Op 30 april 1975 viel de Republiek Vietnam. Het Zuid Vietnamese regime stond sinds 1963 onder militair bestuur en was in 55 dagen gevallen. Ondanks dat het Leger van de Republiek Vietnam beter bewapend was dan de Vietnam Volks Strijdkrachten van het noorden. In slechts 55 dagen wisten bijna één miljoen Noord Vietnamezen, gesteund door NLF rebellen, de hoofdstad Saigon te bereiken!
De laatste dag van de Republiek Vietnam was in totale anarchie. Zuid Vietnamese soldaten lieten hun wapens en uniformen achter en sloegen massaal op de vlucht. Ook Vietnamese burgers die met de Amerikanen hadden samengewerkt probeerde Zuid Vietnam te verlaten. De rijken en de militaire elite waren al eerder gevlucht. De militaire president van Zuid Vietnam was op 21 april afgetreden. Men hoopte op een eervolle overgave aan de Noord Vietnamezen. Die wouden dat echter niet en zo had Zuid Vietnam geen keus en moest volledig capituleren!
Na de verovering van Saigon kwam Zuid Vietnam onder het bewind van de Tijdelijke Revolutionaire Overheid te staan. Deze revolutionaire overheid was al in 1969 gesticht en beweerde de enige legitieme heerser te zijn over het zuiden. Natuurlijk accepteerde de Amerikanen deze revolutionaire overheid niet.
De Tijdelijke Revolutionaire Overheid van Zuid Vietnam werd echter al snel vervangen door de overheid van Noord Vietnam. In 1976 werden noord en zuid verenigd in de Socialistische Republiek Vietnam. Een echte socialistische natie zou Vietnam nooit worden. Dat lag ook aan het handelsembargo dat de westerse landen opstelde. Vooral in de VS was men woedend dat Zuid Vietnam verslagen was door Noord Vietnam!
In augustus van het revolutie jaar 1975, viel ook de monarchistische overheid van Laos. De Pathet Lao stichtte de Lao Volks Democratische Republiek. Alleen de Lao Volks Revolutionaire Partij mocht blijven bestaan, alle anticommunistische oppositie werd onderdrukt. Vooral het Hmong volk kreeg het zwaar. Dit volk had met de CIA samengewerkt tegen de Pathet Lao. Nu zouden de Hmong de woede van Laos over zich heen krijgen. Sommigen spreken van een genocide onder de Hmong, terwijl de Laos overheid beweerd dat ze jacht maakten op terroristen!
Terwijl Saigon viel ging het ook bergafwaarts met de Khmer Republiek. Deze rechtse dictatuur was in 1970 gesticht. De republikeinse overheid van Cambodja, steunde de VS en Zuid Vietnam. Toen de Noord Vietnamezen aan hun laatste offensief begonnen, viel ook het doek voor de Khmer Republiek. De Rode Khmer van de Communistische Partij van Kampuchea, gingen met steun van Noord Vietnam ook in het offensief. Zonder steun van de Amerikaanse luchtmacht, kon het leger van de Khmer Republiek niet stand houden. Phnom Penh viel op 17 april 1975, een paar dagen voor de definitieve ondergang van Zuid Vietnam!
Anders dan in Laos en in Vietnam, waren de Rode Khmer maoïstisch en racistisch van aard. Hun leider was Saloth Sar, een Khmer racist die droomde van een groot Khmer rijk. Hij kreeg in de jaren 60 het gezag over de Communistische Partij van Kampuchea en transformeerde de partij in een bolwerk van haat en afkeer. Naast zijn Khmer nationalisme was Saloth Sar ook maoïstisch ingesteld. Alle burgers van Cambodja moesten boer worden, want de boer was de revolutionaire voorhoede van de revolutie, althans zo dachten Saloth Sar en Mao Zedong!
Eenmaal aan de macht noemde Saloth Sar zich Pol Pot en zijn staat; Democratisch Kampuchea. Zijn communistische partij noemde hij niet bij naam, de leidende macht in het land kreeg de naam ''Angkar''. Democratisch Kampuchea werd een gigantisch concentratiekamp. Acht miljoen mensen werden gedwongen om boer te zijn. Duizenden stierven tijdens de evacuaties uit de steden. Pol Pot had een hekel aan intellectuelen, dus iedereen die geen domme boer was stond gelijk aan een ''contrarevolutionair''. Kinderen werden opgevoed als spionnen, ze moesten hun ouders en andere volwassenen in de gaten houden voor Angkar!
In Vietnam en Laos was een stalinistisch regime opgebouwd volgens de methodes van de Sovjet-Unie. De rijken en de adel werden genadeloos onteigend en vervolgd. Duizenden Zuid Vietnamezen werden gedwongen om naar ''heropvoedingskampen'' te gaan. In de deze kampen moest men de dogmatische leer van Ho Chi Minh aanvaarden, wie dat weigerde kon flinke straffen oplopen! Velen zouden daar jaren in leven. Pas rond 1986 zouden de laatste kampen sluiten.
Op economisch terrein was een planeconomie ingevoerd. Alle economische beslissingen lagen in de handen van de staat. Anders dan wat kapitalistische economen beweren is een planeconomie geen mislukt economisch model. Vietnam en Laos hadden echter een agrarische economie, de meeste productie middelen waren kleinschalig van aard. Vietnam was afhankelijk van handel met de stalinistische Sovjet-Unie en haar bondgenoten. Echter het handelsembargo dat het westen sinds 1975 had ingevoerd, beperkte de economische groei enorm. Ook bureaucratisch mismanagement en de verrijking van de partijtop beperkte de groei van de economie!
De economie van stalinistisch Laos werd ook gepland. Economische productiviteit bleef echter laag. Het straatarme Laos was niet geïndustrialiseerd, net als in Vietnam was het land een agrarische natie. De stalinisten probeerde met dwang een socialistisch economie op te bouwen. Dit mislukte volledig, de arbeidsproductiviteit bleef laag omdat de boeren niets te zeggen hadden in de planning en productie. Ook de arbeidersklasse moest doen wat de partijbonzen bepaalde!
In Democratisch Kampuchea voerde Pol Pot een strikbewind. Economisch waren de Rode Khmer een ramp. Productie kwam tot stilstand omdat het land zich volledig afsloot van de buitenwereld. Doordat de Rode Khmer maoïstisch dachten, lag hun aandacht bij de ontwikkeling van een agrarische economie. Maar de productie middelen werden volledig verwaarlozend. Boeren hadden niet de materialen om hun land goed te bewerken. Ook dwong Pol Pot zijn mensen om 10 tot 12 uur per dag te werken op de collectieve boerderijen. Het was slavenwerk waar vele aan bezweken.
De Socialistische Republiek Vietnam viel Democratisch Kampuchea in december 1978 binnen. Pol Pot had Vietnamese dorpen aangevallen en verklaard dat Vietnam de doodsvijand van Cambodja was. Bij aankomst in de hoofdstad Phnom Penh, merkte de Vietnamezen dat de stad zo goed als verlaten was. Slechts 10.000 mensen waren nog aanwezig in een stad die bijna 2,5 miljoen inwoners telde in 1975. Pol Pot en zijn Rode Khmer sloegen op de vlucht en zouden tot 1998 dood en verderf zaaien. De Vietnamezen stichtte de Volksrepubliek Kampuchea, een stalinistische volksrepubliek onder de alleenheerschappij van de Kampucheaanse Volks Revolutionaire Partij!
Cambodja zou tot 1991 in een staat van burgeroorlog zijn. De Rode Khmer maakte een bondgenootschap met monarchisten en bleven de Volksrepubliek Kampuchea bevechten. Anders dan Vietnam en Laos, deden de leiders van Cambodja aan een gematigde economische politiek. Privé bezit was toegestaan en de staat was minder gericht op totale controle. In 1989 werd de Volksrepubliek Kampuchea, de Staat Cambodja en de stalinisten besloten om een markt economie in te voeren. Het westerse kapitalisme was hier zeer blij mee. Ook in Vietnam en Laos waren de stappen gezet om het kapitalisme weer vrij spel te geven!
Het begon met Doi Moi, een ideologische omzwaai in de Communistische Partij van Vietnam. Doi Moi lijkt heel erg op Glasnost en Perestroika. Net als in de Sovjet-Unie probeerde de stalinisten nu kapitalistische methodes te gebruiken, om hun noodlijdende economieën te laten groeien. Na 1990 versnelde Vietnam haar hervormingen. Nu de Sovjet-Unie wegviel moest het land zich wel aanpassen aan de wereld econonie. Buitenlandse kapitalisten kregen na 15 jaar weer toegang tot de Vietnamese economie. Ook gaf Vietnam meer vrijheid aan Laos, die min of meer een satellietstaat van Vietnam geworden was sinds 1975!
Westerse landen reageerde heel positief. Vooral in de VS waren de kapitalistische hervormingen een teken dat het stalinisme mislukt was. Rechtse kranten brulde dat het kapitalisme superior was aan alle anti-kapitalistische ideologieën. Socialisme en communisme werden neergezet als ''verslagen'' zeker toen de stalinistische landen in Oost Europa, weer kapitalistisch werden. In Indochina was de omzwaai naar het kapitalisme nergens zo duidelijk als in Laos en Cambodja. De Lao Volks Democratische Republiek verwijderde de rode ster en de hamer & sikkel van haar embleem. De Lao Volks Revolutionaire Partij liet het kapitalisme min of meer gewoon toe. In Cambodja hernoemde de stalinisten zich om in de Cambodjaanse Volkspartij. Deze nieuwe partij steunde de heroprichting van het Koninkrijk Cambodja in 1993!
President Bill Clinton van de VS, bracht in 1994 een bezoek aan Vietnam. Dit was de eerste keer dat een Amerikaanse staatsman in Vietnam was sinds 1975. Na enkele gesprekken werd het handelsembargo opgeheven. De Vietnamezen mochten weer handel drijven met de VS. Natuurlijk waren de anticommunistische Vietnamezen in de VS, hier niet blij mee. Voormalige Zuid Vietnamezen zijn nog steeds dogmatisch anticommunistisch en minachten alles dat met socialisme en communisme te maken hebben. Ze beweren voor een democratie te strijden, maar gebruiken ondertussen wel de vlag van een dictatoriaal militair regime!
De Cambodjaanse Volkspartij begon met enorme privatiseringen in 1995. Het arbeidersvolk van Cambodja werd blootgesteld aan de ''vrije'' markt economie. Een kleine elite wist steenrijk te worden, maar het overgrote deel van het bevolking blijft straat arm. Rechtse mensen zullen natuurlijk zeggen dat het kapitalisme voor meer welvaart heeft gezorgd. Dat is een feit, er is meer welvaart in Indochina sinds de kapitalistische hervormingen. Die welvaart is echter niet eerlijk verdeeld. De nieuwe bourgeoisie heeft de steun van de stalinistische partijen nodig. Vooral in Laos en Vietnam zijn goede contacten met de heersende partij, noodzakelijk voor elk bedrijf!
In het jaar 2013 is de president van Vietnam; Truong Tan Sang. Hij werd in 2011 gekozen door de partij om het land te leiden. Anders dan in de voormalige Sovjet-Unie, is de president niet de partijleider. In Vietnam staat de partijleider los van het staatshoofd. Nguyen Phu Trong is de huidige leider van de Communistische Partij van Vietnam. Zowel Truong Tan Sang en Nguyen Phu Trong zijn oude mannen. Phu Trong is 70 jaar en Tan Sang 65 jaar!
Ondanks de kapitalistische hervormingen, gelooft de Communistische Partij van Vietnam nog steeds in de superioriteit van hun marxistisch leninistische ( stalinistische ) leer. Revolutionair socialisten snappen de logica van de stalinisten wel. Zij denken dat ze eerst kapitalisme nodig hebben, om uiteindelijk socialisme in te voeren. De vraag is dan alleen, waarom eerst 11 jaar zonder kapitalisme ( 1975-1986 ) om dan uiteindelijk toch voor het kapitalisme te kiezen?
Een antwoord is te geven. De stalinisten willen geen socialisme, ze willen alleen maar macht. Dit is ook te zien aan hun dictatoriale houding. Andersdenkenden in Vietnam worden opgepakt en berecht. Wie de ''socialistische'' omver wil werpen krijgt al standaard zeven jaar cel. Kritiek op de partij is niet toegestaan want de partij heeft altijd ''gelijk''. Revolutionair socialisten geven geen steun aan de Communistische Partij van Vietnam. Zeker omdat die partij verantwoordelijk is voor de terugkeer van het kapitalisme!
Minister president; Hun Sen van Cambodja is al bijna 28 jaar leider van het land. Hij kwam in 1985 aan de macht in de toenmalige Volksrepubliek Kampuchea. Hun Sen was een gematigde stalinist en liet het stalinisme dan ook als een baksteen vallen toen de Sovjet-Unie in elkaar stortte. Hij was het die in 1989 de Staat Cambodja uitriep en akkoord ging met de heroprichting van het Koninkrijk Cambodja. Hun Sen heeft zich ontwikkeld van een gematigde stalinist tot een kapitalistische leider. Met deze man doet het kapitalisme al vele jaren goede zaken!
In de Lao Volks Democratische Republiek is Choummaly Sayasone president en partijleider. Hij is ook een militair en vereent daarmee staat en partij onder zijn gezag. Sayasone is 77 jaar oud en behoort echt tot de oude garde van de Pathet Lao. Hij en zijn Lao Volks Revolutionaire Partij zijn alleen nog in naam socialistisch. Laos heeft het kapitalisme net zo makkelijk overgenomen als Vietnam. Alleen willen de buitenlandse kapitalisten nauwelijks investeren in het land. Vermoedelijk omdat Laos met haar 6,5 miljoen inwoners weinig te bieden heeft. Vietnam heeft 80 miljoen inwoners en is gericht op zaken en snelle winsten. Die zakelijke houding mist Laos!
Het kapitalisme heeft voor meer welvaart gezorgd, die echter oneerlijk verdeeld is. Wat de Indochinese volkeren nodig hebben is echt socialisme. Helaas worden Vietnam, Laos en Cambodja bestuurd door hebzuchtige kapitalistische leiders. Ook al beweren Vietnam en Laos nog trouwheid aan het socialisme, wij revolutionair socialisten zien dwars door hun leugens heen. Cambodja heeft iets meer politieke vrijheid, maar de Hun Sen's partij blijft veel macht hebben. Wij revolutionair socialisten willen een vrije samenleving voor Indochina, een socialistische samenleving zonder kapitalisme en uitbuiting!
De presidenten:
Rechts: Truong Tan Sang ( 65 jaar )
Links: Choummaly Sayasone ( 77 jaar )