenduizend huishoudens 102 miljard euro, gemiddeld 13,9 miljoen euro per huishouden.

De tegenstelling met de positie van werkende mensen groeit volgens cijfers van datzelfde CBS. Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is in 2013 met 1,1 procent gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dit schrijft het vooral toe aan ‘het achterblijven van de lonen bij de inflatie, de afname van de werkgelegenheid en een toename van de belastingen en sociale premies.’

Deze verschuiving van vermogen van arm naar rijk wordt direct veroorzaakt door de financiële politiek van de bedrijven. Ondanks de daling van de winsten keerden Nederlandse ondernemingen namelijk wel meer dividend uit aan hun aandeelhouders.

Hierbij herhaalt Socialisme.nu een aantal argumenten waarom dee miljonairs uitsluitend zichzelf helpen.

1. ‘Maar miljonairs werken toch hard voor hun geld?’

Volgens een onderzoek van Van Lanschot zit 67% van de miljonairs zonder werk. Dat komt omdat ze hun rijkdom niet vergroten door zelf te werken, maar door te beleggen of speculeren. Een voorzichtig beleggingsfonds geeft rond de 5% rendement. Een miljoen levert zo 50.000 euro per jaar op voor iemand die daar helemaal niet voor heeft gewerkt.

Miljonairs die wel werken zijn ongetwijfeld druk: ze bellen veel, hebben lunchafspraken die uitlopen en staan vaak op de golfbaan. Maar dit wil nog niet zeggen dat zij hun geld ‘verdienen’. De welvaart die ze verzamelen, wordt afgeroomd van het werk dat andere mensen doen. De topinkomens nemen toe doordat de werkdruk voor gewone mensen steeds meer toeneemt en zij steeds vaker genoegen moeten nemen met flutcontracten. Kortom, het overgrote deel van de miljonairs worden niet rijk door hun eigen arbeid, maar door die van anderen. In economische termen heet dat ‘uitbuiting’.

2. ‘Maar miljonairs creëren toch banen?’

In een interview op Radio 1 zei organisator van de Miljonair Fair, Yves Gijrath: ‘We creëren juist werk voor alle mensen die hier nu al weken mee bezig zijn.’ Dat is het eeuwenoude argument waar ook de ideologisch geladen term ‘werkgever’ vandaan komt. Maar ten eerste nemen ze geen mensen aan uit liefdadigheid, maar om daar winst op te maken. Ten tweede is het hele punt van de actie juist dat de rijkdom die vergaard is door uitbuiting niet moeten worden besteed aan het luxueuze levensgenot van de allerrijksten, maar dat het moet worden ingezet voor maatschappelijk welzijn.

Als miljonairs werkelijk iets zouden geven om de werkgelegenheid in Nederland, dan stemmen ze in met de eis van het actiecomité om een vermogensbelasting van 5% in te voeren. Hiermee zou jaarlijks 16 miljard euro worden opgehaald. Genoeg om bijvoorbeeld de bezuinigingen op de thuiszorg (100.000 banen) en sociale werkvoorziening (70.000 banen) te stoppen. De koopkracht die hiermee gecreëerd wordt, levert bovendien veel meer werk op dan die kleine groep mensen die een paar weken per jaar in de RAI werkt.

3. ‘Er is wel werk, maar mensen willen niet’

Rechts slaagt er met dit argument in om een maatschappelijk probleem te reduceren tot een individueel probleem. Sinds het begin van de crisis in 2008 is de Nederlandse werkloosheid toegenomen met 200.000 mensen. Er zijn in Nederland veel meer mensen op zoek naar werk dan er vacatures zijn. Tegenover elke vacature staan nu 5 werklozen.

Dat minder mensen werken, komt doordat de overheid bezuinigt en bedrijven weigeren te investeren. Zo berichtte het NRC vorig jaar dat bedrijven 210 miljard euro in kas hebben en keren Nederlandse multinationals dit jaar een recordbedrag aan dividend uit aan aandeelhouders. Wanneer we het vermogen van miljonairs belasten kunnen we juist banen behouden (thuiszorg) en creëren door bijvoorbeeld te investeren in duurzame energie.

4. ‘In Nederland kennen we geen armoede’

Vandaag publiceerde De Volkskrant de cijfers van het laatste Armoedesignalement op de voorpagina. 1,1 miljoen mensen in Nederland leven in armoede. Volgens Rutte is er in Nederland geen sprake van armoede. Maar het sociaal minimum heet sociaal minimum met een reden. In armoede kunnen mensen minder deelnemen aan het openbare leven. Kinderen kunnen niet op de sportclub of er is geen geld voor vakantie.

Dat de SP de PvdA gisteren heeft gedwongen om te erkennen dat armoede bestaat, is een stap vooruit, maar armoede is niet alleen erg voor kinderen. Het grootste gedeelte van de minima-huishoudens is alleenstaand. Zij raken vaak sociaal geïsoleerd terwijl ze bijvoorbeeld steeds moeilijker hun verwarmingskosten kunnen betalen. Eenvandaag maakte jaren geleden deze documentaire over armoede in Nederland. Met de crisis, groeiende werkloosheid en BTW-verhogingen zijn de problemen van deze groep alleen maar groter geworden.

5. ‘Nederland is toch een ontzettend gelijk land?’

Vergeleken met andere Europese landen zijn de inkomens in Nederland niet uitzonderlijk gelijk. Landen zoals Duitsland en Oostenrijk hebben een meer gelijke inkomensverdeling terwijl de inkomens in België en Frankrijk ongelijker zijn verdeeld. Het verschil tussen de rijkste 10% en de armste 10% is de afgelopen twintig jaar toegenomen.

Maar werkelijke ongelijkheid zit in Nederland vooral in de vermogens. Uit recent onderzoek van Van Lanschot blijkt dat maar 1,3% van de huishoudens miljonair is, maar dat zij samen 39% van het totale vermogen bezitten. Ter vergelijking: 60% van de Nederlanders bezit slechts 1% van het totale vermogen.

6. ‘Miljonairs betalen toch al meer belasting?’

Nee, miljonairs betalen relatief gezien ongeveer evenveel belasting als andere inkomensgroepen. Er is in feite sprake van een vlak-taks, concludeerde NRC Next begin dit jaar. De inkomstenbelasting is hoger voor miljonairs, maar andere belastingen zijn voor hen juist lager. Doordat armere mensen een groter gedeelte van hun inkomen besteden aan consumptie, worden ze bovendien harder geraakt door de BTW-verhoging die de Kunduz-coalitie afsloot en de PvdA liet staan.

Hiernaast huren miljonairs fiscalisten in, die voor hen de mazen van de belastingwet opzoeken terwijl gewone mensen gedwongen worden vrije dagen op te offeren om niet te veel te hoeven betalen. Dit neemt niet weg dat inkomen slechts een klein gedeelte is van de rijkdom van miljonairs.

Haal het geld waar het zit!

We leven in een systeem waarin uitbuiting leidt tot extreme rijkdom voor een dunne bovenlaag en toenemende armoede voor een grote onderlaag. Dit is geen natuurverschijnsel, maar een uiting van krachtsverhoudingen tussen die sociale klassen. Die liggen echter niet vast. Strijd kan dat veranderen, net zo goed als maatschappelijke druk politieke besluitvorming kan veranderen. Wees daar onderdeel van – kom vanavond naar het protest bij de Miljonair Fair of naar andere acties in de nabije toekomst. Een andere wereld is mogelijk!!




Meer dwang in de bijstand

De aanval op mensen in de bijstand is begonnen. Nu richt PvdA staatssecretaris Jellejetta ( Jetta ) Klijnsma haar pijlen op mensen van buitenlandse afkomst die in de bijstand zitten. Die moeten namelijk nu opeens ''goed'' Nederlands kunnen praten. Kunnen ze dat niet dan worden ze met -20% gekort op hun bijstandsuitkering. Als ze na een half jaar nog niet ''goed'' genoeg Nederlands kunnen praten, worden ze met nog eens -40% gekort. Deze VVD mentaliteit is duidelijk bij PvdA'er Klijnsma te merken. Het Nederlands is al geen makkelijke taal, maar nu worden mensen in de bijstand gedwongen om onze taal te leren en te praten. Deze maatregel is puur genomen om buitenlandse werkelozen aan te pakken. Nu gaat de overheid bepalen wat ''goed'' Nederlands inhoudt. Het neoliberale kabinet Mark Rutte 2 wil namelijk dat werkelozen in de bijstand een ''tegenprestatie'' moeten leveren. Dit houdt dwangarbeid in en nu ook de verplichting om ''goed'' Nederlands te kunnen praten!

Revolutionair socialisten vinden het fout om mensen in de bijstand te dwingen om te gaan werken voor hun bijstandsuitkering. De verhalen over dwangarbeid zijn niet al te prettig. Mensen die gedwongen worden om 20 tot 30 uur per week te werken, zonder CAO, zonder hulp om echt werk te zoeken en dat voor net 800 euro netto. Dwangarbeiders moeten aan de slag bij grote kapitalistische ondernemingen zoals PostNL. Peter Daens werkt bij PostNL als WSW'er, hij heeft het beter dan de mensen die vanuit de gemeente bij PostNL aan het werk gezet zijn! 


Hij vertelt: Om er te mogen werken, moeten ze ( dwangarbeiders ) bij PostNL eerst een kopie van hun paspoort of identiteitsbewijs inleveren. De dwangarbeiders vormen een derde deel van de postbezorgers en worden door de werkleiding drie tot vier dagen per week ingeroosterd. Ze voldoen aan veel, zo niet alle onderdelen van een arbeidsverhouding, maar hebben geen cao, geen salaris en geen reiskostenvergoeding. Ze krijgen ook minder gemakkelijk werkkleding.  Ze krijgen ook minder gemakkelijk werkkleding. Terwijl de WSW-ers standaard na twee maanden een binnenjas, een overjas en eventueel ook nog een regenjas en regenbroek krijgen, is dat voor de dwangarbeiders zeker niet vanzelfsprekend. Sommigen hebben wel een PostNL-jas, maar de meesten hebben alleen maar een PostNL-hesje over hun eigen jas. Maar fietsen met stevige PostNL-tassen krijgen we allemaal, ook de dwangarbeiders. We hoeven dus niet onze eigen fiets te gebruiken!


Het verhaal van Peter Daens bij PostNL is één van de vele verhalen over dwangarbeid in Nederland. De anarchistische website Doorbraak heeft veel verhalen over dwangarbeiders. Het zou goed zijn als Nederlanders die verhalen eens lazen, want te vaak hoor je dat mensen in de bijstand ''lui'' zijn en ''leven op kosten van de samenleving''. Deze rechtse opvatting is vooral de laatste 30 jaar ontstaan. Het beeld van de luie werkelozen, die niet willen werken en lekker van een uitkering rondkomen. Door dit beeld rond te propaganderen hebben rechtse partijen ook voormalige linkse partijen aan hun kant gekregen. Het is een PvdA'er, die als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dwangarbeid oplegt!


Mevrouw J. Van Urk vertelde in november 2013 over haar ervaring als dwangarbeider. Revolutionair Socialistische Media besluit om haar verhaal nog een keer te gebruiken. Het verhaal van mevrouw Van Urk is niet ongewoon. Veel mensen die langdurig werkeloos zijn worden gestraft. Volgens neoliberale logica is het hun schuld dat ze geen werk vinden. Rechtse mensen brullen dat er genoeg werk is, maar dat is een leugen. We hebben op dit moment zeker 691.000  werklozen ( bron: NRC )  en ongeveer 100.000 openstaande vacatures. Veel werk is de laatste 30 jaar verplaatst naar laagloon landen. Vooral productie werkzaamheden zijn naar China en India gegaan. Tegenwoordig zijn de eisen voor werk ook hoger. Je moet tegenwoordig minimaal 40 uur per week kunnen werken, sterke sociale vaardigheden bezitten en flexibel kunnen zijn. Wie niet aan deze eisen kan voldoen staat al zwak op de arbeidsmarkt en heeft minder kans op een goede baan!


Het verhaal van mevrouw Jolanda van Urk:


''In april 2012 werd ik aangemeld door de gemeente Smallingerland om een verplicht “reïntegratie”-traject te volgen bij het WSW-bedrijf Caparis. Er werd mij in eerste instantie verteld dat het voor een aantal dagdelen per week zou zijn, hetgeen bij nader inzien 36 uur bleek te zijn. Nadat ik had aangegeven de zorg te hebben voor een minderjarig kind waarbij ADHD is vastgesteld en die de nodige zorg en aandacht nodig heeft, werden de uren teruggebracht naar 32 uur per week.


Ik kreeg in eerste instantie een overeenkomst voor drie maanden, die na die periode werd verlengd met nog 6 maanden. Ik heb mij al die tijd volledig gemotiveerd ingezet, wat resulteerde in het feit dat ik een onbetaalde baan kreeg op de Schakel-afdeling, en onder andere ook fungeerde als aanspreekpunt voor de mensen met wie ik samenwerkte. Het was de bedoeling dat je door het traject uit zou stromen naar een betaalde baan, maar dat werd niet waargemaakt. Integendeel… er waren veel beloften die niet konden worden waar gemaakt, en ondertussen moet je hele dagen geestdodende en stompzinnige werkzaamheden verrichten op het niveau van mensen met een beperking. Werkzaamheden die op geen enkele wijze enige meerwaarde bieden bij het vinden van een betaalde baan.


Gelukkig vond ik na veel sollicitaties zelfstandig een baan bij de NDC Mediagroep. Ik kon daar in november vorig jaar beginnen. Met voldoende uren, zodat ik uit de bijstand was. Ik heb daar vervolgens gewerkt tot en met eind april dit jaar. Toen raakte ik mijn baan weer kwijt. Niet omdat ik niet voldeed, maar door een overname van het bedrijf en de daaropvolgende reorganisatie raakten driehonderd mensen hun baan. Waaronder ik helaas ook.


Daar sta je dan weer met lege handen, en geen inkomsten meer. Met lood in de schoenen ben ik weer naar de gemeente gegaan voor een WWB-uitkering. En dan zit je één week later weer bij Caparis. Terug bij af! Wederom een intakegesprek, en al die mooie praatjes die ik al eerder gehoord had. Weer een overeenkomst voor drie maanden. Die zijn ondertussen voorbij en onlangs werd mij de bekende verlenging van zes maanden voorgelegd die ik diende te ondertekenen. Anders zouden er sancties volgen op mijn uitkering. Dat kan ik mij uiteraard niet veroorloven en dus heb ik met tegenzin en onder protest ondertekend'' 


Jolanda van Urk, werkloze moeder! Lees haar volledige verhaal op www.doorbraak.eu


Er zullen nog meer mensen werkeloos raken, want het neoliberale kabinet is niet van plan om de bezuinigingen te stoppen. Het bedrijfsleven en de markten staan voorop. Nu al leven 200.000 kinderen in armoede ( 1 op de 9 ) in dit ''rijke'' land. Kinderen die niet op zwemles kunnen, die niet naar een leuk pretpark gaan omdat daar geen geld voor is. Armoede bestaat in Nederland en alleen idiote rechtse mensen ( die meestal boven modaal verdienen zoals Mark Rutte en zijn VVD bende ) willen dit niet begrijpen!


Revolutionair socialisten willen dat er een einde aan dwangarbeid en armoede komt. Er moet een minimumloon van 1.500 euro netto bij een 32 urige werkweek komen. Daarnaast moeten alle grote bedrijven ( zoals KPN, Phillips, PostNL en de NS ) genationaliseerd worden. Onder arbeiders zelfbestuur zullen deze bedrijven dan bestuurd worden. Daarnaast willen we dat miljonairs en miljardairs onteigend worden. Niemand heeft het recht op miljoenen euro's, niemand. Daarom moet er een maximum aan eigen vermogen komen van 500.000 euro. Ook een maximum inkomen van 5.000 euro netto per maand moet gelden. Zo kunnen we voorkomen dat een elite ontstaat die het beter heeft. Politici moeten een modaal salaris verdienen, zodat ze de consequentie van hun beleid voelen. Op dit moment behoren onze tweede kamer politici tot mensen met een boven modaal inkomen van minimaal 4.000 euro netto per maand!


Mensen in de bijstand moeten niet gestraft worden, maar juist geholpen worden. Natuurlijk moeten we de luien aanpakken. Luiaards zullen er altijd zijn, maar die vormen een zware minderheid. Niemand vindt het leuk om van 800 euro netto per maand te moeten rondkomen. Ook willen mensen werken, wie wil nu de hele dag thuis zitten? Maar men wil goed werk, dat nuttig is en voldoening geeft. Echter zo ver denken de neoliberale heersers niet. Die voeren uit wat hun kapitalistische meesters hun bevelen!


Lees hier de verhalen van mensen die dwangarbeid moeten uitvoeren in verschillende Nederlandse gemeentes:


Amsterdam
Den Haag
Deventer
Eindhoven
Helmond
Hoogeveen
Leiden
Vlagtwedde
Vlissingen



Dwangarbeiders vervangen ook mensen die normaal in 
loondienst zijn. Goedkoop voor de gemeentes!!

Weer een PvdA dief, ze blijven maar komen

Alweer een PvdA'er verdacht van fraude. De Nederlandse sociaal democratie is echt niet meer geloofwaardig. Deze keer is het de oud-fractievoorzitter van de PvdA in Delfzijl, die zou 3.800 euro uit de partijkas gestolen hebben. Dat doet ons denken aan Bert van der Roest, die stal bijna 40.000 euro van de daklozen krant. Ook deze PvdA'er beweerde ''sterk en sociaal'' te zijn. Nu is de oud voorzitter van de partij in Delfzijl verdacht van fraude met partijgeld. In een echte arbeiderspartij zou zo iemand meteen geroyeerd zijn voor het leven. Wie steelt van een partij van het proletariaat zal voor altijd buitengesloten worden. Dat is hoe revolutionair socialisten naar zelfverrijkers kijken!  

Bert van der Roest kreeg groen licht van de Partij van de Asocialen om bijna 7.000 euro wachtgeld te ontvangen. De dief die 40.000 euro stal van de daklozen krant zat in het gemeentebestuur van de stad Utrecht. Nadat bekend werd dat de dief aansprak wou maken op de wachtgeldregeling probeerde D66 en VVD dat te voorkomen. Echter de PvdA fractie vond dat Bertje dief recht had op zijn 7.000 eurootjes. Wat D66 en VVD probeerde is goed, maar binnen diezelfde VVD zitten ook dieven en boeven. Ex-gedeputeerde Ton Hooijmaijers ( VVD ) heeft sinds zijn aftreden in 2009 ruim 330.000 euro aan wachtgeld ontvangen. Hooijmaijers is veroordeeld voor corruptie, witwassen en valsheid in geschrifte. Gaat de VVD nu van hem eisen dat hij die 330.000 euro terug gaat betalen aan de gemeenschap? Ik dacht het niet!

Ricardo Offermanns, ex-burgemeester van Rotterdam werd in januari veroordeeld tot 120 uur dienstverlening, nadat hij schuldig was bevonden aan passieve ambtelijke omkoping. De Volkspartij voor ''Vrijheid en ''Democratie'' zegt te walgen van criminelen, toch zijn er binnen deze neoliberale partij, genoeg types te vinden die denken dat ze boven het werkende volk staan. Deze VVD'ers zijn vooral uit op geld en macht. Dat de VVD een partij is van de rijken en het kapitalisme weet iedereen. Hun propaganda is gericht op de mensen met veel geld en economisch bezit. 

Types zoals Bert van der Roest en Ton Hooijmaijers laten zien dat de burgerlijke politiek zich verheven ziet boven het proletariaat. Logisch ook, want in een grote gemeente zoals Utrecht verdient een raadslid als snel 1.300 euro bruto per maand. Daarvoor hoeft hij/zij niet eens aanwezig te zijn bij vergaderingen. Doet hij/zij dat wel dan krijgen ze nog eens 200 euro extra voor elke vergadering. Leden van de eerste en tweede kamer hebben het al helemaal goed. Hun bruto loon is bijna 9.000 euro per maand, plus veel onkosten vergoedingen. Daarom heeft de SP als enigste partij een afdrachtsregeling. Deze regeling bepaald dat gekozenen een salaris horen te ontvangen dat niet al te hoog is. Zo verdienen SP leden van de tweede kamer ongeveer 2.300 euro netto per maand. Terwijl de andere politici zeker 4.000 euro netto overhouden!

In een socialistische raden-democratie verdienen gekozenen een modaal netto inkomen. Als het modaal salaris ongeveer 1.800 euro netto in de maand is, dan zullen politici op dit loon moeten leven. Hierdoor zullen ze zelf ondervinden wat de resultaten zijn van hun besluiten op het werkende volk. Aangezien de meeste politici met 4.000 euro goed zitten, voelen maar weinig de stijgende lasten. Onze politici in de tweede kamer kunnen best 100 euro extra uitgeven voor boodschappen en andere basis behoefden. Maar iemand met een modaal inkomen kijkt naar 100 euro lastenverhoging, heel anders dan iemand met 4.000 euro netto per maand!

Ondertussen zien de Jonge ''Socialisten'' ( sociaal democraten ) van de PvdA, zich als ''Het Rode Gevaar''. Hier kunnen revolutionair socialisten enorm om lachen. Denken die jeugdige sociaal democraten nu echt dat de sociaal democratie een gevaar vormt voor het internationale kapitaal? De Jonge ''Socialisten'' van de PvdA zullen best wat linkser denken dat Diederik Samsom, maar de Partij van de Asocialen is alles behalve links en sociaal. Als er echt spraken was van een Rood Gevaar, dan hadden de beurzen op rood gestaan en brulde de werkgevers dat armoede en ellende op ons te wachten stond zodra we voor socialisme zouden kiezen. Zodra revolutionair socialisten gevaarlijk worden, zal de leugenmachine van het kapitalisme overuren draaien!



Een rode kat van de Jonge ''Socialisten'' is het ''Rode'' Gevaar?
Gevaarlijk is de PvdA zeker, gevaarlijk voor arbeiders en werkelozen 

65 jaar geleden. Oprichting Volksrepubliek China

5 jaar na de stichting van de Volksrepubliek China gaan we na wat het belang is van de Chinese revolutie voor de actuele strijd in China en op internationaal vlak. Met een historisch overzicht wordt inzicht gegeven in de wijze waarop het regime tot stand gekomen en de discussies die daarmee gepaard gingen. 

Een dossier door Per-Ake Westerlund, dat 10 jaar geleden voor het eerst verscheen. 
Linkse Socialistische Partij ( België ) 

De voorbije jaren hebben kapitalisten vanuit de hele wereld zich naar China gehaast om er een graantje mee te pikken van de superwinsten die er aangeboden werden door het “communistische” regime. Dat staat in een schril contrast met de revolutie van 65 jaar geleden, toen het imperialisme en kapitalisme het land werden uitgezet.
De kapitalisten worden er vandaag niet graag aan herinnerd dat de jaren 1900 een eeuw van massale strijd vormden in China met oorlogen en revolutie. Om tegen de kapitalistische propaganda in te gaan, is het belangrijk dat klassenbewuste arbeiders en jongeren de lessen van de revolutie van 1949 bestuderen om zo een beter beeld te krijgen van het regime dat toen gevestigd werd.
Twee belangrijke factoren zorgden ervoor dat de eerste helft van de vorige eeuw wereldwijd een periode van revolutie en contra-revolutie vormde. De fundamentele objectieve factor was de extreme impasse en de crisis van het kapitalistische systeem dat leidde tot belangrijke confrontaties tussen de klassen en ook tot twee wereldoorlogen. De andere reden was de overwinning van de Russische revolutie in 1917, mee omwille van de cruciale subjectieve rol van Lenin, Trotski en de Bolsjewieken. In China hielp dit mee de voorwaarden scheppen op basis waarvan de Chinese Communistische Partij (CCP) 28 jaar na haar oprichting de macht kon grijpen.
Imperialistische overheersing
De eerste Chinese revolutie vond plaats in 1911 toen de Manchu dynastie in elkaar stuikte en vervangen werd door een republiek, die op haar beurt twee jaar later omgevormd werd tot een militaire dictatuur. Tot in de jaren 1820 was het duizend jaar oude rijk goed voor zowat 30% van de wereldwijde productie. Maar in de tweede helft van de jaren 1800, kon het regime niet langer weerstaan aan de druk van het wereldwijde kapitalisme. Imperialistische machten als Japan, Engeland, Rusland, Frankrijk en Duitsland veroverden delen van China in hun globale veroveringsdrang op zoek naar strategische posities, goedkope koloniale arbeid en grondstoffen.
De Russische revolutie zorgde voor een enorme toename van massa-strijd en radicalisering op wereldvlak. De nieuwe Communistische Internationale had – in tegenstelling tot de oude sociaal-democratische partijen – een duidelijk perspectief van koloniale revoluties, waarbij de arbeiders in de ontwikkelde kapitalistische landen aan de kant van de onderdrukte arbeiders en armen in de kolonies strijden. In China was er de beweging van 4 november 1919 waarbij een grote groep van voornamelijk studenten een aantal imperialistische symbolen en oude tradities, waaronder het Confucianisme, aanvielen. Een factor in het radicaliseringsproces was de breed verspreide ontgoocheling in de uitkomst van de revolutie van 1911. Alle belangrijke kwesties – landhervormingen, imperialistische uitbuiting, de eenmaking van China – bleven onopgelost. De nationalistische partij, de Kwomingtan (KMT), richtte zich naar de Russische revolutie voor steun en inspiratie in haar strijd. Zoals tegelijkertijd ook het geval was in India, kwam er met de ontwikkeling van de arbeidersklasse ook een nieuwe leidinggevende kracht op het strijdtoneel.
In het Rusland van de jaren 1920 begon de conservatieve kaste rond Stalin haar macht te consolideren. Dat was een gevolg van de nederlagen van de arbeidersbeweging op internationaal vlak, in het bijzonder in Duitsland, de tijdelijke stabilisatie van het kapitalisme, de onderontwikkeling van Rusland (versterkt door de puinhopen veroorzaakt door de wereldoorlog en de militaire interventie van het imperialisme in de Sovjetunie). Op dit ogenblik vormde het slechte advies van Stalin en co aan de arbeiders die in actie kwamen nog niet zozeer een bewust verraad, maar was het een uitdrukking van een compleet onbegrip van de Russische revolutie zelf.
Dit stond in een scherp contrast met Leon Trotski, samen met Lenin één van de leiders van de revolutie van 1917. Trotski organiseerde binnen de Russische Communistische Partij de Linkse Oppositie en nam de verdediging van het marxisme op in de debatten en de strijd over de ontwikkelingen in de Sovjetunie en internationale ontwikkelingen. Eén van de belangrijkste discussies in de jaren 1920 was deze over de Chinese revolutie van 1925-27 waarbij een in veel opzichten klassieke arbeidersrevolutie, werd neergeslagen door een bloedige contra-revolutie. Als gevolg van die nederlaag kon de nationalistische en conservatieve fractie rond Stalin haar overwinning op de Linkse Oppositie uitroepen. Trotski werd uit de partij gezet en verbannen naar Alma Ata in Centraal-Azië.
Stalins standpunt in 1925-27 was dat de leidinggevende rol in de revolutie aan de KMT toebehoorde, aangezien deze de Chinese burgerij vertegenwoordigde. Stalins prioriteit bevond zich bij de “theorie” van het socialisme in één land: het stabiliseren van de situatie in Rusland – niet in het minst binnen zijn eigen leidinggevende groep – in plaats van het stimuleren van revolutionaire bewegingen in andere landen. Stalin dacht dat er in China eerst een burgerlijk-democratische revolutie onder leiding van de KMT moest komen. Op die basis besliste de CCP om te fusioneren met de KMT in wat omschreven werd als “een alliantie van binnenuit”. De leider van de KMT, Tsjang-Kai-Shek, werd uitgenodigd naar Moskou om deel te nemen aan de bijeenkomsten van de Communistische Internationale (Comintern). Door het ritme van de klassenstrijd kon de CCP snel groeien (van 300 leden in 1923 tot 58.000 in 1927) en in 1926 werd Mao Zedong van de CCP – een enthousiaste aanhanger van de alliantie tussen de CCP en de KMT – verkozen als plaatsvervangend lid van het uitvoerend bestuur van de KMT. De KMT kreeg belangrijke financiële steun van Stalin, alsook wapens en militaire training.
Burgerlijk-democratische taken
Trotski ging akkoord dat de taken van de burgerlijke revolutie de centrale aandacht verdienden in China, zeker wat de landkwestie betrof. De rijkste 10% bezat 70% van de landbouwgrond. Maar Trotski legde ook uit dat in China de grootgrondbezitters onderdeel vormden van de stedelijke burgerij. De strijd van de arme boeren voor grond was dan ook een strijd tegen de burgerij – en onvermijdelijk ook tegen de KMT. De boerenklasse was niet in staat om onafhankelijk haar strijd tot een goed einde te brengen en dus was het de verantwoordelijkheid van de arbeidersklasse om de revolutie te leiden. Om China te kunnen ontwikkelen, moesten bovendien de imperialistische monopolies overgenomen worden wat de verschillende belangen van de arbeiders en de KMT nog sterker zou benadrukken.
Trotski baseerde zich op de ervaringen van de Russische revolutie om aan te tonen dat de burgerij niet in staat zou zijn om de noodzakelijke hervormingen door te voeren en dat de arbeiders, met de steun van de boeren, wel degelijk de macht kunnen grijpen. Dat zou op zich niet de voorwaarden voor het socialisme creëren, maar het zou een enorme impuls betekenen voor de wereldrevolutie die noodzakelijk is om een socialistisch systeem te ontwikkelen.
De Chinese arbeidersklasse vormde de belangrijkste kracht in de revolutie van 1925-27 met bezettingen en massale stakingen. De strijd was gericht tegen de voorwaarden van enorme uitbuiting, niet in het minst in bedrijven in handen van buitenlandse kapitalisten. Dit alarmeerde de leiding van de KMT die in 1925 beroep deed op Britse troepen om de arbeiders aan te vallen. Er waren massale acties van arme boeren die het land bezetten en daarmee de acties van de arbeiders volgden. Bij alle centrale kwesties van de revoluties stonden de belangen van de arbeiders en de belangen van de KMT lijnrecht tegenover elkaar. Stalin en de bureaucratie in Moskou verwierpen evenwel de waarschuwingen van Trotski inzake het contra-revolutionaire karakter van de KMT. In plaats van Trotski’s advies op te volgen en met de CCP op te komen voor een onafhankelijke arbeidersleiding in de strijd, onderwierp de partij zich op mensjewistische wijze aan de KMT.
In maart 1926 richtten de troepen van Tsjang-Kai-shek een slachting aan onder stakende arbeiders in Canton en werd een militaire dictatuur gevestigd. Het nieuws van deze wreedheden werd onderdrukt door de Comintern – eerder dat jaar was de KMT erkend als als “sympathiserende afdeling” van de Comintern. Een jaar later, in april 1927, werden ongewapende arbeiders die in Shanghai deelnamen aan een algemene staking aangevallen door de troepen van Tsjang-Kai-shek. Daarvoor hadden 800.000 arbeiders met massa-betogingen en stakingen de controle over de stad overgenomen. De CCP ging echter akkoord met het bevel van Tsjang-Kai-shek om troepen die de arbeiders steunden weg te sturen. Duizenden communisten werden vermoord in wat een belangrijke overwinning vormde voor de contra-revolutie. In juni 1927 werd in Wuhan een gelijkaardig slagveld aangericht door een afsplitsing van de KMT, een zogenaamde linkse KMT waarin Stalin en de CCP grote illusies hadden. In 1927 werden 35.000 leden van de CCP vermoord. Op basis van die nederlaag van de arbeidersklasse, vormde de KMT, met financiële steun van de kapitalisten en bewapend door het imperialisme, een nieuwe regering in Nanking.
Het bloedige resultaat van de mislukte revolutie bepaalde het verdere verloop van de gebeurtenissen in China tot aan de revolutie van 1949. Na de slachting in Shanghai deed Stalin alsof er niets gebeurd was en riep hij op voor nieuwe gewapende opstanden. Om de catastrofale realiteit te verdoezelen, gaf hij het bevel voor de premature opstand in Canton op hetzelfde ogenblik als de start van het congres van de Communistische Partij in de Sovjetunie in december 1927 – het congres waar Trotski en de Linkse Oppositie officieel werden uit de partij gezet. Bij de “commune van Canton” werden alle 6.000 gearresteerde deelnemers vermoord. Pas in de zomer van 1928 gaf de Comintern toe dat het een nederlaag had geleden in China en het legde daarbij de schuld bij de CCP-leiders, in het bijzonder bij Che Tu-hsiu, ook al had die zich sinds 1926 uitgesproken tegen de fusie met de KMT en werd hij nadien een leider van de Linkse Oppositie.
Mao keert zich naar de boeren
De overblijvende CCP-leiders keerden de steden en de arbeidersklasse de rug toe. Ondanks de terugkerende retoriek over een alliantie van arbeiders en boeren, lag de nadruk volledig op de boeren en het platteland. De klassenstrijd tegen het kapitalisme vormde de basis voor de opbouw van een boerenlagen, het Rode Leger. De CCP stelde nu dat de dictatuur van de KMT het onmogelijk maakte om de stedelijke arbeidersklasse te organiseren. Tijdens de periode 1927-33 was de CCP in de praktijk geïsoleerd van de Sovjetunie. Stalin wou liever niet herinnerd worden aan de nederlaag en de CCP kreeg “verbazend weinig steun” van de Sovjetunie, volgens de Amerikaanse journalist Edgar Snow die in de jaren 1930 verschillende ontmoetingen had met Mao Zedong en andere CCP-leiders. In 1931 stelden Mao en de CCP dat geen gebruik kon gemaakt worden van buitenlandse modellen.
Dat vormde geen breuk met het stalinisme, maar eerder een eerste stap in de vorming van een nationale variant van het stalinisme. De CCP behield alle centrale ingrediënten van het stalinisme: nationalisme, een twee-stadia theorie over de revolutie, volksfrontpolitiek (allianties met kapitalistische partijen) en een regime van bureaucratisch centralisme in de partij.
Toen het debat over het “socialisme in één land” begon in 1924, voorspelde Trotski dat er een nationale degeneratie van de internationale communistische beweging zou komen indien die “theorie” aangenomen werd. Om gebruik te maken van de autoriteit van de Russische Revolutie, kwam het voor 1949 nooit tot een formele breuk tussen Mao en Stalin en het “marxisme” van Moskou. Zoals Edgar Snow opmerkte, hadden de Russische Revolutie en de Sovjetunie “een grotere indruk nagelaten bij het Chinese volk dan de invloed van alle christelijke missionarissen samen.”
In de jaren 1930 was de nieuwe lijn van de CCP dat er een “sovjet” moest opgebouwd worden in de regio Kiangsi. In plaats van een echte sovjet – een democratische raad gericht op het voeren van acties – werd die regio gecontroleerd door een leger van boeren en ex-boeren geleid door de CCP. Daarbij had de regio haar eigen “universiteiten”, een drukkerij met 800 werknemers, een theater,… De arme boeren kregen land en hun vaak erg grote schulden werd kwijtgescholden. Die episode – het organiseren van een mini-staat – vormde een belangrijke administratieve ervaring voor heel wat leidinggevende CCP’ers die er gebruik van konden maken toen ze twee decennia later aan de macht kwamen.
De KMT probeerde aanvankelijk om de “sovjet” van Kiangsi uit te hongeren en nadien werd geprobeerd om er op militaire wijze komaf mee te maken. De eerste aanval met meer dan 200.000 soldaten leidde tot een vernederende nederlaag voor de KMT. Het was pas met de vijfde poging, in 1933, waarbij 1 miljoen soldaten ingezet werden, dat de KMT er in slaagde om het Rode Leger te verslaan. In totaal vielen er 1 miljoen slachtoffers bij de Kiangsi sovjet.
Zoals Trotski had voorspeld, was de KMT niet in staat om de taken van de burgerlijke revolutie te volbrengen. Tsjang-Kai-shek gaf het land terug aan de grootgrondbezitters toen de sovjet van Kiangsi werd verslagen. Hij slaagde er niet in om de natie te verenigen, waarbij er in tal van regio’s lokale krijgsheren de touwtjes in handen hadden. De economische rol van de staat was er vooral op gericht om de KMT-leiders te verrijken en de helft van de begroting te verspillen aan militaire uitgaven.
Ondanks haar nationalistische retoriek bood de KMT geen echte oppositie tegenover het imperialisme. Het kapitalisme in China werd in die periode gedomineerd door het imperialisme (van de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en anderen). Er waren lange arbeidsdagen, militaire discipline op de werkvloer, onderbetaalde vrouwenarbeid, veel arbeidsongevallen,… Die situatie doet wat denken aan de actuele situatie op de werkvloer in China. In 1936 gebeurde 40% van het zeevervoer en de binnenscheepvaart onder Britse vlag. De helft van de spoorwegen opereerde onder imperialistische controle. In september 1931 viel Japan Mantsjoerije binnen waarbij een marionettenregime werd gevestigd. Het imperialisme was openlijk racistisch in China met apartheidregels voor Chinezen. Kapitalistische commentatoren die de revolutie van 1949 als een uitspatting beschouwen (en dus impliciet menen dat het kapitalisme de natuurlijke gang van zaken is), zullen nooit uitleggen wat het kapitalisme in China betekende in de jaren 1930.
Na de nederlaag in Kiangsi begon de CCP-leiding in oktober 1934 aan de beruchte ‘Lange Mars’. Dat was een terugtrekking gedurende 370 dagen met een mars van 10.000 kilometer waarbij er “iedere dag wel een schermutseling was en om de twee weken een grootschalig gevecht”, aldus Lucien Bianco. Van de 90.000 tot 100.000 deelnemers bereikten er slechts 7.000 tot 8.000 Yenan in de provincie Shensi. Het enorme heroïsme van de Lange Mars vestigde de leiding van Mao Zedong in de CCP en het Rode Leger boven dat van verschillende rivalen die onder meer gesteund werden door Stalin en de Comintern. De nieuwe “sovjet” van Yenan begon onmiddellijk het land te herverdelen waardoor ook de krachten van het Rode Leger werden aangevuld.
Een nieuwe alliantie van de CCP met de KMT
1935 was een keerpunt voor alle Communistische Partijen, het congres van de Comintern besliste immers om een nieuwe lijn aan te nemen, de lijn van het Volksfront. Stalin gaf het bevel aan de CP’s om allianties te vormen met de “liberale burgerij” tegenover het fascisme. In China betekende dit dat de CCP een alliantie aanging met de KMT tegen Japan. Het model voor dit nieuwe “eenheidsfront” met de KMT, was het Volksfront in Spanje. Dat werd aanvaard door de leiders van de CCP. Mao stelde dat zonder de samenwerking met de KMT de krachten van de CCP onvoldoende zouden zijn. In augustus 1935 eiste het programma van de CCP een eenheid van alle “patriottische” partijen in China. Vanaf dat ogenblik zouden anti-imperialisme en nationalisme centraal staan in de propaganda van de CCP.
Mao had het perspectief dat de taak van de revolutie niet was om socialisme onmiddellijk op de agenda te plaatsen, maar om te strijden voor nationale onafhankelijkheid. In tegenstelling tot Spanje, behield Mao wel de controle over zijn eigen gewapende krachten en behield hij de politieke onafhankelijkheid van de CCP. De onderwerping aan de KMT in 1927 en de daaruit voortvloeiende slachtpartijen waren een te bittere ervaring geweest.
Toch leidden de stalinistische posities van de CCP tot het missen van een aantal kansen. In december 1936 was er een muiterij met de mogelijkheid van een burgeroorlog in het kamp van de KMT. Tsang Hsueh-liang, een generaal van de KMT die leiding gaf aan 170.000 soldaten, nam Tsjang Kai-shek gevangen. De eisen van de muiterij waren dezelfde als die van de CCP: landhervormingen en een agressieve strijd tegen het imperialisme.
Maar Tsjang Kai-shek werd gered door de CCP. Stalin panikeerde en smeekte Tsang Hsueh-liang om Tsjang Kai-shek niet om te brengen. Staling zag in Tsjang Kai-shek immers de enige aanvaardbare leider van China, en dreigde er zelfs mee om met de CCP te breken als deze niet zou aandringen op diens vrijlating. Leidinggevend CCP-lid Chou En-lai speelde een sleutelrol in de onderhandelingen over Tsjangs vrijlating, waarbij hij in ruil nieuwe onderhandelingen eiste tussen de CCP en de KMT (een voorwaarde waarmee Tsjang uiteraard instemde).
Die onderhandelingen namen een ernstiger karakter aan in 1937, toen Japan een oorlog begon om China volledig te bezetten. De KMT was niet in staat om het verzet tegen Japan te organiseren. Een leider van de KMT (en voormalige leider van de “linkse KMT”), Wang Ching-wei, liep zelfs over om de Japanse bezettingsregering te leiden in 1940. Maar zoals bij iedere imperialistische bezetting, kende ook Japan enorme problemen bij haar poging om China te controleren. Haar beleid om de communisten “uit te roeien” en de “drie allemaals” (“allemaal verbranden, allemaal vermoorden, allemaal uitroeien”), leidde tot een versterking van het verzet.
In 1937 stelde de KMT vier eisen voor een alliantie met de CCP: 1) ontbinding van het Rode Lger, 2) ontbinding van de sovjet van Shensi en in andere regio’s, 3) stopzetting van alle communistische propaganda en 4) een einde van de klassenstrijd.
De CCP aanvaardde deze voorwaarden in woorden. De “sovjets” werden omgevormd tot “speciale regio’s” en het Rode Leger werd het “nationaal revolutionair leger”. Er kwam in mei-juni 1937 een nationale vergadering met grote portretten van Marx, Stalin, Mao en Tsjang Kai-shek! In de praktijk betekenden deze toegevingen niet veel. Wat wel belangrijk was, was het feit dat de troepen van de CCP niet langer opkwamen voor de onteigening van de grootgrondbezitters en hun propaganda tegen de KMT achterwege lieten.
Onafhankelijkheid van Stalin
Mao volgde Stalins bevelen niet toen die vroeg om zich volledig te onderwerpen aan Tsjang Kai-shek. De militaire eenheden van de CCP leverden hun wapens niet in en behielden de controle over de grond die al bezet werd. Dit leidde ertoe dat de CCP haar machtsbasis in de “speciale regio’s” kon behouden. In werkelijkheid vormde de CCP daar reeds een alternatief staatsapparaat.
Mao stelde dat de CCP haar eigen programma behield. Dat was gericht tegen zowel de KMT als op indirecte wijze tegen Stalin. Mao’s standpunt was dat een eindoverwinning op het imperialisme slechts mogelijk was indien de ‘arbeiders en boeren’ (hij bedoelde zijn eigen leger) de leiding hadden. Dat zou leiden tot een gecontroleerd kapitalisme, gevolgd door staatskapitalisme en daarna door een economie naar het model van de Sovjetunie. Mao balanceerde op zijn manier tussen toegevingen aan de bevelen van Moskou en wat hij zag als de nationale belangen van China. In feite was hij meer stalinistisch dan Stalin op vlak van het afstand nemen van echte marxistische standpunten.
Het nationalisme was een belangrijke factor bij zowel het stalinisme als het maoïsme. In 1943, het jaar dat Stalin de Comintern ophief, stelde CCP-leider Liu Shao Chi dat Mao “een Chinese of Aziatische vorm van marxisme” had gecreëerd. Reeds in 1936 stelde Mao aan Edgar Snow dat niet gestreden werd voor de bevrijding van China om het aan Moskou over te dragen.
Vanaf 1937 werden oorlogsvoorraden vanuit de Sovjetunie toegestuurd aan de KMT, niet aan de CCP. Dit weerhield Tsjang Kai-shek er niet van om de CCP als zijn belangrijkste vijand te beschouwen. Het leger van de KMT vermeed grote confrontaties met Japan maar ging wel over tot het aanvallen van CCP-eenheden. In 1940 was er zo’n aanval net buiten Shanghai waarbij de CCP de KMT een nederlaag toebracht. In andere gevallen weigerde Mao bevelen op te volgen om Japan aan te vallen omdat dit zou leiden tot nutteloze opofferingen van troepen.
De nadruk van Stalin lag steeds op het overleven van zijn eigen regime en dat was een constante rem op de gebeurtenissen in China. In april 1941 tekende Rusland een niet-aanvalsakkoord met Japan. De CCP leverde geen kritiek en was formeel gebonden door dat akkoord. Maar toen Duitsland drie maanden later Rusland binnenviel, kreeg de CCP bevelen vanuit Moskou om de gevechten tegen Japan te hervatten.
Stalin wil “stabiliteit” in China
Stalin wou op het einde van Wereldoorlog 2 de alliantie met het VS-imperialisme van na 1941 gewoon verderzetten. In 1944 stelde Molotov, de minister van Buitenlandse Zaken in de Sovjetunie, tegenover de VS-generaal Hurley: “Rusland steunt de CCP niet, wil geen gevechten of burgeroorlog in China, wil harmonieuze contacten…” (Fernando Claudin, De crisis in de communistische beweging).
Toen de oorlog voorbij was, kreeg Tsjang Kai-shek de macht over China van het Amerikaans leger. Zijn troepen werden overgebracht naar de grote steden en de Japanese troepen kregen van de Amerikanen het bevel om zich aan Tsjang Kai-shek over tegeven. Na de oorlog hield Rusland Mantsjoerije bezet. Daarbij werden fabrieken ontmanteld en overgebracht naar Rusland. De controle over de belangrijkste stad van Mantsjoerije, Mukden, werd aan de KMT overgedragen.
Op dat ogenblik had de CCP evenwel reeds de controle verkregen over de landelijke gebieden van Mantsjoerije. Om de schijn van steun aan de CCP te vrijwaren, moest Stalin ook Russische wapens achterlaten voor de CCP die de instructie kregen om met de KMT samen te werken.
Op 14 augustus 1945 werd een “vriendschapsverdrag tussen China en de Sovjetunie” gesloten tussen de KMT en Moskou. Op basis van de weigering om steun te verlenen aan de CCP, werd Rusland beloofd dat het een aantal militaire bases zou terugkrijgen dat het verloor aan Japan in de oorlog van 1904-1905.
De VS en de Sovjetunie oefenden beiden druk uit om tot onderhandelingen tussen de CCP en de KMT te komen. In 1945 schreef Mao het document “Over een coalitieregering” dat als basis diende voor onderhandelingen. Maar in tegenstelling tot wat Stalin wilde, was Mao niet bereid om zich volledig aan de KMT te onderwerpen.
Wereldoorlog 2 had de verhoudingen op wereldvlak gewijzigd, het imperialisme was verzwakt terwijl het stalinisme versterkt was. Het imperialisme moest Oost-Europa aan Stalins invloedssfeer overlaten. Maar in andere delen van de wereld waren de kapitalisten afhankelijk van Stalin om de revolutie tegen te houden.
Het VS-imperialisme trok haar troepen terug uit de oorlog en wou geen nieuwe uitbarsting van gevechten in Azië. De VS wou, met het akkoord van Stalin, de CCP laten integreren in het regime van de KMT. Deze aanpak werkte in Frankrijk en Italië waar de dreiging van revolutie werd geneutraliseerd door de deelname van de communistische partijen aan burgerlijke regeringen. De KMT gaf de voorkeur aan het Griekse voorbeeld waar de communistische troepen, met de instemming van Stalin militair verslagen werden door de Britten en binnenlandse contra-revolutionaire troepen.
De CCP daarentegen verzette zich evenwel tegen beide modellen en besefte dat dit zou eindigen met een nieuw 1927. Tegen 1946 was het duidelijk dat er geen akkoord zou komen en brak een tweede burgeroorlog uit. De CCP vormde het Volksbevrijdingsleger met 910.000 soldaten.
Tweede burgeroorlog (1946-1949)
Aanvankelijk beschikte Tsjang Kai-shek over een groot militair overwicht. Hij beschikte over 500 vliegtuigen met Amerikaanse piloten terwijl de CCP geen enkel vliegtuig had. Tsjang had tanks, de CCP niet. Tsjang kreeg ook de steun van duizenden Amerikaanse adviseurs en technici. In totaal gaf het VS-imperialisme 6 miljard dollar steun aan de KMT in de periode 1946-1949. De nederlaag van de KMT kan dan ook niet aan militaire redenen worden toegeschreven. Ze waren ook aan de winnende hand tot de zomer van 1947.
Politiek gezien waren er echter wel grote problemen voor de KMT. De troepen van de CCP stonden lokaal gekend omwille van hun rol in de oorlog tegen Japan. De massa’s zagen hoe de KMT komaf maakte met de sociale verworvenheden in regio’s die voorheen gecontroleerd werden door de CCP. De KMT-regering was bovendien verantwoordelijk voor de hongersnood van 1942-1943 waarbij 2 miljoen doden vielen. De regering stond bovendien gekend als corrupt, en was verantwoordelijk voor speculatie en hyperinflatie na de oorlog.
Gedurende het eerste jaar probeerde de CCP om gevechten te vermijden terwijl het de agrarische revolutie op het platteland probeerde te verspreiden. Op basis van landhervormingen recruteerde het Volksbevrijdingsleger 1,6 miljoen nieuwe soldaten in Mantsjoerije alleen. De steun voor de CCP in de “bevrijde gebieden” was enorm omwille van de landhervormingen en andere verworvenheden. In 1947 zorgde dat voor een keerpunt in de burgeroorlog toen het boerenleger van Mao de confrontatie met de KMT begon aan te gaan.
De KMT stuikte ineen toen het samen met de oorlog geconfronteerd werd met sociale revolutie. Er was een golf van desertie uit het leger en volledige militaire eenheden desintegreerden. Er was een enorm machtsvacuüm in het land. Het imperialisme moest zich terugtrekken en zelfs de VS overwoog geen invasie. Geen enkele kapitalistische partij bood een uitweg aan waarbij het land zou verenigd worden of de grondkwestie zou opgelost worden. De KMT had afgedaan.
In de Russische Revolutie nam de arbeidersklasse de macht en voerde zij de taken van de burgerlijk-democratische revolutie uit, samen met de taken van de socialistische revolutie. In China kon enkel het Volksbevrijdingsleger de macht grijpen. Vanaf 1947 controleerde het Mantsjoerije en Centraal China en slaagde het erin om wapens van de KMT te bemachtigen. Tegen begin 1949 controleerde het Peking, tegen de lente de hoofdstad van het KMT-regime, Nanking, en Shanghai. Tegen de herfst was ook Canton in handen van de CCP. Ironisch genoeg vluchtte de Sovjet-ambassadeur samen met de KMT naar Canton. Op 1 oktober 1949 werd de Volksrepubliek China opgericht.
In tegenstelling tot Rusland was het in China het leger dat de macht overnam en waren er geen democratische arbeidersraden of sovjets die discussieerden en de revolutie organiseerden. Er waren belangrijke stakingen in 1947 en begin 1947 waarbij de arbeidersklasse terug op het voorplan kwam, maar toen het Volksbevrijdingsleger de steden binnentrok werden stakingen verboden.
Nationale spanningen 
Los van de theorieën die hij ontwikkelde – Mao sprak over een “nieuwe democratische” fase tussen het KMT-regime en “socialisme” – moest Mao verder gaan om aan de macht te blijven. Een alliantie met de burgerij of het imperialisme was onmogelijk. Maar er was wel het model van Stalins regime in Rusland. Terwijl de Russische revolutie een nederlaag kende in de vorm van een bureaucratische degeneratie, was de Volksrepubliek op bureaucratische wijze gedeformeerd van bij het begin. Het regime van Mao voerde een landhervorming door en schafte het kapitalisme af om aan de macht te blijven en het land te ontwikkelen. China’s economie, na 25 jaar van oorlog, bevond zich in een catastrofale staat. De industriële productie bevond zich op 57% van het niveau van 1936, in de landbouw was dat 75%. Slechts 10% van de bevolking had enig onderwijs genoten.
In december 1949 waren er onderhandelingen tussen Stalin en Mao wat leidde tot een verdrag waarbij China beperkte bijstand vanuit Rusland werd beloofd. Mao moest in ruil daarvoor beloven dat in alle propaganda zou gesteld worden dat Stalin had deelgenomen aan ieder stadium van de Chinese revolutie, daarbij fouten had gecorrigeerd,… Het feit dat Stalin tot in 1948 nog stelde dat de CCP haar leger moest ontbinden, mocht uiteraard niet meer vermeld worden.
De Koreaanse oorlog die uitbrak in juni 1950, zorgde ervoor dat Mao het ritme van sociale veranderingen in China moest opdrijven omwille van de dreiging van een imperialistische interventie maar ook omdat de oorlog leidde tot een opdrijven van het verzet van de oude feodale heersers. Vanaf 1950 werd begonnen met het verdelen van grote delen landbouwgrond. In 1954 werden private boerderijen omgevormd tot coöperatieven, tegen 1957 controleerden die 97% van de landbouwgrond. In 1952 werd gestart met het nationaliseren van privé-bedrijven, en een jaar later werd het eerste vijfjarenplan gelanceerd. De Koreaanse oorlog leidde er ook toe dat de alliantie met de Sovjetunie werd versterkt tegenover de gezamenlijke vijand van het VS-imperialisme.
Die veranderingen vormden de basis voor een snelle ontwikkeling van de Chinese economie en de Chinese samenleving. En dat ondanks de bureaucratische misvormingen van de revolutie die zorgden voor corruptie, verspilling en slecht beheer. De economie groeide met 10% per jaar in de jaren 1950, de industriële productie met 20%. De revolutie en de indrukwekkende economische resultaten vormden een inspiratiebron voor guerilla-oorlogen in andere delen van de koloniale wereld, in Vietnam, Cuba en elders.
De nationalistische rivaliteit, inherent aan het stalinisme, leidde later tot een breuk tussen Moskou en Mao. De Sovjet-bureaucratie haalde de woede van Peking op zich toen het in een poging om tot akkoorden te komen met het imperialisme overging tot een zacht standpunt tegenover het regime van Tsjang Kai-shek in Taiwan – het regime dat toen door de imperialisten en de VN werd erkend als de “officiële” Chinese regering. Mao haalde zich de woede van Moskou op de hals toen hij weigerde toe te geven op punten zoals het conflict tussen China en India, het regime in India werd door Moskou als “progressief” bestempeld. In 1962 was er een grensconflict tussen China en India. Die tegenstellingen bevestigen het fundamenteel nationaal karakter van het stalinisme – de heersende elites verdedigen enkel hun eigen macht, prestige en privileges.
Hierdoor konden China en de Sovjetunie nooit ten volle gebruik maken van een echte samenwerking tussen beide landen. Aangezien dit niet lukte, ondernam Mao een aantal wanhopige pogingen om de Chinese samenleving sneller te ontwikkelen. Deze bureaucratische avonturen – de “Grote Sprong Voorwaarts” eind jaren 1950 en de zogenaamde “Culturele Revolutie” in de jaren 1960 – eindigden allemaal op rampzalige wijze.
Uiteindelijk werd de lijn van het “schitterende isolement” verlaten door Mao’s opvolger Deng Xiaoping die aanvankelijk aarzelend een kapitalistische weg insloeg. Dit werd opnieuw geleidelijk en pragmatisch aanvaard door de CCP als de enige weg om aan de macht te blijven. Maar zoals de geschiedenis van China in de jaren 1900 aantoont, zullen de voorwaarden die gecreëerd worden door het kapitalisme en het imperialisme opnieuw leiden tot revolutionaire strijd. Het bewustzijn en het organiseren van de arbeidersklasse beginnen in die richting te gaan.

In 1949 vervloekte de Amerikanen de oprichting van de Volksrepubliek China!!
Nu vieren ze de oprichting, hoe zou dat komen??

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme