Hoe een socialistische planeconomie kan werken!

Een artikel van Socialistisch Alternatief - CWI

De ineenstorting van de geplande economieën in Oost-Europa 23 jaar geleden had een vloedgolf van kapitalistische propaganda voor de markt tot gevolg. De propaganda was gericht tegen de zogenaamde socialistische economieën. Politici en economen beweerden dat 'planning' dood was. De vrije markt van het kapitalisme had gewonnen.


Al deze mensen hadden er belang bij om het kapitalistische systeem in stand te houden. Het kapitalisme doet privé-eigendom en winsten groeien voor een elite in de maatschappij, terwijl de rest van de bevolking moet vechten om te overleven. Het kapitalisme is gebaseerd op privileges en dwang. Toch beweren de verdedigers van dit systeem dat dit het enige is dat werkt. Daarom hebben veel arbeiders twijfels of socialisme wel werkt. De stalinistische sovjeteconomie waren karikaturen van het socialisme. In het begin brachten zij economische groei voort. Maar het ontbrak ze totaal aan arbeidersparticipatie en democratie. Alleen op die basis zou een werkelijk socialistische maatschappij kunnen groeien en bloeien. Maar in plaats daarvan dreven de bureaucratische elites die deze maaatschappijen beheersten deze economieën naar de ondergang. Op dit moment zijn er arbeiders die steeds minder zien in het kapitalisme. Zij zoeken naar een alternatieve, socialistische manier om de economie te organiseren.

Het socialisme neemt het privé-eigendom van de productiemiddelen weg. Gemeenschappelijk eigendom en controle over de industrie betekent het scheppen van veel meer welvaart. De productiemiddelen worden aangewend voor sociale prioriteiten. Dit werkt door:

1) Het wegvallen van de werkloosheid.
We hebben nu weer een permanent leger van werklozen in de ontwikkelde kapitalistische landen, zoals Marx dat zei. In Nederland zijn er ondanks de huidige opleving zeker een miljoen niet-actieven. Dat brengt enorme kosten met zich mee. Zelfs tijdens een opleving wordt nooit de totale capaciteit van de bedrijven gebruikt. In een geplande economie kun je werk voor iedereen garanderen. Herscholing dient om arbeiders klaar te stomen voor de nieuwe banen die worden gebaseerd op de behoeften van de mensen, zoals die democratisch worden bepaald.


2) Luxe uitgaven voor de rijken vallen weg.
De kapitalistische deskundigen zijn er altijd als de kippen bij om duidelijk te maken dat als je aan de rijkdom van de rijken komt, je in de maatschappij niets bereikt. Hoe obsceen rijk ze ook zijn, er zijn er te weinig van om veel verschil te maken. Toch consumeren de rijken 5% van het nationaal inkomen. Een behoorlijke som voor het onderwijs en de gezondheidszorg.


3) Het beëindigen van uitgaven voor bewapening.
Op wereldschaal is er een enorme verspilling van productiecapaciteit voor wapens. Aan het einde van de Koude Oorlog was dit opgelopen tot een triljard dollar per jaar. Dat is duizend dollar voor elk gezin op de wereld. Dit geld zou een eerste stap betekenen om de meerderheid van de wereldbevolking uit de armoede te tillen. Het zou een enorme klus zijn om miljoenen hooggeschoolde arbeiders uit de wapenindustrie nieuw werk te geven. Onder het kapitalisme zal dat nooit gebeuren. De oorzaak van bewapeningsuitgaven blijft dan bestaan: de vijandigheid tussen rivaliserende kapitalistische landen. De markt zou een overgang van oorlogsproductie naar civiele productie niet kunnen maken; daar is hij veel te anarchistisch voor.


4) Het elimineren van de verspilling van het kapitalisme.
Een handjevol multinationale bedrijven beheerst de wereld. Zij geven allemaal geld uit aan dezelfde soorten van onderzoek en ontwikkeling. Ze geven enorme overbodige sommen uit aan advertenties en reclame. Ze ontwerpen producten die gepland verslijten. Farmaceutische bedrijven bijvoorbeeld geven miljarden uit om verschillende varianten van pijnstillers te ontwikkelen. Ze doen allemaal bijna hetzelfde.


5) Het bevrijden van de creatieve vermogens van de arbeidersklasse.
Arbeiders hebben er onder het kapitalisme weinig zin in om hun bazen te helpen. Maar in een socialistische maatschappij komen het creatieve vermogen van de werknemers beschikbaar omdat er niet langer een fundamentele belangentegenstelling bestaat. Zelfs managementdeskundigen zeggen dat in elk bedrijf de arbeiders de echte deskundigen zijn als het erom gaat om problemen op te lossen. Dit is een moeilijk te kwantificeren factor, maar op de langere termijn een belangrijk voordeel van het socialisme.


Wat is socialistische planning?


Wat is planning eigenlijk? Het is het toewijzen van productiemiddelen van arbeid en materiaal voor de productie van goederen en diensten. Maar dan voor het welzijn van de maatschappij als geheel en niet voor de winsten van de kapitalisten. Planning bestaat op drie niveaus: nationaal en internationaal, binnen bedrijfstakken en binnen individuele bedrijven.


1) De totale productie van de economie wordt beslist op nationaal en internationaal niveau.
Daar gelden doelstellingen voor productiviteitsgroei, investeringen, consumptie e.d. Democratisch gekozen instellingen die tot stand komen na de omverwerping van het kapitalisme verrichten deze planning. Op dit niveau vindt prioriteitstelling plaats over wat de samenleving wil. Keuzes bijvoorbeeld tussen volkshuisvesting en volksgezondheid worden hier gemaakt.


2) Industrietak of sector.
Het is nodig om de consumentenvraag naar goederen en diensten in bepaalde bedrijfstakken vast te stellen. Op die basis moet een efficiënte uitwisseling van grondstoffen en halffabrikaten plaatsvinden. Het vaststellen van de vraag zal gebeurden door het inwinnen van informatie van machtige, democratisch gekozen en representatieve consumentenorganisaties. Deze maken gebruik van de hoogontwikkelde technieken voor marktonderzoek die het kapitalisme heeft ontwikkeld. Om de goederenstromen tussen industrietakken goed te organiseren en tekorten te voorkomen kunnen de technieken gebruikt worden die de grote kapitalistische monopolies nu gebruiken om de gecompliceerde bewegingen van goederen tussen hun verschillende fabrieken in de wereld te stroomlijnen.


3) Planning op het niveau van het bedrijf. 
Deze methodes zullen ook op bedrijfsniveau worden ingezet om de behoeftes en voorkeuren van consumenten vast te stellen. Het is ook denkbaar dat bedrijven die produceren voor consumptie in de eerste stadia van de overgang van kapitalisme naar socialisme nog volgens een soort marktsysteem zullen produceren. Voor bedrijven die kapitaalgoederen produceren geldt dat natuurlijk niet. Een marktsysteem zou kunnen werken voor kleine bedrijven of arbeiderscoöperaties, maar alleen binnen het raamwerk van een genationaliseerde economie. Als de marktsector te groot zou worden, dan zouden de daaraan inherente ongelijkheden aan de rest van de samenleving worden opgelegd.


Wat zeggen de critici?

Sinds de dagen van Marx, en vooral sinds de Russische revolutie, hebben academici bibliotheken volgeschreven over waarom het socialisme niet werkt. Eén van de belangrijkste vormen van kritiek is dat geplande efficiënte allocatie van productiemiddelen onmogelijk is. De moderne industriële maatschappij zou daarvoor te ingewikkeld zijn. Miljoenen transacties vinden elke dag plaats. Maar het is duidelijk dat de meeste economische interacties plaatsvinden tussen bedrijven. Daar komt geen consument aan te pas. Het is duidelijk dat moderne multinationale ondernemingen dagelijks aan planning van soortgelijke complexiteit doen.


De activiteit van de multinationale ondernemingen is ook een antwoord op de kritiek dat vraag en aanbod de enige efficiënte mogelijkheid bieden om prijzen vast te stellen. In hun internationale operaties bepalen grote bedrijven zoals General Motors waar, in welk land en in welke fabriek, middelen worden ingezet. Daar is geen sprake van markt.

Voor de planning van de behoeften van consumenten is het noodzakelijk dat actieve democratische instellingen bestaan. Die moeten de plannenmakende organen kunnen dwingen om aan hun eisen tegemoet te komen. Daarnaast kunnen technieken als marktonderzoeken en het internet de taak van toekomstige socialistische planners vergemakkelijken.

Maar het is belangrijk om de rol die het internet kan spelen niet te overdrijven. Net zoals we niet moeten kijken naar makkelijke technische oplossingen. Het bestaan van democratische instellingen speelt hier de sleutelrol. De rol van democratisch gekozen en met macht toegeruste consumentenorganen zal er voor zorgen dat er geen slechte producten komen en dat de kwaliteit gewaarborgd is. Ook op dit terrein kunnen de ontwikkelde moderne technieken voor productiebeheer worden benut. Een toekomstige socialistische maatschappij erft immers, in tegenstelling tot de Sovjetunie destijds, een cultuur van kwaliteit met de hoogste niveaus van de techniek die het kapitalisme heeft ontwikkeld.


Het citaat van Marx aan het begin van dit artikel geeft aan dat er onder het socialisme een overvloed zal zijn aan goederen en diensten. Rantsoenering door middel van prijzen is dan niet langer nodig. Geld wordt daarmee op den duur ook overbodig. Dit is volledig haalbaar als de beperkingen van het marktsysteem worden opgeheven en de creatieve energie van de arbeidersklasse zich kan ontplooien. De gedachte aan overvloed leidt echter naar één van de ernstigste problemen voor het socialisme. Dat is de vernietiging van het milieu door het gebruik van energie en grondstoffen in het tempo van de ontwikkelde kapitalistische landen. Het socialisme zal niet werken tenzij de levensstandaard van de arme meerderheid van de wereld op hetzelfde niveau komt als dat van de geïndustrialiseerde landen. Dat betekent een enorme toename van het energiegebruik. Maar 

dat zal niet leiden tot een ramp voor het milieu.

In de eerste plaats is er in de ontwikkelde kapitalistische landen een enorme verspilling van energie, vooral in de VS. Zonder de levensstandaard aan te tasten kan het energiegebruik met de helft naar beneden, als de juiste investeringen worden gedaan. In de tweede plaats is het gebruik van fossiele brandstoffen de kern van het probleem. Economische expansie zal gebaseerd moeten zijn op andere bronnen van energie. De technologie daarvoor bestaat al in de vorm van golf-, wind- en zonne-energie. Maar er zijn enorme investeringen voor nodig om deze overgang te realiseren.


In een socialistische geplande economie kan er een sterke impuls worden gegeven aan de ontwikkeling van wetenschap en technologie. Dat zal leiden tot de ontwikkeling van nieuwe vormen van niet vervuilende energie.Hoewel de invoering van een democratisch geplande socialistische economie niet zonder moeilijkheden zal zijn, is het belangrijk om deze niet te overdrijven. De twijfels komen voor een belangrijk deel voort uit de stortvloed van vijandige propaganda vanuit de kapitalistische klasse. De argumenten voor een nieuwe manier om de samenleving te organiseren zullen een groeiend gehoor vinden in de komende jaren.

Waar links regeert met een rechts beleid!

Bij de verkiezingen een jaar geleden kwam in Denemarken een linkse regering in het zadel. Sindsdien regeert een ‘rood blok’ geleid door een sociaal-democratische premier, met gedoogsteun van de Rood-Groene Alliantie. De gebeurtenissen in Denemarken sinds de verkiezingen zouden een waarschuwing moeten zijn voor linkse partijen die willen meeregeren, vertelt de Deense socialiste Mette Hermansen. 

Interview door Max van Lingen - Internationale Socialisten!


Door heel Europa wordt de economische crisis gebruikt om een harde bezuinigingsagenda door te voeren. Gebeurt dat ook in Denemarken?


Bij de vorige verkiezingen is een linkse regering aan de macht gekomen. Maar de tien jaar daarvoor hadden we een neoliberale regering die haar bezuinigingsoffensief al ver voor het uitbreken van de crisis had ingezet. In die periode was het idee dat bezuinigen noodzakelijk is algemeen geaccepteerd. Het effect van de bezuinigingen is desastreus geweest. De schade die ze in de zorg hebben aangericht is onherstelbaar. Daarbij gingen ze zelfs zo ver om niet-rendabele privéklinieken illegaal te subsidiëren met geld dat bedoeld was voor de openbare ziekenhuizen. 


Op deze wijze is de gehele publieke sector onder handen genomen en geherstructureerd op basis van de vrije marktideologie. De Scandinavische landen stonden vroeger bekend als de landen van melk, honing en de verzorgingsstaat. Tien jaar neoliberaal beleid heeft daar veel van kapot gemaakt en het einde is nog niet in zicht.


Dat neoliberale beleid was alleen mogelijk door de gedoogsteun van de racistische Deense Volkspartij. Maar als ik hier in Kopenhagen op straat rondloop, zie ik nauwelijks migranten. Waar komt de steun voor de Deense Volkspartij vandaan?


De Deense Volkspartij is een afsplitsing van de Vooruitgangspartij die in de jaren ’80 ten onder ging aan de negatieve reclame die werd veroorzaakt door losgeslagen leden. De partijtop wist slim in te spelen op de crisis van de jaren ’80 en de totale controle van bovenaf voorkwam het soort excessen dat de Vooruitgangspartij hadden gekenmerkt. Hierdoor konden ze zichzelf presenteren als een representatief en acceptabel alternatief. Wat ze sindsdien hebben bewerkstelligd, is dat racisme weer acceptabel is geworden. Voornamelijk door iedereen die stelling neemt tegen hun racisme ervan te beschuldigen dat ze tegen de vrijheid van meningsuiting zijn.


In 2001 werden ze de gedoogpartner van de neoliberale regering, terwijl ze zichzelf altijd hadden neergezet als de partij van ‘de kleine man’. Daar kwamen ze mee weg door steeds wanneer ze op sociaal-economisch vlak compromissen moesten sluiten, aangaven wat ze ervoor terugkregen op het gebied van immigratie. Ze waren daarbij ook niet bang om de gedoogconstructie op het spel te zetten totdat hun eisen werden ingewilligd.


De linkse partijen namen tegelijkertijd nauwelijks stelling tegen racisme en al helemaal niet tegen islamofobe ideeën. Hierdoor werd racisme steeds minder als een probleem gezien. Daarmee werd de weg geopend voor de Deense Volkspartij om het debat steeds verder naar rechts te krijgen. Een goed voorbeeld is de affaire waarbij een kandidaat van de Rood-Groene Alliantie onder vuur kwam te liggen vanwege haar islamitische achtergrond. In plaats van haar te verdedigen tegen de hetze, besloot de partijleiding haar van de kandidatenlijst af te halen.


Toch kwam na de vorige verkiezingen een linkse regering aan de macht. Hoe verklaar je die ontwikkeling?


Er waren twee redenen waardoor links in staat was de verkiezingen te winnen. Ten eerste omdat veel mensen de gedoogconstructie met de racistische Deense Volkspartij zat waren. Ten tweede omdat veel mensen begonnen in te zien dat tien jaar lang bezuinigen de problemen in de maatschappij alleen maar had vergroot. Hierdoor kon een regering worden gevormd van de Sociaal Democratische Partij, de Socialistische Volkspartij en Radicaal Links (vergelijkbaar met D66), met gedoogsteun van de Rood-Groene Alliantie.


Vanwege de liberale standpunten van Radicaal Links was dit een vreemde constructie. Het leidde er toe dat de Sociaal Democratische Partij en de Socialistische Volkspartij gedurende de eerste 100 dagen alle belangrijke verkiezingsbeloftes braken. De afgelopen 20 jaar was het behoud van het prepensioen bijvoorbeeld hét centrale thema van de sociaal-democraten. De nieuwe regering schafte het echter af en verhoogde ook nog eens de pensioenleeftijd. Omdat de Sociaal Democratische Partij en de Socialistische Volkspartij geen alternatief hebben voor het kapitalisme gaan ze mee met de bezuinigingen. Aangezien zij de crisis niet als een systeemcrisis zien is hun antwoord dat ‘iedereen de broekriem moet aanhalen’.


Wat deed de Rood-Groene Alliantie toen bleek dat de nieuwe regering het neoliberale beleid voortzette?


In de periode dat de neoliberale regering aan de macht was speelden ze een goede rol als oppositiepartij. Ze bekritiseerden de regering en kwamen met alternatieve eisen. Het resultaat was een verdrievoudiging van het zetelaantal en een enorme groei qua ledenaantal. Maar na de verkiezingen ging de partij de nieuwe regering steunen. Deze bracht de oude begroting in stemming omdat ze naar eigen zeggen geen tijd had gehad om een nieuwe begroting op stellen. Om de regering niet ten val te brengen, stemde de Rood-Groene Alliantie in met deze neoliberale begroting. 


Als Internationale Socialisten gaven we aan dat het voortbestaan van de regering niet de verantwoordelijkheid was van de Rood-Groene Alliantie, maar van de regeringspartijen die zich aan de verkiezingsbeloftes moesten houden. Maar de partijleiding werd beheerst door de angst verantwoordelijk te worden gehouden voor de val van een linkse regering. Om die reden bleef de Rood-Groene Alliantie de regering steunen terwijl er maar weinig was veranderd ten opzichte van de oude regering. 


Uiteindelijk trokken de regeringspartijen zelf de stekker uit de gedoogconstructie. Ze hadden een afspraak gemaakt met de Rood-Groene Alliantie over een belastinghervorming, maar van de ene op de andere dag besloot de regering deze afspraak overboord te gooien en in zee te gaan met de rechtse partijen.


Als Internationale Socialisten zijn jullie onderdeel van de Rood-Groene Alliantie. Wat is volgens jullie de weg vooruit voor de Rood-Groene Alliantie?


Als je naar het parlement kijkt, zoals het overgrote deel van de arbeiders doet, is de Rood-Groene Alliantie nog altijd het meest linkse alternatief. Dat geldt zeker voor mensen die genoeg hebben van de Sociaal Democratische Partij en de Socialistische Volkspartij. Maar bij discussies binnen de partij is de partijleiding vaak onderdeel van de rechtervleugel die de partij verder richting het parlement wil trekken, omdat zij denken dat daar de macht licht. Dat is precies het probleem van de Rood-Groene Alliantie. Rond de verkiezingen kwamen er veel nieuwe leden bij, maar vanuit de partij kregen ze slechts een mail met de vraag of ze wilden doneren voor de volgende verkiezingscampagne.


In de afdelingen werken we samen met activisten met wie we organiseren rond lokale thema’s. Daarnaast proberen we samen met de groep van de Vierde Internationale om de partij zo links mogelijk te houden. Veel mensen voelen dat er iets mis is met de parlementaire koers, wij proberen die mensen aan te spreken. Ze moeten het parlement meer gaan gebruiken als platform om radicale ideeën te verspreiden, en af van het idee dat ze met hun parlementszetels radicale veranderingen kunnen doorvoeren.


www.socialisme.nu  

Groep Marxisten Leninisten/Rode Morgen!

GML/Rode Morgen, een naam die weinig mensen wat zal zeggen. Tegenwoordig bestaat de GML/Rode Morgen nog steeds en geeft zelfs nog een blad uit met de naam; Rode Morgen. De GML/Rode Morgen is een maoistische partij in opbouw al meer dan 30 jaar. Het bijzondere aan deze groep is dat ze de laatste maoisten in Nederland zijn. Van alle maoistische sektes die eind jaren 60 ontstonden, waren alleen de Socialistische Partij en de Groep Marxisten Leninisten/Rode Morgen instaat om te overleven. Grappig is ook dat de Rode Morgen en de SP familie van elkaar zijn! 

Oorsprong heeft de GML/Rode Morgen in de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland. De KEN was een radicaal maoistische partij die zich fel tegen de gematigd stalinistische CPN keerde en de sociaal democratische PvdA. De KEN was een aanhanger van het maoisme en verheerlijkte de Chinese dictator; Mao Zedong.


Van oorsprong is de KEN opgericht door drie invloedrijke krachten. Een pijpfitter genaamd; Daan Monje, een zakenman genaamd Nico Schrevel en de Nederlandse Staatsveiligheidsdienst BVD ( in het geheim ). De BVD hielp mee met de oprichting omdat ze graag een concurrent wouden op de CPN. De anticommunistische Nederlandse overheid hoopte het communistische kamp te verzwakken door de stalinisten en maoisten tegen elkaar op te zetten.


In 1971 splitste zich Daan Monje en zijn medestanders af van de KEN en stichtte de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland/Marxistisch Leninistisch - KEN/ML. Een jaar later werd de naam van KEN/ML veranderd in SP - Socialistische Partij.

Zes jaar na de splitsing tussen Monje en Schrevel viel het oude KEN uit elkaar. De dood van Mao Zedong en de sektarische conflicten maakte een einde aan de KEN. Enkele maoisten besloten om de traditie van Mao in leven te laten en stichtte de Groep Marxisten Leninisten. Hun blad kreeg de naam Rode Morgen, waardoor de groep zich Groep Marxisten Leninisten/Rode Morgen noemt!

Wat de GML/Rode Morgen bekendheid opleverde, was hun kritiekloze steun aan het misdadige regime van Pol Pot in Cambodja gaven. Toen de Rode Khmer in 1975 aan de macht kwamen werden ze door de maoistische wereld gesteund. In eigen land was Pol Pot heel racistisch tegenover het Vietnamese volk, hij liet zijn Rode Khmer dan ook wrede aanvallen uitvoeren op Vietnamese dorpen. Duizenden dorpelingen werden afgeslacht door de Rode Khmer!


In eigen land wou Pol Pot een agrarische boerenstaat stichten. Daarvoor moest iedereen boer worden. Stedelingen werden met brut geweld naar het platteland gejaagd om te gaan werken in gigantische collectieve boerderijen. Mensen werden nummers in de bloedige moordmachine van Pol Pot. Meer dan twee miljoen Cambodjaanse mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord door de Rode Khmer. 
De Groep Marxisten Leninisten/Rode Morgen was echter heel dogmatisch en weigerde te luisteren naar de (niet maoistische) berichten uit Cambodja. Kapitalistische en stalinistische berichtgeving werd niet geloofd. De vijand waren alle imperialisten, inclusief de sociaal imperialisten (de stalinisten). De GML/Rode Morgen zamelde geld in voor kameraad Pol Pot en zijn terreur regime!

Een bekend lid van de GML/Rode Morgen is de huidige salonsocialist; Paul Rossemuller. Op 21 jarige leeftijd werd hij lid van de GML/Rode Morgen, Rossemuller was van 1977 tot 1982 lid. Vele jaren later zou de kapitalistische media hem hierop aanvallen. De rechtse pers vroeg hem of hij er spijt van had dat hij een maoistische beweging steunde. Spijt was echter niet wat in hem opkwam zei Paul Rossemuller. Wij revolutionair socialisten keuren hem niet af op zijn studententijd, maar wel op zijn verraad aan socialitische principes in het algemeen. Meneertje Rossemuller verdient namelijk nu (als aanhanger van het kapitalisme) ver boven het inkomen van normale arbeiders. Zo kreeg hij in 2006 een salaris van 146.000 euro bruto. Past eigenlijk wel perfect bij het hypocriete karakter van een salonsocialist!


Ondanks de verrechtsing van de Volksrepubliek China na 1983, blijft de GML/Rode Morgen trouw aan het maoisme. Echter Mao's gezicht wordt niet meer getoond. De GML/Rode Morgen is heel tactisch en spreekt van ''het echte socialisme'' en laat de naam Mao buiten boord. Op hun website lijkt de groep zelfs anti-stalinistisch met hun gepraat over het ''echte socialisme'' en hun schijn afkeer van de Sovjet-Unie. Hun afkeer van het Russische stalinisme is alleen na 1956 ontstaan, toen de Sovjet leiders afstand namen van de klassieke stalinistische leer!


De Socialistische Partij anno 2012 en de GML/Rode Morgen lijken mijlen van elkaar verwijderd. Toch zijn ze familie. Ze zijn beidde ontstaan uit de KEN en beidde delen dus een basis die uit gaat van een eerlijke wereld. Hoewel het socialisme bij de SP nauwelijks aan het woord komt en bij de GML/Rode Morgen eerder een dogma is dan een ideaal, blijven ze familie. Jan Marijnissen kan het weten. Hij begon als KEN/ML leider in 1971 en werd in 1986 SP partijleider. Marijnissen en de GML/Rode Morgen deelde het dogmatische maoisme. Alleen heeft Jan Marijnissen al begin jaren 80 afstand genomen van Mao Zedong. Toen hij partijleider werd was de SP geen maoistische partij meer. Anno 2012 is de SP niet eens meer socialistisch te noemen, daarom noemen we de partij ook ''Sociaaldemocratische'' Partij!



De GML/Rode Morgen zet zich neer als de echte socialisten
Maar hun ''echte socialisme'' is het klassieke stalinisme!

Stewart Alexander, de echte Socialist!

De rechtse conservatieven in de VS zijn heilig ervan overtuigd dat Barack Obama een socialist is. Opgefokt door de media ( vooral Fox News ) en conservatieve politici brullen ze dat Obama voor het socialisme vecht. In werkelijkheid is Barack Obama een neoliberaal, een VVD'er en geen socialist. De echte socialistische kandidaat voor de verkiezingen in november 2012 is Steward Alexander. 

Alexander is geboren in oktober 1951 en heeft zich al vaker kandidaat gesteld voor de verkiezingen in de VS. In 1987 deed hij mee met de burgemeestersverkiezing in de stad; Los Angeles, waar hij 0.84% van de stemmen won en zevende werd. In 2006 deed hij mee met de verkiezingen voor Luitenant-gouverneur in de staat Californië, daar won hij 0.50% van de stemmen. In 2008 was hij kandidaat voor het vice presidentschap op de lijst van de Socialist Party USA. Nu in 2012 staat Alexander weer op de lijst van de Socialist Party USA samen met Alejandro Mendoza. 


De Amerikaanse; Socialist Party USA is een democratisch socialistische partij opgericht in 1972. De SPUSA is ontstaan uit de Socialist Party of America en ziet zich als een partij van het werkende volk. Voor de SPUSA is socialisme geen dogma, ze keren zich fel tegen de stalinistische regimes die ze niet als socialistisch erkennen. Met haar 1500 leden is de SPUSA een kleine partij, maar kan wel gezien worden een princiepele partij in een land waar socialisme als scheldwoord gebruikt wordt tegen iedereen die links en progressief denkt. 



Website van 
Steward Alexander en Alejandro Mendoza 



Het neoliberale verleden van de PvdA

De Partij van de Arbeid won bij de verkiezingen op 12 september 2012, 39 zetels. Toch versloeg de partij van Diederik Samsom de neoliberale VVD niet. Die won 41 zetels en is daarmee de grote winnaar van de verkiezingen. Iedereen die op de PvdA stemde zal zich afvragen hoe sociaal Nederland wordt met een VVD-PvdA regering? 

Laten we eens gaan kijken naar het neoliberale verleden van de Partij van de Arbeid. Veel linkse stemmers stemde tactisch en hoopte de VVD te verslaan. Nu dat niet is gelukt moeten ze de consequenties van hun stem onder ogen zien! Wat voor een partij is de PvdA en wat hebben ze de laatste 23 jaar gedaan om Nederland ''sterk en sociaal'' te maken? 


1989: Privatisering van de PTT

1990: Verlaging hoogste belastingschijf van 72% naar 60%
1991: Ontmanteling Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
1993: Gedeeltelijke privatisering sociale zekerheid
1994: Volledige privatisering arbodiensten
1994: Begin liberalisering huurmarkt
1994: Opsplitsing NS
1996: Privatisering Ziektewet
1996: Invoering prestatiebeurs
1996: Privatisering Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
1997: Einde zelfbestuur voor universiteiten (MUB)
1998: Invoering Wet flexibiliteit en zekerheid (Flexwet)
1998: Liberalisering energiemarkt grootverbruikers
2001: Verlaging hoogste belastingschijf van 60% naar 52%
2003: Invoering Wet werk en bijstand
2007: Verlaging vennootschapsbelasting van 29,6% naar 25,5%
2009: Invoering collegegelddifferentiatie voor de tweede studie
2009: Beperking AOW-toeslag voor partners
2011: Pensioenakkoord: AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar


Dit heeft de PvdA de laatste 23 jaar gesteund. Neoliberale politiek, dus wie denkt dat de partij de komende vier jaar opeens sociaal zal worden komt van een koude kermis thuis. Het zullen moeilijke jaren worden voor de werkende klasse. De neoliberale VVD wil 30 miljard halen bij normale werknemers. De rijken en de grote bedrijven hoeven niet bij te dragen van Mark Rutte. 

Hij kan inderdaad heel tevreden zijn. Mark Rutte mag een nieuwe regering vormen en het lijkt dat hij dat moet doen met de PvdA. Geen probleem want de sociaal democraten hebben al in 1994 gekozen om het neoliberalisme te steunen. Veel mensen zeggen dat je MOET compromissen maken. Deze mensen kunnen het ook moeilijk geloven waarom revolutionair socialisten, tegen een regeringsdeelname van de SP zijn. Natuurlijk zijn revolutionair socialisten niet tegen samenwerking. Maar we zijn wel tegen regeringsdeelname op een kapitalistische basis. Te veel socialisten, communisten en sociaal democraten heulen met rechtse partijen in kapitalistische regeringen. Deze partijen verkochten hun ziel aan het kapitaal en dat is het grootste verraad wat een linkse partij kan doen!  

Socialistische Partij blijft stabiel op 15 zetels

De links reformistische; Socialistische Partij heeft bij de verkiezingen op 12 september 2012 ongeveer 15 zetels gewonnen. De SP won bij de verkiezingen van 2010 ook 15 zetels. Voor de gematigde socialisten van Emile Roemer leek het jaar 2012 een groot jaar te worden. De peilingen gaven een grote winst aan voor de SP. Maar vlak voor de verkiezingen draaide de peilingen tegen Emile Roemer. Het werd een twee strijd tussen de neoliberale VVD en de sociaal democratische PvdA. In deze strijd verloor de SP haar aanhang aangezien veel potentiële linkse stemmers overliepen naar de PvdA, uit vrees voor een VVD overwinning! 

Maar de uitslag maakt duidelijk dat de kapitalistische elite opgelucht adem kan halen. De rechtse VVD en de schijn-linkse PvdA lijken elkaar nodig te hebben voor een neoliberaal kabinet. Aangezien Wim Kok in 1994 er ook in slaagde om een kabinet te vormen met de VVD is het niet ondenkbaar dat Mark Rutte en Diedriek Samsom samen zullen regeren!


De vraag voor socialisten is nu, was een stem op de PvdA tactisch goed? Nee zegt United Socialist Productions - Revolutionair Socialistische Media. Want als er een VVD-PvdA kabinet komt, dan zullen veel neoliberale plannen toch uitgevoerd worden. De sociaal democraten wereldwijd hebben de laatste 23 jaar veel linkse principes geofferd voor regeringsdeelname. Diederik Samsom is een goed spreker, maar de leiding van de PvdA is duidelijk kapitalistisch en kiest voor het neoliberale Europa en voor het kapitaal, als dat geeist wordt!


Emile Roemer en zijn SP zouden moeten gaan nadenken over de koers van de partij. De laatste twee verkiezingen hebben geen winst opgeleverd. In 2010 verloor de partij 10 zetels, nu won de SP geen zetels en bleef op 15 zetels in de Tweede Kamer!


Volgens USP-RSM had Roemer veel stemmers terug kunnen winnen, door de PvdA keihard aan te vallen op hun schijn-linkse houding. De Partij van de Arbeid is in haar propaganda altijd een linkse partij. Maar het laatste echte centrumlinkse kabinet had Nederland onder Joop Den Uyl in de jaren 70. Daarna heeft de PvdA altijd de rode draad van de neoliberale partijen gevolgd!


Toch is er ook een voordeel te halen uit de verkiezingen van 12 september. De rechts nationalistische; Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders is verslagen. De ooit machtige PVV die 22 zetels had in de Tweede Kamer heeft er nu nog maar 13 over. Veel PVV kiezers zijn blijkbaar overgelopen naar de Partij van de Arbeid ( wie had dat gedacht! )


Er is ook een nieuwe partij bijgekomen. 50Plus won 3 zetels en komt daarmee voor het eerst in de Tweede Kamer. Deze partij zet zich in voor de ouderen in Nederland, die zwaar geraakt worden door de neoliberale bezuinigingen die Mark Rutte wil ( en zal ) doorvoeren. Het lijkt er op dat veel ouderen zich terecht zorgen maken om hun pensioenen en hun oude dag!


Voor de Socialistische Partij is het noodzakelijk om kritisch te kijken naar het optreden van de partij. Als de partij dat niet doet dan zal er weinig groei te verwachten zijn. De drang om in een kapitalistische regering met de PvdA te komen, heeft ervoor gezorgd dat de SP de sociaal democraten nauwelijks durfde aan te vallen. Door deze zwakke houding en de twee strijd tussen Rutte en Samsom, kon de PvdA veel stemmen winnen!


Het liberale; GroenLinks is afgemaakt. Van 10 zetels naar 4 zetels. Het is duidelijk dat de linkse kiezers niets zagen in de partij van Jolande Sap. Vermoedelijk zijn veel GroenLinks stemmers overgelopen naar de PvdA uit vrees voor een VVD overwinning!


Die ''Volkspartij'' voor ''Vrijheid'' en ''Democratie'' heeft een smerige antisocialistische campagne gevoerd, waarin Mark Rutte waarschuwde voor het linkse gevaar. Ook het bedrijfsleven waarschuwde voor de gevaren van links. Met hulp van de peilingen en het imago van Samsom is het hun gelukt om de SP buitenspel te zetten. Want met de PvdA is het makkelijker om harde bezuinigingen door te voeren dan met de SP. Het is de VVD gelukt om met peilingen en antisocialisme veel stemmers naar zich toe te trekken!





Dat andere 9/11 - 1973

Op dinsdag 11 september 2012 herdenkt de westerse wereld de aanslagen op de WTC torens in New York. Weinig mensen kennen het andere 11 september. 9/11 1973 Chili. Op die dag nam het contrarevolutionaire militair van Chili onder de leiding van Pinochet de macht over. De militairen waren felle tegenstanders van het progressieve bewind van president Salvador Allende. Deze linkse president was een doorn in het oog van het kapitalisme en het Amerikaanse zakenleven. Met steun van de CIA voerde Pinochet een rechtse staatsgreep uit. President Allende werd gedood en Chili bleef tot 1990 een rechtse dictatuur. 

Dictator Pinochet werd meteen gesteund door de westerse landen. Vooral de Amerikanen waren tevreden. Pinochet werd de allereerste neoliberale dictator. Hij privatiseerde de economie van Chili en gaf het bedrijfsleven erg veel vrijheid. De lonen werden laag gehouden ( zijn nog steeds laag hierdoor ) waardoor het internationale kapitaal, gouden zaken kon doen. De rechtse democraten noemen het tijdperk van Pinochet ook wel de gouden eeuw voor Chili. Puur economisch gezien klopte dat wel, maar daarvoor moesten enorm veel linkse mensen lijden en sterven!


Pas in 1990 moest de oude dictator afstand doen van de macht. Hij werd niet gestraft voor zijn misdadig bewind. Pinochet stierf in 2006 en kreeg een militaire begrafenis. De partij van de gedode Salvador Allende was ondertussen gedegenereerd in een rechtse sociaal democratische partij. De Socialistische Partij van Chili won in 2006 de presidentiële verkiezingen. Maar de eerste vrouwelijke president van Chili bleef het neoliberalisme van Pinochet trouw. Ook de huidige president in 2012 is rechts en doet alles wat het grote geld eist.


Maar de jeugd van Chili laat zich niet klein krijgen. Studenten demonstreren fel tegen de hoge kosten van het onderwijs. Veel studenten uit arme gezinnen kunnen nauwelijks de kosten voor een opleiding betalen. Want het neoliberale model van Pinochet is nooit vervangen in Chili. De vrije markt dictatuur is bijna absoluut en daardoor heerst het recht van de sterkste. Wie geen geld heeft om een opleiding te betalen moet het doen met slechte banen en staat zwak op de arbeidsmarkt. Er is een enorm groot verschil tussen arm en rijk in Chili!


9/11 in 1973 was het jaar van de contrarevolutie. Een waarschuwing aan alle socialisten en revolutionairen. De CIA en de kapitalisten zullen hun status met geweld verdedigen. De fout van Allende was dat hij het militair niet uitgeschakelde. Hij wist dat Pinochet een rechtse klootzak was, maar hij liet hem generaal blijven en dacht naïef genoeg dat Pinochet trouw was aan de democratie. Daarom moet het militair en de politie afgeschaft worden na een socialistische revolutie. Vooral in landen waar het kapitalisme de politie en het leger betaald is het noodzakelijk om zo snel mogelijk alle contrarevolutionaire agenten en soldaten te ontslaan uit de militaire dienst. Dat soort types mogen geen wapens in handen krijgen!

De chantage van het kapitalisme!

De Nederlandse neoliberaal; Mark Rutte bedient zich steeds vaker van een populair ‘bezwaar’ van rechts Nederland tegen ‘de socialisten’. Namelijk dat als de SP erin slaagt om de belasting op winsten en de hoogste inkomens enigszins te verhogen, de grootverdieners naar het buitenland zullen verhuizen. Het gaat hier niet om een bezwaar op basis van feiten, maar om een pervers en ondemocratisch dreigement. 

Door Peyman Jafari - Internationale Socialisten

De kapitaalvlucht waar Rutte het over heeft zou immers niet veroorzaakt worden door een natuurlijke kracht, maar door de keuzes van een machtige groep mensen die handelt uit puur winstbejag. Dat het hier om ordinaire chantage gaat bleek toen Quote, het blad van miljonairs en vooral wannabe miljonairs, zijn achterban ophitste om ‘de verhuisdozen’ in te pakken voor het geval dat de SP aan de macht komt. 

VNO-NCW, de grootste ondernemersorganisatie van Nederland, opende frontaal de aanval op de SP en dreigde met een investeringsstop en oplopende werkloosheid. De VVD wordt tijdens deze verkiezingscampagne in feite bijgestaan door een agressieve pressiegroep van ondernemers die de kiezers intimideert, en niet geheel zonder succes. 

Veel werknemers, studenten, uitkeringsgerechtigden en zieken zouden graag willen zien dat de kosten van de crisis verhaald worden op de verantwoordelijken, namelijk de directeuren, aandeelhouders en topmanagers van grote bedrijven, de speculanten op de beurs en de bankiers. Tegelijkertijd zijn veel van dezelfde mensen bang dat deze economisch machtige groep haar dreigement van kapitaalvlucht wel eens waar zou kunnen maken, met verlaging van lonen en verlies van banen als gevolg. Ook de SP zelf lijkt terug te schrikken in plaats van ideologische en praktische antwoorden te bieden. 

Roemer reageerde tijdens een debat met Rutte bij Knevel en Van den Brink (3 augustus 2012) dat de SP slechts de verlaging van de belasting op winst en de hoogste inkomens deels ongedaan wil maken, tot een niveau dat niet veel hoger ligt dan in omliggende landen. Dit antwoord laat zien dat rechts het ‘rode gevaar’ enorm overdrijft en de SP zich onnodig kwetsbaar opstelt. De partij lijkt zich namelijk neer te leggen bij de aanname dat kapitaalvlucht op zich geoorloofd is, en dat we daar weinig tegen kunnen doen. 

Ondemocratisch

Ten eerste is er niets legitiems aan de tegenwerping dat ‘de rijken zullen verhuizen’ als de meerderheid van de bevolking zou kiezen voor nivellerende maatregelen. Dat is een dreigement van de kapitaalbezitters waarmee ze de democratie op een schandalige manier ondermijnen. Wie de logica van de VVD, Quote en de VNO-NCW onderschrijft, moet het ook gerechtvaardigd vinden dat meer mensen gaan stelen als de BTW verhoogd wordt of dat ze zwart gaan werken om aan de belasting op arbeid te ontkomen. Belastingontduiking om je hoofd boven het water te houden is nog een ding, maar belastingontduiking om nog meer geld bij elkaar te graaien is totaal onacceptabel. In plaats van begrip op te brengen voor kapitaalvlucht, zou het bestempeld moeten worden als crimineel gedrag dat met harde maatregelen voorkomen en bestraft moet worden. 

Als de macht van de grote kapitaalbezitters niet wordt aangepakt, krijgen we een samenleving waarin alles van waarde, inclusief sociale rechtvaardigheid en democratie, ondergeschikt wordt gemaakt aan winstbejag en hebzucht. De concentratie van economische macht bij de kapitaalbezitters kan aangepakt worden door de economie radicaal te democratiseren. De SP moet daarvoor niet terugdeinzen, maar juist de democratisering van de economie op de politieke agenda plaatsen. 

Nederland belastingparadijs

Ten tweede hebben de kapitaalbezitters hun macht in de afgelopen decennia al genoeg aangewend om de politiek naar hun eigen hand te zetten door privatisering, liberalisering en deregulering van de financiële markten af te dwingen. Nadat ze zelf de economische crisis in veroorzaakten, zorgden ze ervoor dat regeringen de winsten en bonussen van banken en bedrijven redden en de rekening van de crisis bij de lage en middeninkomens neerlegden. De recente CBS-cijfers laten zien dat in 2011 onder VVD, CDA en PVV de koopkracht van alle inkomensgroepen gedaald is behalve die van de rijkste 20 procent. 

Terwijl ook voor een volgend kabinet asociale bezuinigingen als onvermijdelijk worden voorgesteld, liet een recent internationaal onderzoek zien dat de superrijken minimaal 17 biljoen euro in belastingparadijzen verbergen (dat is het Amerikaanse en Japanse bruto nationaal product bij elkaar). Het Nederlands belastingsysteem faciliteert deze gigantische belastingontwijking. Als multinationals de belastingen betalen die ze jaarlijks in Nederland ontduiken, zouden de meeste asociale bezuinigingen teruggedraaid kunnen worden. 

Internationale aanpak

Ten derde is helemaal niet zo makkelijk voor grote bedrijven om hun investeringen uit een bepaald land terug te trekken, want ze zijn vaak ingebed in een heel economisch netwerk van leveranciers en transporteurs. Ook spelen andere factoren zoals opleidingsniveau een belangrijke rol. Het is dan ook vaak een dreigement dan een belofte. Voor het (financiële) kapitaal dat nog wel snel kan verhuizen is het mogelijk om in internationaal verband tegenmaatregelen te nemen. 

Dit argument is echter verworden tot een excuus waarachter rechtse politici, multinationals en speculanten in Nederland zich schuilen om voorstellen die hun exorbitante rijkdom aanpakken te blokkeren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de recente opstelling van het kabinet inzake het belasten van flitskapitaal (financiële transacties of wel het gokken op de beurs met valuta, aandelen, obligaties en derivaten). 

Terwijl landen als Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje al akkoord zijn gegaan met het belasten van financiële transacties op Europees niveau, weigert het kabinet-Rutte om hieraan mee te doen. Zo draagt het kabinet zelf bij aan het blokkeren van Europese maatregelen die bij een klein tarief van 0,1 a 0,2 procent belasting op flitskapitaal jaarlijks 57 miljard euro in Europa zouden opbrengen.

Collectieve strijd

Tenslotte, en het allerbelangrijkste, is dat er een maatschappelijk brede strijd wordt opgebouwd om de bovengenoemde maatregelen gerealiseerd te krijgen. Het stemmen op de SP draagt daaraan bij, maar er is een enorme concentratie aan macht buiten het parlement, bij de top van het bedrijfsleven die de marges van de liberale democratie bepaalt. De wil van ‘de financiële markten’ en de dreigementen van kapitaalvlucht en investeringsstop worden ingezet om de marges van het mogelijke te bewaken en het electoraat te disciplineren. 

Daartegenover zijn er campagnes, vakbonden, politieke partijen en sociale bewegingen nodig die een alternatieve politieke agenda formuleren en daarvoor gezamenlijk strijden. Een eerste stap zou wellicht kunnen zijn dat we zorgen dat er afgerekend wordt met de belastingontduiking van de graaiers aan de top in plaats van het verhogen van het eigen risico in de zorg naar 350 euro, het afschaffen van de studiefinanciering, en het verhogen van de pensioenleeftijd.

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme